Al hun duels en al hun zeges: de carrièrecijfers van Wout van Aert en Mathieu van der Poel
Wout van Aert en Mathieu van der Poel kruisen komende zondag opnieuw de degens in de Ronde van Vlaanderen. Hoeveel duels hebben ze van jongs af al uitgevochten? En hoeveel keer hebben ze in hun respectieve carrière al gewonnen? Wij zochten het uit.
Voor de allereerste wedstrijd waar Mathieu van der Poel én Wout van Aert, vanaf de nieuwelingen, aan de start kwamen, moeten we ruim elf en een half jaar terug in de tijd, naar de veldrit in Essen-Horendonk, op 6 september 2009. Een cross gewonnen door – uiteraard – Mathieu van der Poel, toen 14 jaar oud.
Daan Hoeyberghs en Quentin Jauregui eindigden er als tweede en derde, Wout van Aert – dan nog een tenger ‘Woutje’ – volgde als zesde.
Het was de eerste van zes crossen waaraan ze dat seizoen alle twee deelnamen. Drie keer was Van der Poel de beste, de drie andere zeges gingen naar Hoeyberghs, Jauregui en Daan Soete.
Niet elk jaar
Omdat Van Aert in september 1994 en Van der Poel in januari 1995 werd geboren, kwamen ze daarna slechts om de twee jaar in dezelfde categorie terecht. Toen Mathieu tweedejaarsnieuweling was, reed Wout bijvoorbeeld al bij de junioren, enzovoort.
Zo crossten ze na dat eerste seizoen (2009/10) nog in slechts twee volledige seizoenen bij de jeugd tegen elkaar. Goed voor 20 duels in 2011/12 (onder meer het WK in Koksijde, toen Van der Poel zijn eerste wereldtitel veroverde voor Van Aert, zie foto) en 22 in 2013/14. Plus nog drie in 2014/15, toen de Belg al derdejaarsbelofte en de Nederlander tweedejaarsbelofte was.
Totale balans bij de jeugd: 51 veldritten, waarin MVDP zich 28 keer de sterkste toonde, WVA twaalf keer en elfmaal een andere crosser met de bloemen ging lopen.
Opvallend: elf van die twaalf zeges boekte de laatrijpe Van Aert vanaf de beloften, want bij de nieuwelingen/junioren kon hij Van der Poel slechts één keer kloppen, in oktober 2011, in Ruddervoorde.
Overstap naar de profs
In die laatste twee seizoenen bij de beloften (2013/14, 2014/15) reden beide toptalenten ook al geregeld bij de profs, waar ze voor het eerst samen startten in de Scheldecross in Antwerpen, in december 2013. Niels Albert won, voor zijn 19-jarige BKCP-ploegmaat Mathieu van der Poel, Van Aert strandde er als zevende.
Het was de eerste van een reeks van 128 elitecrossen, tot en met het jongste WK in Oostende, inclusief ook de Cyclocross Masters in Waregem (drie keer, al is dat geen officiële UCI-cross).
De balans in die 128 veldritten helt ook duidelijk over naar Van der Poel: 85 zeges voor hem, 31 voor Van Aert, en slechts 12 crossen die gewonnen werden door andere veldrijders. De laatste dateert zelfs al van november 2018, toen Toon Aerts de snelste was op de Koppenberg.
Weinig wegduels
Op de weg hebben Van Aert en Van der Poel het opmerkelijk minder tegen elkaar opgenomen, al is dat in een groter peloton ook relatief.
De eerste keer zelfs pas bij de beloften, toen beiden ook al officieel prof waren: in juni 2014 in de Ronde van Limburg, waar de Nederlander ook zijn eerste officiële UCI-zege op de weg behaalde.
Later die zomer volgde nog de Ronde van Luik, een rittenwedstrijd op de nationale Belgische kalender waar beiden ook het volgende jaar, in 2015, op de deelnemerslijst stonden. In een zomer waar WvA en MvdP ook samen vier kermiskoersen reden.Op één kermiskoers na stonden daarna alleen nog UCI-races op hun gemeenschappelijk wegprogramma.
Voorlopig, beperkt wegrapport: 48 koersen (inclusief de eindstanden van vijf rittenwedstrijden), waarin Van der Poel 10 keer won, Van Aert 9 maal en 29 keer een andere renner met de bloemen zwaaide.
Totale balans, van ál hun veldritten en wegraces samen, sinds dat eerste crossseizoen bij de nieuwelingen (in 2009/10): 51 (veldrijden jeugd) + 128 (veldrijden profs) + 48 (weg, beloften/profs) = 227 duels.
123 keer ging daarbij de zege naar Van der Poel, 52 maal naar Van Aert en 52 keer naar een andere renner.
Totaal aantal zeges
Deze verhouding zie je ook in het totaal aantal zeges dat Mvdp en WvA sinds de nieuwelingen hebben behaald. De renner van Alpecin-Fenix heeft intussen liefst 377 overwinningen verzameld – alles inbegrepen, van zeges in jeugdwedstrijden, over kermiskoersen en criterium(crossen), tot alle UCI-races bij de profs. Reken je alleen de UCI-koersen (inclusief 2.2-koersen) mee, als eliterenner, dan kom je op uit op 204 profoverwinningen, op de weg, in het veld en in het mountainbike.
Wout van Aert telt na zijn triomf in Gent-Wevelgem van vorige zondag intussen 130 zeges (sinds de nieuwelingen, alles inbegrepen). Bij de profs staan er 88 UCI-overwinningen op zijn palmares, als wegrenner en als crosser.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier