‘Wat zou het leven zijn zonder uitdagingen?’
Terwijl kampioen KRC Genk in een moeilijk seizoen moet knokken om in play-off 1 te geraken, denkt Peter Croonen als voorzitter van de Pro League ook na over de toekomst van het Belgische voetbal.
KRC Genk gonst van bedrijvigheid na een drukke wintermercato, maar ondanks de hectiek is de ontvangst hartelijk en kijkt voorzitter Peter Croonen op een megadrukke dag geen enkele keer op zijn uurwerk.
Twee en een half jaar geleden nam hij plaats in de Genkse voorzittersstoel, een dik half jaar geleden werd hij voorzitter van de profliga op een moment dat het Belgische voetbal murw geslagen leek door het schandaal van Propere Handen.
Het maakt dat Croonen niet alleen zijn club op koers moet houden, maar zich ook moet bezinnen over hoe het product Belgisch profvoetbal beter in de markt kan gezet worden, al dan niet via een BeNeLiga.
Laten we met uw club beginnen. Waar staat u in uw planning na iets meer dan twee en een half jaar voorzitterschap?
Peter Croonen: ‘Bij mijn aantreden waren er op profniveau twee sportieve uitdagingen: een manier zoeken om onze belangrijkste spelers te houden, en versterking halen op de plaatsen waar dat nodig was. Zo smeedden we een geheel dat klaar was om mee te dingen naar de titel. De verdienste van Philippe Clement, maar ook van Dimitri de Condé, die toch de architect was van die selectie, samen met Dirk Schoofs, hoofd scouting. We wisten dat een club als KRC Genk meteen daarna opnieuw moet beginnen aan een nieuwe cyclus, omdat een aantal sterkhouders vertrekken. Sommigen gepland, zoals Leandro Trossard. Bij Malinovski was dat niet gepland en dus een ontgoocheling. Roeslan was een heel belangrijke speler bij ons. Hij kon op de zes spelen, maar ook op de acht en de tien. Het vertrek van Philippe kwam voor ons een jaar te vroeg, al blijf ik hem een toptrainer én een topmens vinden.’
Felice Mazzu durfde net iets te weinig zelf de lat te leggen, uit respect voor wat hier gepresteerd was.’ Peter Croonen
Waarom vond u dat hij een jaar te vroeg vertrok?
Croonen: ‘Continuïteit op sportief niveau behouden is moeilijk met ons werkmodel. Als een goeie trainer die daar perfect bij past al na anderhalf jaar weggaat, helpt dat niet. Als mens heb ik daar vrede mee, als voorzitter van KRC Genk vond ik dat een ontgoocheling, al kon ik dat rationeel plaatsen. Want Philippe heeft alle kwaliteiten om het ook in het buitenland te maken. Hij is een trainer die ik niet zo heel lang meer in de Belgische competitie zie blijven omdat hij zo goed is. Vandaag hebben we met Hannes Wolf weer een coach met de kwaliteiten die een club als KRC Genk, met veel jonge talenten, nodig heeft. Genk stoelt op jongens uit de eigen academie, jonge buitenlandse talenten en meer ervaren spelers die moeten zorgen voor kwaliteit op korte termijn, zoals Danny Vukovic, Patrik Hrosovsky en Paul Onuachu.
‘Wat zo’n groep nodig heeft, is een trainer die niet alleen wil winnen maar die ook het beter maken van spelers in zijn DNA heeft. Veel coaches zijn vooral bezig met het resultaat op korte termijn. Wij zoeken mensen die zich willen inschrijven in het DNA van onze club. Clement probeerde niet alleen de hele kern, maar ook de hele club beter te maken. We lieten afgelopen zomer een aantal spelers gaan, maar sloegen ook veel aanbiedingen af, om goed te presteren in Europa en voeling te houden met de Belgische top. De behaalde resultaten waren tot nu toe niet evenredig met de kwaliteit die we in huis hebben.’
De mayonaise met Mazzu
Is het echt zo moeilijk om de geschikte trainer voor zo’n project te vinden?
Croonen: ‘Dat is een van de moeilijkste dingen die er is, om bijvoorbeeld in de gesprekken vooraf 100 procent zeker te weten of de match tussen beide partijen wel goed is. We moeten ook intensiever werken aan het in kaart brengen van potentiële coaches.’
U bent nog geen drie jaar voorzitter en Wolf is al uw vierde coach.
Croonen: ‘Daarom moeten we op dat vlak niet te hoog van de toren blazen. Het blijft een van onze werkpunten.’
Waarom is het met Felice Mazzu niet gelukt?
Croonen: ‘Ik denk dat Felice net iets te veel respect getoond heeft voor de club. Hij gaf in veel aspecten aan: dat was goed vorig jaar, laat ons dat niet veranderen. Op die manier druk je te weinig je eigen stempel.’
Moet dat dan?
Croonen: ‘Hier zijn allemaal zeer getalenteerde spelers die zich constant afvragen: zit ik bij Genk nog op mijn plaats? Ga ik hier nog genoeg vooruitgang maken in de planning van mijn carrière? Zo’n groep moet constant voelen dat er een nieuwe lat is waar ze over moeten. De meeste jongens in onze kern zijn spelers die op een dag in een grotere competitie gaan spelen. Die hebben een coach nodig die hen het gevoel geef dat ze hier nog elke dag bij kunnen leren. Ik vind Felice nog altijd een topmens en een topcoach, maar de mayonaise pakte niet meer op een manier die ons deed geloven dat het vrij snel zou keren.’
Was hij te tevreden dat hij hier al trainer mocht zijn?
Croonen: ‘Hij durfde net iets te weinig zelf de lat te leggen, uit respect voor wat hier gepresteerd was. Dat is mooi, maar voetbal is topsport, en in topsport is stilstaan achteruit gaan. Aan de top blijven vereist dat je constant opnieuw je grenzen probeert te verleggen. Dat is hier niet gelukt.’
Jullie waren wél erg overtuigd van hem.
Croonen: ‘Wij waren enorm onder de indruk van zijn werk bij Charleroi, een ploeg die als een blok over het veld bewoog, offensief en defensief, maar dat zagen we bij ons onvoldoende terug. Onze linies lagen geregeld wijd open.’
Waarom bent u wel zo overtuigd van Hannes Wolf?
Croonen: ‘Wat ik zie, is een tactisch zeer onderlegde coach die de Duitse duidelijkheid combineert met warme menselijkheid. Op alle domeinen waarop een coach vandaag goed moet zijn, in een job waarin je vroeger misschien minder compleet moest zijn, beschikt Hannes over veel kwaliteiten. Wat ik zie en hoor van spelers, is: deze trainer maakt ons beter.’
Hebben jullie door de tegenvallende resultaten de ambities verlegd?
Croonen: ‘De ambitie blijft play-off 1. Er zijn veel spelers in de kern die al lang op de deur kloppen, en jongeren die we graag willen laten doorstromen komende zomer naar het A-team. Uit respect voor die jongens hebben we op het einde van de wintermercato niemand meer gehaald.
‘Onze uitdaging op de lange termijn blijft om ons budget te laten stijgen. In het voetbal is er op lange termijn altijd een samenhang tussen je sportieve budget en je prestaties.’
Dan worden jullie elk jaar vijfde of zesde.
Croonen: ‘Onze ambitie ligt hoger, maar om die te kunnen invullen moet dat budget omhoog. Ons eigen vermogen is heel sterk, dat geeft ons mogelijkheden om in spelers te investeren en ze langer hier te houden. Dat iemand van het niveau van Sander Berge hier drie jaar geweest is, is een grote stap vooruit voor ons. Milinkovic-Savic was hier zes maanden, Ndidi amper één jaar. Toen waren we financieel niet in de mogelijkheid om die aanbiedingen te weigeren, nu kunnen we met onze financiële mogelijkheden zelf veel meer de timing bepalen.
‘Uiteindelijk bepaalt je inkomstenbudget hoe groot je slagkracht is. Dus is de uitdaging dat budget te verhogen. Eens een aantal jaar na elkaar aan de top meedraaien zou de grootste trekker zijn. Een van de grote verdiensten van de play-off-formule is dat we hier een bredere top kregen, terwijl dat in Nederland nog altijd Ajax en PSV zijn. Zelfs Feyenoord volgt op afstand van die twee clubs. Met een play-offsysteem krijg je meer clubs die zich structureel in het debat kunnen mengen. De laatste vijftien jaar zijn we een G5-club. Knap voor een stad van 67.000 inwoners.’
Betere communicatie
Met hoeveel wil u het budget omhoog zien gaan?
Croonen: ‘Dat hangt ook af van de financiële mogelijkheden van de anderen. Club, Anderlecht en Gent steken er qua budget bovenuit, dan heb je Standard, Antwerp en Genk. Onze ambitie is naar het niveau van Gent te evolueren. Sinds ik voorzitter ben, is ons commercieel budget toch al met 20 procent gestegen. Geografie bepaalt heel veel, bijvoorbeeld dat Antwerp vroeg of laat een topclub zal zijn, maar de manier van werken kan je toelaten meer te halen dan je louter op basis van je geografische positie zou verwachten.
‘Constanter worden is onze grote uitdaging. Pieken hebben we altijd al gehad. Vier keer kampioen en vier keer de beker in de laatste 21 jaar, dat is evenveel als Club Brugge. Daarnaast moeten we ons potentieel in Limburg nog beter benutten, maar ook buiten de eigen regio kijken. Dat zijn uitdagingen. Wat zou het leven zijn zonder uitdagingen?’
U houdt wel van een uitdaging.
Croonen: ‘Absoluut.’
In die zin is dit een leerrijk seizoen.
Croonen: ‘Als het goed gaat, moet je geen halleluja roepen, maar als het minder gaat, zit je niet in de hel. Ik ben nu niet depressief. We kunnen heel veel leren uit dit seizoen.’
Bijvoorbeeld?
Croonen: ‘We weten nu nog beter welke kwaliteiten we zoeken in een trainer, waaraan we wel en geen geld willen uitgeven, hoe de doorstroming vanuit onze jeugdacademie nog beter kan, omdat we nog meer overtuigd zijn dat dat het enige juiste langetermijnmodel is voor ons en de meeste Belgische profclubs. Ook het belang van communicatie neemt enkel toe. Een voorbeeld? We communiceerden dat we duurzaam aan de top mee willen spelen. Dat is nog niet gelukt. Daar mogen onze supporters best wat uitleg bij krijgen. Waarom vervangen we bijvoorbeeld Samatta en Berge niet? Omdat we al proactief inkomende transfers gedaan hebben en kansen willen geven aan de jongens die hier zijn.’
Zijn dat makkelijke discussies, met een vzw-structuur die stilaan uniek is in het Belgische profvoetbal, met meerdere ‘decision makers’ rond de tafel?
Croonen: ‘Een model kan voor of tegen je werken. Bij ons is het eerste het geval. Op voorwaarde dat je overleg in processen inbouwt, waarna een beperkt aantal mensen maximale ruimte krijgen om dat uit te voeren: in de eerste plaats Dimitri, CEO Erik Gerits en financieel directeur Filip Aerden. Ik heb in het bedrijfsleven geleerd dat je over sommige zaken beter met vier in plaats van met twee nadenkt, op voorwaarde dat je niet met te veel mensen beslist. Ik ben een ondernemer die heel erg gelooft in mensen én in processen. Veel ondernemers vertrouwen puur op hun buikgevoel. Ik niet.
Charleroi-Heerenveen zal nog altijd meer mensen aanspreken dan veel wedstrijden in de Belgische en Nederlandse competitie vandaag.’ Peter Croonen
‘Kortom, ik zou KRC Genk als voorzitter niet anders leiden als het een nv was geweest in plaats van een vzw. Wij zijn vandaag een vzw omdat de club een enorme rol speelt in en verankering heeft met de regio. De kans dat hier morgen een sjeik komt, is nihil, omdat dat niet nodig is. Ons eigen vermogen is top in België. Wij hebben geen gebrek aan kapitaal. Alleen ons inkomstenbudget is wel nog een uitdaging.’
BeNeLiga
Kan KRC Genk nog groeien in België, of heeft het een BeNeLiga nodig?
Croonen: ‘De conclusie van de eerste studiefase omtrent de BeNeLiga was dat de opgetelde competities sportief en financieel altijd meer zijn dan twee. Daarna kwam de vraag of dat voor de betrokken clubs die BeNeLiga spelen én zij die dat niet spelen ook een goeie zaak is. Misschien wel verrassend is dat ook dat antwoord positief is. Vierentwintig profclubs is voor België te veel. De vraag is: hoe los je dat op? Ik vind een competitie met twintig sportief een probleem, zelfs los van de vraag welke vier clubs ‘opgeofferd’ moeten worden. Met een BeNeLiga schuif je acht ploegen door en hou je 16 ploegen over op Belgisch niveau. Voor de acht ploegen die doorschuiven is de BeNeLiga beter, voor de acht teams uit 1B ook. Voor de acht overige clubs uit 1A ook, op voorwaarde dat je een goed liftsysteem instelt tussen de BeNeLiga en de nationale liga: één directe daler per land en één die play-offs speelt. Dat maakt twee potentiële dalers en stijgers per land per jaar, zodat je een heel open competitie krijgt. Misschien leidt dat tot een paar fusies, zoals de onze. Hadden Waterschei en Winterslag vandaag nog bestaan, dan hadden die nooit meer in eerste klasse gespeeld.’
Is KRC Genk voorstander van een BeNeLiga?
Croonen: ‘De kans dat wij zouden kunnen zakken, is reëel. De kans dat wij geen Europees spelen ook. Een van de sleutelvragen is: hoeveel van de huidige tien Europese tickets houden we over in die nieuwe structuur? Nog veel vragen moeten beantwoord worden voor wij, en samen met ons de meeste clubs, een antwoord kunnen geven op de uiteindelijke vraag: willen we die BeNeLiga?’
Verslikt u zich in uw koffie als u leest dat Mehdi Bayat, niet de eerste de beste in het Belgische voetbal, niets ziet in die BeNeLiga?
Croonen: ‘Ik vind het normaal dat er meerdere meningen zijn. Wat we willen vermijden, is dat het debat ten gronde te vroeg gevoerd wordt bij gebrek aan concrete informatie. Nu is het een heel emotionele discussie. Het laatste wat we moeten doen is om emotionele redenen het debat niet voeren om over tien jaar vast te stellen dat we vandaag een grote kans hebben gemist. Tien jaar geleden sloten we budgettair veel dichter bij de vijf grote Europese liga’s aan. Toen waren we een relevante competitie die slecht presteerde. Nu zijn we een kleine competitie die goed presteert. Het is knap dat wij op dit moment voor Nederland staan qua Europese coëfficiënt. Ik ben ervan overtuigd dat onze play-offs zorgen voor een bredere top en daardoor een verklarende factor zijn voor dat succes. Als je niet uitgedaagd wordt in je eigen liga, betaal je daar vroeg of laat ook Europees de sportieve prijs voor.’
De bedoeling is de financiële kloof met de vijf grote liga’s te verkleinen.
Croonen: ‘Het economisch potentieel van een BeNeLiga is groot genoeg om de zesde liga in Europa te worden. Nu zijn wij nummer acht en is Nederland nummer elf. Gaan we niet samen, is de kans groter dat we voorbijgestoken worden dan dat we nog stijgen. De kwaliteit van een liga wordt bepaald door het aantal topclubs. Hoe meer topmatchen, hoe meer sportieve spanning, inkomsten en mediagelden. Een markt van 28 miljoen mensen biedt meer mogelijkheden dan één van 17 en één van 11 miljoen.’
Dus vindt u het kortzichtig als men roept dat niemand zit te wachten op pakweg Charleroi-Heerenveen?
Croonen: ‘Charleroi-Heerenveen zal nog altijd meer mensen aanspreken dan veel wedstrijden in de Belgische en Nederlandse competitie vandaag.’
Propere Handen
Luistert u vooral in dit debat, of stuurt u mee?
Croonen: ‘Vandaag ben ik voorzitter van een van de G5-clubs in België. Ik heb alle profclubs laten weten dat de beslissing niet zal genomen worden door de Belgische G5 of door de Nederlandse G6, maar door alle clubs samen. Op dit moment wil ik niemand overtuigen, alleen ervoor zorgen dat de oefening kan gemaakt worden. Wij zijn als club onderdeel van een ecosysteem. Als elke club altijd alleen maar aan zijn eigen belang denkt, verandert er nooit iets. Ik ben overtuigd dat de BeNeLiga voor het hele ecosysteem beter is, en voor KRC Genk beter kan zijn. ‘
Moet u Nederland overtuigen om samen te gaan met een competitie die nog moet omgaan met de naweeën van een dossier als Propere Handen? Hebt u daar als nieuwe voorzitter al iets in beweging gekregen?
Croonen: ‘Het zijn belangrijke tijden voor de Belgische profliga, met de discussie over de BeNeLiga, het mediacontract, de verdeelsleutels, het fiscaal systeem, … Ik probeer mijn rol zo goed mogelijk te spelen en ik ben niet ontevreden over de stappen die we aan het zetten zijn. Op 17 december kreeg ik het mandaat van onze algemene vergadering om operatie Propere Handen te zien als het moment dat we aangrijpen om de toekomst van het Belgische profvoetbal te hertekenen.’
Wat wil dat zeggen?
Croonen: ‘Dat er heel wat veranderingen op stapel staan. Er is overleg met de overheid en de KBVB daaromtrent. Wij willen aan overheid en buitenwereld duidelijk het signaal geven dat we in de toekomst een duurzaam en transparant ecosysteem willen zijn waarbij de controles en sancties zullen versterkt zijn. Die veranderingen zijn misschien nog niet te zien, maar ze gaan gebeuren en het gaat zichtbaar worden. Mijn ambitie is dat we over vijf jaar besluiten dat uit die donkere periode de juiste conclusies getrokken zijn.’
‘Bij Salzburg komt de druk om te transfereren van binnenuit’
Peter Croonen: ‘Ik heb naast het sportieve op het veld twee dingen geleerd uit onze Champions Leaguecampagne. Bij Salzburg komt de druk om uitgaand te transfereren van binnenuit, en minder van buiten zoals nog te veel bij ons. Daar is het de club die een transfer faciliteert omdat ze op die positie nog één of twee spelers klaar hebben staan. Die gaan niemand nieuw halen als ze iemand laten gaan, omdat je anders degenen die klaar staan de moed ontneemt. Ook Erling Haaland heeft daar de eerste maanden niet veel gespeeld. Wij moeten als club ook zorgen dat er interne druk komt om de toppers te verkopen omdat er nieuwe toppers klaar staan.
‘Bij Liverpool leerde ik hoe zij op een authentieke manier de voetbalbeleving differentiëren naar elk budget. Bij wijze van spreken worden de rijkste mensen ter wereld voor één match ingevlogen, omdat ze toch die authentieke voetbalsfeer willen beleven, samen met de gewone fans. Hoe Liverpool commercieel differentieert zonder dat dat de voetbalziel aantast, vond ik inspirerend.’