400 zeges: Mathieu van der Poel bereikt in Zonhoven nieuwe mijlpaal

Mathieu van der Poel in Zonhoven, 7 januari 2024. © Belga Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Mathieu van der Poel (28) behaalde zondagmiddag in de Wereldbekercross van Zonhoven zijn 400e overwinning als renner sinds zijn veldritdebuut bij de nieuwelingen.

Wat goed is komt snel, en dat was bij Mathieu van der Poel al het geval van toen hij als 14-jarige zijn eerste cross als nieuweling reed in Essen-Horendonk, in september 2009. Toen ook aan de start: Wout van Aert. Die was echter geen partij voor de Nederlander. De Kempenaar werd zesde, Van der Poel won met overmacht, voor Daan Hoeyberghs en Quentin Jauregui. Die twee zouden ‘Matje’ dat seizoen nog enkele keren verslaan, maar meestal was die de sterkste: 22 zeges op 31 veldritten.

In de drie daaropvolgende veldritseizoenen (laatste jaar bij de nieuwelingen, twee bij de junioren) was er geen houden meer aan. Van der Poel won liefst 84 van de 88 crossen waarin hij startte.

Die dominantie was in zijn eerste belofteseizoen een stuk minder (11 op 25). En dat had één reden: de doorbraak van Wout van Aert, die zeker in het tweede deel van het seizoen (2013/14) de betere was van zijn grote rivaal, onder meer op het WK in Hoogerheide.

Aangezien Van der Poel het seizoen erna hoofdzakelijk bij de profs actief was, nog slechts drie beloftecrossen reed en drie keer verloor, stopte zijn zegeteller als jeugdveldrijder op liefst 117 zeges. Weliswaar geteld van bij de nieuwelingen tot en met de beloften. Bij de miniemen en aspiranten (van 9 tot 14 jaar) won hij naar schatting nog een veertig- tot vijftigtal crossen in de West-Brabantse Veldritcompetitie, maar daarover bestaan, wegens een computercrash bij de organisatoren, geen volledige uitslagen meer.

Bij die 117 zeges in het veld moet je nog 49 overwinningen op de weg meerekenen, want ook daar was Van der Poel al vroeg succesvol, met onder meer een wereldtitel bij de junioren. Totaalaantal bloementuilen bij de jeugd: 166.

Mathieu van der Poel wordt wereldkampioen op de weg in Firenze, bij de junioren. © Getty

Bij de elite bleef het megatalent winnen: 12 stuks in zijn eerste volledige crossseizoen, met onder meer zijn eerste regenboogtrui in Tábor (2015). Het seizoen ervoor had hij in Heerlen al zijn allereerste profsucces geboekt.

De rest is bekend: Van der Poel stapelde de daaropvolgende jaren de zeges verder op. De eerste seizoenen verwikkeld in een felle strijd met Van Aert, maar daarna werd hij de Kannibaal van het veld: van 1 januari 2018 tot februari 2020 won hij zelfs 66 van de 70 crossen waaraan hij deelnam. Door rugproblemen nam de groeicurve erna wat af, maar dit seizoen is MvdP weer buiten categorie: tien zeges op rij tot en met de Wereldbekermanche in Zonhoven, zijn 159e triomf bij de profs (exclusief de criteriumcross in Waregem). Samengeteld goed voor 276 overwinningen als veldrijder, van bij de nieuwelingen.

Wegsuccessen

Op de weg begon zijn zegeaantal als eliterenner (sinds 1 januari 2014) ook al vlug aan te dikken: al sinds hij op 15 juni 2014 als pas 19-jarige zijn eerste UCI-zege boekte, in de Ronde van Limburg. Bijna tien jaar later heeft Van der Poel er 46 verzameld, tot en met de Super 8 Classic in september, zijn eerste als regerende wereldkampioen op de weg. Hij won daarnaast nog vier koersen in de lagere UCI-categorie 2.2, vijf wedstrijden op de nationale Belgische kalender en acht criteriums, maar die worden doorgaans niet meegerekend als ‘officiële’ profzeges. Samengeteld met zijn zeges bij de jeugd (49) zit Van der Poel zo aan 95 successen op de weg.

Daar blijft het niet bij, want MvdP blonk ook al uit in een derde wielerdiscipline, het mountainbiken. Sinds 2016 kwam hij daar 29 keer als eerste over de finish in een UCI-race (en één keer in een wedstrijd op de nationale Belgische kalender, maar die zege laten we dus uit de optelsom).

Mathieu van der Poel werd in 2018 Nederlands kampioen mountainbike. © Belga

Ongeëvenaard

Na de cross in Zonhoven staat zijn zegeteller dus op 276 overwinningen in het veld, 95 op de weg en 29 in het mountainbiken. Samen 400 stuks. Een kaap die hij zelfs al lang is gepasseerd als je ook zijn zeges bij de miniemen en aspiranten, en zijn niet ‘officiële’ profoverwinningen (UCI-categorie 2.2, nationale kalender, criteriums) meerekent.

Welke optelsom je ook maakt, zijn veelzijdige palmares – verspreid over het veld, de weg én het mountainbiken – is zowel qua kwantiteit als kwaliteit in het hedendaagse wielrennen ongeëvenaard. En nog lang niet ten einde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content