Wie is zwemmer Léon Marchand, de posterboy van Frankrijk op de Spelen?

Léon Marchand won op het WK 2023 in Fukuoka drie keer goud.
Peter Mangelschots

Hij moet hét gezicht van de eerste week van de Spelen worden. Zwemmer Léon Marchand veegde het laatste record van Michael Phelps van de tabellen en gaat in Parijs op jacht naar een handvol goud.

Mochten de Fransen hun Olympische Spelen bottelen en rangschikken naar kwaliteit, dan zou Léon Marchand (22) zeker bij de grand cru’s te vinden zijn. Het land aanbidt zijn nieuwe vedette. Hij is niet alleen meervoudig wereldkampioen en wereldrecordhouder op de 400 meter wisselslag, hij charmeert ook met zijn brede glimlach en zwembadblauwe ogen. Bij ons geniet hij nog niet de bekendheid van Franse supersterren als Kylian Mbappé of Victor Wembanyama, maar dat zou over enkele weken wel eens anders kunnen zijn. L’Equipe, de gereputeerde Franse sportkrant, zette vorige zomer al de toon: niet Jonas Vingegaard prijkte op de voorpagina met zijn tweede Tourzege, maar wel Léon Marchand, die net het laatste wereldrecord van Michael Phelps (4’03.84) had verpulverd. Marchand zwom de 400 meter wisselslag in 4’02.50.

Voor Marchand worden het zijn tweede Spelen. Als jonkie van negentien haalde hij in Tokio al de finale van de 400 meter wisselslag, een meer dan beloftevol debuut. De grote doorbraak van de jongen uit Toulouse, geboren aan de oevers van de Garonne, kwam er aan de oevers van een andere rivier, de Donau. Op het WK van 2022 in Boedapest won hij zowel de 400 als de 200 meter wisselslag en pakte hij een derde gouden plak op de 200 meter vlinderslag.

Dat zijn ook de afstanden die hij in Parijs wil zwemmen, met daarnaast nog de 200 meter schoolslag en enkele estafettes. Dat zette de organisatoren trouwens voor onverwachte problemen, want zij hadden de finales van de 200 meter vlinderslag en de 200 meter schoolslag vlak na elkaar geprogrammeerd, met slechts een kwartier ertussen. Nooit hadden ze gedacht dat iemand die twee wedstrijden zou willen combineren. Maar Marchand is niet zomaar iemand. De organisatie zwichtte voor de druk en verschoof de tweede race een beetje. Marchand heeft nu een uur om op adem te komen. Veel is dat nog altijd niet.

Léon Marchand is niet in een ketel met toverdrank gevallen, maar in een bad met chloor.

Zwem-DNA

Van talentvolle kinderen zeggen ze in het land van Asterix al snel dat ze in een ketel met toverdrank gevallen zijn. Bij Marchand was dat een bad met chloor. Zijn beide ouders waren competitiezwemmers. Xavier Marchand nam deel aan de Spelen van 1996 in Atlanta en 2000 in Sydney en werd in 1997 Europees vicekampioen. Céline Bonnet werd meermaals Frans kampioene en zwom op de Spelen van Seoel in 1988 en Barcelona in 1992.

De kleine Léon ging dus ook zwemmen, maar als vierjarige beleefde hij daar weinig plezier aan. Er is geen maillot dat het schriele mannetje past en hij bibbert van de kou. Al snel stapt hij uit het water en op de tatami, wat later zelfs op het rugbyveld, maar echt plezier geeft het hem allemaal niet. Rond zijn tiende verjaardag waagt hij nog eens een poging in het zwembad en stilaan blijkt zijn talent. Bijna automatisch gaat hij meer trainen en meer winnen.

Het zijn nochtans niet zijn ouders die hem daartoe aansporen. Zij weten hoe hard de zwemsport is. Bovendien, zo zei vader Xavier ooit in een interview, zagen ze Léon allemaal als ‘de kleine Marchand’. Hij werd altijd met zijn vader vergeleken en dat wilden zijn ouders hem besparen. Op dat moment staat hij ook nog altijd in de schaduw van zijn vader, letterlijk bijna. Hij is niet erg groot voor een zwemmer (nu nog altijd maar 1m87, tegenover de 1m93 van Phelps) en zeker niet breed. Dat laatste verandert wel door vele uren krachtraining. En van zijn vader steekt hij al van kleins af een voorbeeldige techniek op, die hem vooral van pas komt bij het onderwaterzwemmen. De hobby wordt gaandeweg een professionele bezigheid.

Astrofysica

Na zijn eerste successen en zijn deelname aan de Spelen van Tokio vindt Léon Marchand in Frankrijk geen rust meer. altijd staat er wel iemand klaar om een foto van hem te nemen. Hij gaat in de Verenigde Staten informatica studeren, aan de Arizona State University in Phoenix. Daar krijgt hij de beste trainer die hij zich kan dromen, Bob Bowman, die ook Michael Phelps naar de top coachte.

Phoenix is het paradijs voor Marchand. Hij woont er vlak naast het zwembad, kan trainen in openlucht en is er een student onder de studenten, geen vedette maar een van de vele topsporters aan de universiteit. Het regime is nochtans zwaar. Hij staat op om 5 uur, duikt om 6 uur in het water voor een eerste training, gaat om 10 uur naar de les om tegen 14 uur terug te keren naar het zwembad. Nadien wachten nog de studieboeken. Om 21 uur gaat het licht uit. En dat zes dagen per week. Gelukkig, zegt hij, deelt hij zijn studentenflatje met twee andere zwemmers.

In zijn schaarse vrije tijd mixt hij graag muziek of leest hij boeken over astrofysica – een studiehoofd is hij altijd wel geweest. Later, na zijn zwemcarrière, zou hij graag een job uitoefenen waarin hij informatica met sterrenkunde of ruimtevaart kan combineren.

© Zabulon Laurent/ABACA

Onderwaterfase

In het diepst van zijn gedachten mag Léon Marchand dan een ruimtevaarder zijn, in het zwembad is hij eerder een onderzeeër. De specialisten kunnen namelijk heel goed verklaren waarom Marchand ondanks zijn middelmatige gestalte toch een wereldtopper is. De verklaring luidt: zijn onderwaterfase. Daarin beweegt de zwemmer zich voort door zijn beenkracht en zijn lendenslagen, als een vis die zijn vin heen er weer beweegt. En net zoals een vis zich vlotter onder water voortbeweegt dan aan de oppervlakte, is dat ook met een zwemmer het geval. Alleen kost het veel kracht, je longen gaan branden, het melkzuur hoopt zich op en je kunt verstikkingsverschijnselen krijgen.

Bij een 400 meter zijn er acht onderwaterfases: na de start en na elk keerpunt, om de vijftig meter dus. Telkens mag de zwemmer maximaal 15 meter onder water blijven. In theorie is het dus toegestaan om in totaal 120 meter onder water te zwemmen, dat is meer dan een kwart van de afstand.

Bij zijn wereldrecordrace op het WK zwemmen in Fukuoka vorig jaar slaagde Marchand erin om in totaal zo’n 100 meter onder water te zwemmen, dat was twintig procent meer dan zijn concurrenten. Hij won op die manier twee seconden op de rest van het pak. Ter vergelijking: Michael Phelps zwom tijdens zijn recordrace op de Olympische Spelen van Peking in 2008 ‘slechts’ 77 meter onder water. Zelfs na het laatste keerpunt perste Marchand er met een ultieme krachtinspanning nog 14 subaquatic meters uit. Een huzarenstukje. Zijn benen en longen moeten op ontploffen gestaan hebben, maar hij gaf zo de anderen het nakijken. Om het met een boutade te zeggen: Marchand zwemt het best wanneer hij niet hoeft te zwemmen.

Na zijn wereldrecord kreeg Marchand trouwens zijn gouden medaille uitgereikt door de beste zwemmer aller tijden, Michael Phelps himself.

Om het met een boutade te zeggen: Léon Marchand zwemt het best wanneer hij niet hoeft te zwemmen.

Onder de limiettijd

Kan het in Parijs dan nog misgaan? Jazeker. Enkele weken voor de start van de Spelen leek de jonge Fransman nog niet in optima forma te verkeren. Ook al is hij meervoudig wereldkampioen en wereldrecordhouder, volgens het reglement van het Franse olympische comité moest hij zich nog kwalificeren via de nationale kampioenschappen die halverwege juni op het programma stonden in Chartres. Marchand won weliswaar de 400 meter wisselslag, zijn geliefkoosde afstand, maar met zijn tijd van 4’10.62 bleef hij niet alleen ruim boven zijn eigen wereldrecord – wat uiteraard wel logisch is – maar dook hij niet eens zo heel ver onder de limiettijd van 4’12.50 die de Franse zwemfederatie had vooropgesteld.

Dat zijn grote concurrent voor Parijs, de Amerikaan Carson Foster, net twee dagen voordien de beste jaarprestatie had neergezet (4’07.64) zal ook wel wat geprikt hebben. Al nuanceerde Nicolas Castel, Marchands Franse coach, dat allemaal wel in Le Figaro: ‘Het is een kwestie van ritme. En hij miste ook een beetje de energie die er wel altijd is bij de echt grote uitdagingen. Het komt wel in orde.’

Heel Frankrijk hoopt het met hem.

Partner Content