Jonas Creteur
Waarom Bart Swings eindelijk de titel van Sportman van het Jaar verdient
Zondag worden tijdens het jaarlijkse Sportgala de Belgische Sportman, Sportvrouw, Ploeg, Belofte, Coach en Paralympiër van het Jaar bekend gemaakt. Wij stemden bij de mannen op Bart Swings. En wel hierom.
Wat hebben Ann Wauters, Kim Gevaert, Emma Plasschaert, Gaston Roelants, Miel Puttemans, Karel Lismont, Johan Museeuw, Filip Meirhaeghe, Harry van Barneveld, Dirk Van Tichelt, Pieter Timmers, Matthias Casse, Bashir Abdi, of alle spelers van de Red Lions gemeen? Het zijn stuk voor stuk grote namen in de Belgische sportgeschiedenis die individueel of per ploeg de wereldtop behaalden, inclusief medailles en titels op EK’s, WK’s of Olympische Spelen.
Toch won geen van hen ooit de titel van Sportman/Sportvrouw van het Jaar (sinds respectievelijk 1967 en 1975). Ze presteerden immers in een tijdperk van nog dominantere sporters, die meerdere trofeeën verzamelden en bovengenoemde namen zelfs na het strafste jaar van hun carrière van een bekroning met de belangrijkste Belgische (algemene) sportprijs hielden.
Roelants, Puttemans en Lismont bosten zo telkens op Eddy Merckx. Wauters en Gevaert op Justine Henin of Kim Clijsters. Plasschaert op Thiam of Derwael. Van Tichelt, Timmers, Casse, Abdi op Greg van Avermaet, Wout van Aert of Remco Evenepoel.
Die laatsten zijn niet toevallig, zoals Merckx, wielrenners, die door de populariteit van de sport vaak een streepje voor hebben bij de stemming (veertig procent van de 57 uitgereikte titels ging naar een wielrenner). Dat is ook een reden waarom voetballers als Thibaut Courtois, Eden Hazard en Kevin De Bruyne al Sportman van het Jaar werden, maar geen enkele speler van de Red Lions – hoewel zij wél hockeytitels behaalden, met goud op EK, WK én Olympische Spelen, weliswaar in een ‘kleinere’ sport dan voetbal.
Het ontbreken van die grote namen is het nadeel van zo’n sportoverschrijdende verkiezing, steevast een appelen- en perenvergelijking. Bovendien in een tweetalig land waar bij de stemming ook het communautaire aspect een rolletje speelt.
Opnieuw Evenepoel?
Hetzelfde fenomeen zou zich opnieuw voor de verkiezing van het sportjaar 2023 kunnen voordoen: Remco Evenepoel won weliswaar niet de Giro of Vuelta, maar won er wel vijf ritten, en was vooral ook de beste in een monument (Luik-Bastenaken-Luik) en op het WK tijdrijden. In 2019 werd de Vlaams-Brabander al tot Sportman van het Jaar verkozen met een veel minder jaarpalmares (Clásica San Sebastián en EK tijdrijden).
Het mogelijk grootste ‘slachtoffer’: Bart Swings (32). De snelschaatser die begin dit jaar als pas tweede Belg ooit een gouden trilogie heeft neergezet: door na Europees en olympisch kampioen ook wereldkampioen te worden, telkens op de massastart. Alleen zevenkampster Nafi Thiam had hem dat ooit voorgedaan (twee keer zelfs).
De Herentenaar voegde daar bovendien brons aan toe op het EK allround én op de vijf kilometer van het WK, zijn eerste WK-medaille op een individueel nummer. Ook dát is uniek, want geen snelschaatser was er op een mondiaal kampioenschap (sinds het debuut van de massastart op het WK van 2015) al in geslaagd om een medaille te veroveren op de massastart én op een individuele afstand.
En wat velen ook zullen vergeten en onderschatten: Swings behaalde in augustus en september ook vier gouden, een zilveren en een bronzen plak op het WK skeeleren. Niemand die hem had verweten als hij het in de zomer even rustig aan had gedaan. Maar het bloed van het altijd hongerige competitiebeest in de Vlaams-Brabander kruipt waar het niet gaan kan, het hele jaar lang, en zelfs al zijn hele carrière.
114 medailles
Een loopbaan die al veertien jaar geleden, in 2009, zijn eerste medailles opleverde voor de toen 18-jarige Swings: zeven stuks op het EK skeeleren, plus een titel en een zilveren plak op het WK. Vandaag staat zijn teller in die sport op 102 (!) medailles op internationale kampioenschappen, waarvan 32 Europese titels, 19 wereldtitels en 8 gouden medailles op de World Games (de Spelen voor niet-olympische sporten). Ja, skeeleren is een sport, zoals zwemmen, waarin een topper in veel verschillende disciplines kan schitteren, en met hoofdzakelijk Europese en Zuid-Amerikaanse toppers, maar het blijft een indrukwekkend aantal.
Dat vulde Swings vanaf 2013 bovendien aan met successen in zijn tweede grote sportliefde: het snelschaatsen. Waarvoor hij zichzelf moest heruitvinden, want de technieken in het skeeleren en in het snelschaatsen verschillen veel meer dan je zou denken.
Een eerste bronzen medaille op het WK allround in 2013 werd gevolgd door nog elf plakken. Goed voor in totaal 114 topdrieplaatsen op internationale kampioenschappen in Swings’ hele skeeler- en schaatscarrière. Met als uitschieters uiteraard zijn zilver en goud op de Olympische Winterspelen van 2018 en 2022. De enige andere Belgen met twee medailles op de Winter- of Zomerspelen in een individueel nummer, inclusief één olympische titel (na de Tweede Wereldoorlog)? Robert Van De Walle en weer Nafi Thiam, respectievelijk tweevoudig Sportman en viervoudig Sportvrouw van het Jaar.
Geen regiosport
Toch bestaat de kans dat Swings, net als in 2018 (toen Eden Hazard werd verkozen) en in 2022 (toen Remco Evenepoel Sportman van het Jaar was), weer naast een trofee op het Sportgala zal grijpen als de prestaties van Evenepoel of de eerste Belgische wereldtitel snooker van Luca Brecel hoger werd ingeschat door de Belgische sportjournalisten. Mogelijk wordt hij dan zelfs nooit meer verkozen en komt hij in het eerder aangehaalde lijstje met Gaston Roelants en co. terecht. Nochtans als olympisch kampioen, het hoogste wat je als sporter kunt bereiken.
Ja, je kunt de nuance maken dat Swings zijn grootste successen behaalde op de massastart, sinds 2018 nieuw op de Olympische Winterspelen. En dat de medaillewinnaars op de individuele 1500/5000/10.000 meter dat nummer al jaren links laten liggen. Maar als zij op de massastart ‘makkelijk’ een medaille zouden kunnen behalen, zouden ze dat er wel bij nemen.
Dat is níét zo, omdat de inspanning (met veel meer intervals en een explosieve eindsprint) en de tactiek totaal anders is dan op de individuele afstanden. Iets wat Swings perfect onder de knie heeft. En waar ook andere snelschaatsers zich de laatste jaren in gingen specialiseren, met oog op de Spelen. Dat de massastart niet het ‘echte werk’ is, zoals vandaag nog altijd wordt beweerd, houdt totaal geen steek. Het is een ándere discipline dan de individuele nummers, waar Swings dit jaar dus ook brons veroverde.
En niet te vergeten: het startveld is internationaal getint. Op het jongste WK, in een deelnemersveld van 24 mannen, waren er vertegenwoordigers uit negen Europese landen, aangevuld met snelschaatsers uit Canada, de VS, Kazachstan, China, Zuid-Korea, Japan en Nieuw-Zeeland.
Onblusbaar vuur
Voor een goed begrip: dit is geen pleidooi tégen Remco Evenepoel of Luca Brecel. Dit is een pleidooi vóór Bart Swings. Een van de grootste Belgische atleten ooit verdient het om eindelijk verkozen te worden tot Sportman van het Jaar. Als bekroning van een nieuw topjaar, waarin hij op het hoogste toneel de beste was in twéé verschillende disciplines en sporten.
Als bekroning ook voor die in totaal 114 medailles, de vrucht van een onblusbaar vuur dat al veertien jaar brandt. En dat niet meteen zal uitdoven.
PS: Bart Swings heeft intussen zijn studie burgerlijk ingenieur afgewerkt en is bezig met zijn thesis: Hardware efficient embedded training in het kader van artificial intelligence. Weinig olympische en wereldkampioenen die hem ook dát hebben voorgedaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier