Waarom topsporters steeds vaker een beroep doen op een psycholoog: ‘Ze slaan weleens tilt’

Union-speler Ismael Kandouss tijdens een match tegen Sint-Truiden (2/4/23). © Getty

Tien jaar geleden was het nog taboe. Maar vandaag worden mental coaches en sportpsychologen steeds vaker opgenomen in de sportieve staf van topatleten. 

Afgelopen weekend kon Union Sint-Gillis voor het eerst sinds 1964 de drie punten mee naar huis pakken in het Brugse Jan Breydelstadion. Volgens De Standaard was dat te danken aan een ‘prikkelend groepsgesprek’ na de mentale tik voor Union door de 0-2 thuisnederlaag tegen Royal Antwerp FC. Maar hebben die mentale hersenspinsels nu echt een impact op de sportieve prestaties van atleten? En moeten alle topsporters vanaf nu dan naar de psycholoog?

Pakweg twintig jaar geleden was een mental coach of een sportpsycholoog in de staf geen optie voor menige trainer. Vandaag zien we ze steeds vaker terugkomen bij topsporters, en die praten er er ook openlijk over. 

De Rode Duivels, de Red Lions, de Belgian Tornados, de broers Borlée, de wielerploeg van Soudal Quick-Step… Al die topteams werkten al samen met sportpsycholoog Jef Brouwers. Hij won in 2013 de prijs ‘Psycholoog van het Jaar’ voor zijn pionierswerk rond begeleiding van atleten. Psychologie wordt, volgens Brouwers, dan ook steeds belangrijker in het hedendaagse topsportersmilieu. 

Wordt er vandaag meer met sportpsychologen gewerkt dan vroeger? 

Jef Brouwers: Ja. Het wordt ook steeds noodzakelijker. Topsport is bijzonder veeleisend. De verwachtingen en de druk zijn groot. Daardoor slaan topsporters weleens tilt. En dus hebben ze psychologen nodig, om zichzelf te leren managen.

Topsporters met een groot potentieel bezwijken vaak onder de competitiviteit in hun omgeving. Een psycholoog moet een atleet helpen om zijn sterke punten, het potentieel, om te zetten in resultaten. Want het blijft natuurlijk een business – atleten moeten renderen.

Bij individuele sporten wordt al vaker met een sportpsycholoog gewerkt. Jammer genoeg is dat in het voetbal niet zo. Voetballers hebben meer tijd nodig om sportpsychologen te accepteren. Ik merk er nog vaak de ‘ik ben toch niet zot’-mentaliteit.

Jef Brouwers, sportpsycholoog en actief in de sportwereld sedert 1983. © Begla

Hoe helpt u sporters concreet om beter te presteren? 

Brouwers: Het is niet mijn om bedoeling hen te helpen, ik wil ze niet afhankelijk maken. Sporters die bij mij komen hebben het vaak moeilijk met voorspellingen over hun toekomst of met druk van buitenaf. Ik probeer atleten zichzelf dan beter te leren kennen, zodat ze zelfstandig aan de slag kunnen om hun innerlijke motivatie op te wekken.

Het is niet zo dat die mensen niet functioneren. Ze moeten zichzelf gewoon beter leren kennen, zodat ze kunnen presteren zoals zij dat willen.

Een sportpsycholoog heeft dus eerder een indirecte invloed op sportieve prestaties? 

Brouwers: Ja, de psychologische impact is altijd onrechtstreeks. De atleet heeft maar één baas: zijn eigen hersenen. Maar die werken traag, daarom hebben mensen het vaak moeilijk met gedwongen veranderingen, zoals transfers in het voetbal.

Wij winnen ook geen kampioenschappen, dat moeten de spelers zelf doen. Maar als ze goed begeleid worden, kunnen ze hun volle potentieel optimaal benutten. Studies tonen aan dat gesprekken met sportpsychologen 17 procent bijdragen aan het succes van atleten. 

Doet een sportpsycholoog hetzelfde als een mental coach

Brouwers: Nee, helemaal niet. Psychologen zijn er wanneer het gaat over het welzijn van een atleet. Wij kijken naar de emotionele intelligentie van de atleten, wat volgens mij nog te weinig als succesfactor wordt gezien. Een sportpsycholoog ondersteunt de trainer in zijn emotionele band met zijn team.

Een mental coach, dat is voor mij vaak de trainer zelf, die kan zijn atleten motiveren. Karel Geraerts van Union Sint-Gillis heeft vorige week bewezen dat hij een mental coach kan zijn. Hij zag dat er tegen Antwerp geen ploeg op het veld stond en dan kan een groepsgesprek wonderen doen. Door iedereen zijn zegje te laten doen, krijgen spelers weer de motivatie om voor de ploeg door het vuur te gaan. Zo ontstaat er opnieuw cohesie in een groep.

De voornaamste kritiek op sportpsychologen is dat zij helemaal geen affiniteit hebben met de sport. Klopt dat?

Brouwers: Je moet als sportpsycholoog natuurlijk wel de uitdagingen van de sport kennen, maar niet meer dan dat. Een psycholoog moet zorgen dat het klikt met de atleet. Je geeft de topsporter het gevoel dat het om hem of haar draait. Dan heeft het ook niet veel zin om in te gaan op de technische aspecten van de sport. De atleet staat centraal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content