3 redenen waarom de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne zo saai waren (en dat niet verrassend is)

Jasper Philipsen balt de vuisten, hij wint voor het eerst Kuurne-Brussel-Kuurne. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zelden werd in de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne zo tam en passief gekoerst. Het resulteerde in een verrassende (Søren Wærenskjold) en meer verwachte sprintwinnaar (Jasper Philipsen). Waarom was het Belgische openingsweekend bij de mannen zo saai?

De statistieken zijn veelzeggend. In de Omloop Het Nieuwsblad finishten afgelopen zaterdag 49 renners in dezelfde tijd als winnaar Søren Wærenskjold.

Nooit in de geschiedenis van de Omloop was het pelotonnetje dat om de zege sprintte zo groot. In totaal bereikten ook 155 van de 174 gestarte renners de aankomst in Ninove, of 89 procent. Ook dat was een record.

Daags erna, in Kuurne-Brussel-Kuurne, werden 57 renners in dezelfde tijd genoteerd als winnaar Jasper Philipsen. Nog eens 32 renners bolden in de slotkilometer uit, en finishten binnen de 14 seconden.

Voor een nog grotere groep die in Kuurne om de bloemen sprintte moet je terug naar 2012, toen 110 renners in het zog van Mark Cavendish aankwamen.

De laatste 50 jaar was het nog maar vier keer voorgevallen (in 2021, 1994, 1992 en 1991) dat beide koersen op een sprint met een groep van minstens 25 renners eindigden. Nooit waren de groepen die de slotkilometer ingingen echter zo groot als afgelopen weekend.

Hoe komt dat?

1) Het parcours en het weer

Kuurne-Brussel-Kuurne is traditiegetrouw een gevecht tussen een kopgroep die in de heuvelzone ontstaat en het achtervolgende peloton, dat een sprint wil.

Soms houden de vluchters stand, zoals vorig jaar met Wout van Aert, Oier Lazkano en Tim Wellens, en soms wordt het een groepssprint. De laatste 15 edities is de verhouding 8-7.

Dit jaar werd het wel de eerste groepssprint sinds de organisatoren in 2023 de heuvelzone deels verhuisden van de Vlaamse Ardennen naar het Pays des Colinnes, net over de taalgrens. Al blijft de eigenheid van het parcours behouden, met een kleine 60 vlakke kilometers na de laatste helling.

Genoeg terrein voor het peloton om te hergroeperen achter de vluchters. Wanneer het dan zonnig weer is, zonder al te veel wind, zoals zondag, helt de balans meestal over naar een groepssprint.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook in de Omloop Het Nieuwsblad speelt het parcours en de invloed van het weer een grote rol. Zeker sinds in 2018 de finish verhuisde van Gent naar Meerbeke (2018)/Ninove (vanaf 2019). Met ook een nieuwe, of beter een oude finale: die van de Ronde van Vlaanderen tot 2011, met de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg.

Het verwarmde het hart van Ronde van Vlaanderennostalgici, maar een geanimeerd wedstrijdverloop hebben we sindsdien niet vaak gezien. Met name omdat de huidige finale in een koers van geen 200 kilometer niet meer selectief genoeg is.

De 11 licht dalende kilometers tussen de top van de Elverenberg (de op twee na laatste helling) en de voet van de Muur in Geraardsbergen, plus de 12 kilometer tussen de top van de Bosberg en de aankomst in Ninove biedt achterblijvers te veel ‘makkelijk’ terrein om terug te keren.

Ja, de Muur en Bosberg zijn lastige hellingen, maar tot grote verschillen leiden die niet meer in het peloton van vandaag. Het algemene niveau is de laatste jaren, na de coronapandemie, te sterk gestegen.

Steeds meer snelle mannen, zoals Paul Magnier en Jasper Philipsen (tweede en derde in de sprint in Ninove), kunnen goed een helling verteren. De Limburger kwam zo als vijfde en zesde boven op de Muur en Bosberg, de pas 20-jarige Fransman als achttiende en tiende.

Beiden zaten in de groep van 18 renners die na de Muur een kleine voorsprong uitbouwde. Die groep bleef samen op de Bosberg en werd daarna ingehaald door een pelotonnetje van zo’n 30 renners.

De sprint was onafwendbaar, ondanks een sterke soloaanval van Stefan Küng, die figuurlijk op een muur van wind botste.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De cijfers over de weinig selectieve finale spreken boekdelen: in de 8 edities met aankomst in Meerbeke/Ninove eindigden gemiddeld 34 renners binnen de halve minuut van de winnaar.

In de 10 voorgaande edities, met aankomst in Gent (tussen 2008 en 2017), lag dat gemiddelde op slechts 13 renners.

Ja, in 6 van de 8 jongste edities van de Omloop (met de Muur en Bosberg) soleerden 4 renners naar de zege en sprintte 2 keer een duo om de overwinning. Maar telkens eindigde een groep van 13 tot 55 renners op minder dan een halve minuut van de winnaar.

Twee keer sprintte een omvangrijke groep voor de bloemen: in 2021 toen Davide Ballerini won (45 renners), en afgelopen zaterdag (49 renners). In 2018 eindigde ook een groep van 55 renners op 12 seconden van solist Michael Valgren.

Rode draad in die drie edities: telkens was het een mooie zonnige dag. In 2018 en afgelopen zaterdag blies de wind ook stevig op kop in de finale. Dat remt nog meer de aanvalspogingen. Met een sprint tot gevolg.

2) Geen dominante ploeg

De laatste drie jaar werd de Omloop Het Nieuwsblad gedomineerd door (Jumbo)-Visma-Lease a Bike. Twee keer ook met Wout van Aert als sturende kopman. In 2022 won hij zo zelf solo. Vorig jaar werd hij derde, na ploegmaat Jan Tratnik.

In 2023 had de Nederlandse ploeg Van Aert zelfs niet nodig. Toen buitte een oppermachtige Dylan van Baarle hun numerieke meerderheid uit met een sterke solo van 16 kilometer.

Zaterdag was Visma-Lease a Bike (weliswaar zonder Christophe Laporte en Dylan van Baarle) collectief veel minder present. Alleen Matteo Jorgenson, nochtans hun beste man, zat in de aanloop naar de hellingen telkens goed gepositioneerd, maar vaak in zijn eentje.

De rest, opvallend genoeg ook Wout van Aert, reed te ver achterin bij het sleutelpunt op de smalle Molenberg. Daarna moesten Van Aert en Tiesj Benoot krachten verspillen om in een achtervolgende groep terug te keren.

Van Aert had naar eigen zeggen niet de benen, al kwam hij wel als zevende boven op de Muur en als derde op de Bosberg. Maar voor de sprint had hij niet meer genoeg kruit in de benen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Naast Visma-Lease a Bike was er geen andere ploeg die de fakkel kon overnemen en een sprint kon ontlopen. Ook UAE Team Emirates niet, dat nochtans met een sterk blok was afgezakt, zelfs zonder hun almachtige leider Tadej Pogacar. Hun eerste renner in Ninove werd Antonio Morgado op de 42e plaats, na een opvallend passief vertoon.

Alpecin-Deceuninck, zonder kopstuk Mathieu van der Poel, werd zo verrassend de dominantste ploeg. Niet door aan te vallen, maar door voor Philipsen alles samen te houden in aanloop naar de sprint.

Uiteindelijk profiteerde Søren Wærenskjold van de omstandigheden, en van een goede positionering in de laatste hectometers. Nadat hij nota bene op de Muur van Geraardsbergen pas als 52e de top had gerond.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Conclusie: zonder Pogacar, Van der Poel en Mads Pedersen aan de start, en met een Van Aert nog niet op zijn scherpst (qua vorm, gewicht en positionering) was geen renner of ploeg in staat om op dit Omloopparcours én bij tegenwind het verschil te maken.

Dat was ook het geval in Kuurne-Brussel-Kuurne, waar Visma-Lease a Bike op twee gedachten hinkte: de koers hard maken of sprinten met Olav Kooij.

Van Aert toonde wel progressie, maar plaatste te laat zijn versnelling. Niet op de Knokteberg waar Tim Wellens aanviel en de Kempenaar te ver achterin zat, maar op de Kluisberg. Zo kwam hij in niemandsland terecht met Red Bullrenner Roger Adria, die niet overnam.

Voorop blijven tot in Kuurne was voor Van Aert, in tegenstelling tot vorig jaar, sowieso wel moeilijk geweest tegen een jagend peloton vol sprinters.

Dat die daar zaten heeft nog een andere reden.

3) De seizoenskalender

Sinds 2017 eindigde eerst de Abu Dhabi Tour, en vanaf 2019 de UAE Tour in hetzelfde weekend als dat van het Belgisch openingsweekend. Dat creëerde vooral voor Kuurne-Brussel-Kuurne stevige concurrentie, want zeker de laatste jaren trokken de meeste snelle mannen naar het sprintersfestival in de woestijn.

Dat was ook dit jaar zo. Alleen vond de UAE Tour een week vroeger plaats dan vorige jaren. Zo konden Jasper Philipsen, Tim Merlier en Olav Kooij deze keer zowel in de Verenigde Arabische Emiraten als in Kuurne-Brussel-Kuurne starten. De laatste twee werden zelfs speciaal ‘gespaard’ voor zondag.

Dat gold ook voor Jonathan Milan. Die reed vorig jaar niet de UAE Tour, maar kwam na een 70e plaats in de Omloop daags erna niet aan de start in Kuurne. Deze keer wel.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De aanwezigheid van die vier topsprinters had een grote invloed op het wedstrijdverloop, aangezien vooral Soudal Quick-Step (voor Merlier) en Lidl-Trek (voor Milan) na de heuvelzone alle aanvalslust in de kiem smoorden.

Het werd zo de kroniek van de aangekondigde sprint. Ironisch genoeg gewonnen door Jasper Philipsen, wiens ploeg Alpecin-Deceuninck in de finale, in tegenstelling tot zaterdag, minder op kop had gereden.

Jonas Rickaert en Kaden Groves konden zich zo sparen en lanceerden perfect hun Limburgse kopman, die zichzelf een mooi verjaardagscadeau schonk.

Na helaas, zoals ook in de Omloop, een saaie koers. Maar verrassend kon je dat scenario dus niet noemen.

Hoop voor Soudal Quick-Step: is er een nieuwe Tom Boonen in de maak?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content