Waarom Tom Pidcock in het veldrijden nog niet helemaal bij de ‘Grote Drie’ hoort
De zogenaamde ‘Grote Drie’ van de cyclocross worden ze genoemd, Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock. Hoewel, op basis van hun onderlinge duels kun je die term (nog) niet gebruiken.
Na de succesvolle entree van Mathieu van der Poel en Tom Pidcock in het veld, met respectievelijk winst voor de Nederlander in Herentals (afgelopen zaterdag) en voor de Brit in Namen (afgelopen zondag), staat zaterdag in Antwerpen de eerste clash tussen beiden én Wout van Aert op het programma.
Samen vormen ze de ‘Grote Drie’ van de cyclocross. Die term dook in 2021 voor het eerst op in de aanloop naar de start van hun crossseizoen. Pidcock was in de voorafgaande zomer olympisch kampioen mountainbike geworden, en had in het voorjaar op de weg ook de Brabantse Pijl gewonnen, door Wout van Aert te kloppen. Toen de renner van INEOS Grenadiers eind januari 2022 in Fayetteville ook zijn eerste wereldtitel bij de profs veroverde, weliswaar zonder Van Aert en Van der Poel aan de start, en in de Tour de France van 2022 de rit op Alpe d’Huez won, kreeg de ‘Grote Drie’-benaming nog meer weerklank.
Toch kun je in het veld nog altijd niet spreken van een échte driestrijd. Niet als dat impliceert dat élk van de drie de andere twee al een of meerdere keren heeft verslagen. Zoals dat wel het geval is in de jarenlange tweestrijd tussen Van der Poel en Van Aert. De eerste keer dat zij als eerste en tweede eindigden dateert dan ook al van november 2011, in de juniorencross van Hamme-Zogge.
De vijf jaar jongere Tom Pidcock nam het pas veel later op tegen de ‘Grote Twee’. De eerste keer als achttienjarige belofte, in oktober 2017 in Kruibeke. Mathieu van der Poel won er voor Van Aert. Pidcock eindigde als negende. Het bleef dat seizoen bij die ene keer.
In de vijf daaropvolgende veldritcampagnes (2018-2019, 2019-2020, 2020-2021, 2021-2022 en 2022-2023) stonden de Brit, de Belg en de Nederlander samen nog 26 maal op het startblad, maar geen enkele keer kon Pidcock Van Aert én Van der Poel kloppen. Hij is natuurlijk ook jonger dan de twee andere renners.
Alleen in december 2020 in Namen (het klimparcours waar de Brit afgelopen zondag won, zonder MvdP en WvA) leek Pidcock de twee te kunnen verslaan, maar in de laatste twee ronden moest hij zijn voorsprong prijsgeven. Nadien nestelde hij zich slechts één keer tussen hen op het podium: vorig seizoen in Diegem, toen hij 6 seconden na Van Aert als tweede finishte, en Van der Poel een kleine halve minuut later als derde eindigde.
27-0
En waren ondertussen 27 crossen met de ‘Grote Drie’ aan de start en telkens trok Van Aert (8 keer) of Van der Poel (18 keer) aan het langste eind – een keer won geen van beiden, noch Pidcock, in Lokeren 2018, toen Van Aert een lekke band had, en Van der Poel letterlijk uitviel.
Zelfs als je een van hen weglaat en het beperkt tot een tweestrijd tussen de Brit en de Belg of de Nederlander is het rapport van Pidcock heel mager: op 38 crossen was hij driemaal sneller dan Van Aert, en in de 54 veldritten tegen Van der Poel vijfmaal.
Pidcock ging Van Aert alleen vooraf in januari 2020 toen de Herentalsenaar nog ver van zijn topniveau zat, door de lange revalidatie na zijn zware val in de Tour van 2019: zevende vs. achtste in Hoogerheide, en tweede vs. vierde op het WK in Dübendorf. Daar won telkens… Mathieu van der Poel. De Brit klopte Van Aert daarna alleen in januari 2022 in Hulst, maar WvA verloor toen veel tijd door kettingproblemen.
Ook in de vijf crossen waarin Pidcock een beter resultaat neerzette dan Van der Poel was hij slechts tweemaal écht de betere: zoals eerder aangehaald in Diegem vorig jaar (tweede vs. derde, toen Van Aert won) én vooral in Gavere op 13 december 2020 (eerste vs. tweede). Niet toevallig op het zware klimparcours van het militaire domein waar de renner uit Leeds ook zijn eerste klassementscross won.
In de drie andere veldritten waarin Pidcock een beter resultaat neerzette, gaf Van der Poel twee keer op (Lokeren 2018 en Heusden-Zolder 2021) en verloor hij veel tijd na een val (Boom 2022).
Eerste keer in Gavere?
Conclusie: Pidcock zette op de weg al straffe prestaties neer en werd in het mountainbiken al olympisch én wereldkampioen. Maar in het veldrijden moet hij nog altijd bewijzen dat hij écht tot de ‘Grote Drie’ behoort. En dus niet alleen ‘the best of the rest’ is, zoals afgelopen zondag in Namen.
Zaterdag, in de Wereldbekermanche in Antwerpen, krijgt hij een eerste van (voorlopig) vier kansen tijdens dit veldritseizoen, naast Gavere, Hulst en Koksijde. Vooral naar de cross in Gavere, op tweede kerstdag, is het uitkijken. Wat hem drie jaar geleden al lukte, door Van der Poel op het zware parcours rond het kasteel Grenier te kloppen, kan misschien nu opnieuw, ook met Van Aert erbij.
Of blijft Van der Poel onaantastbaar? Gezien de dominantie waarmee hij zaterdag won in Herentals is die kans ook reëel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier