Jonas Creteur
‘Zal de inkrimping naar 16 clubs de eerste klasse financieel gezonder maken?’
Er was ooit een tijd, goed tien jaar geleden, dat er schertsende opmerkingen werden gemaakt over Roland Duchâtelet. De Belgische zakenman had al STVV overgenomen, en breidde vervolgens zijn voetbalportefeuille uit met Standard en buitenlandse clubs als FC Carl Zeiss Jena, Charlton Athletic, AD Alcorcón en Ujpest FC. Het leek voor sommigen megalomaan, maar Duchâtelet wilde met dat nieuwe model, geschoeid op Amerikaanse leest, bewijzen dat een eigenaar wel degelijk geld kon verdienen in de voetbalwereld.
Geslaagd of niet, de ondernemer was een van de pioniers van een model dat anno 2023 een brede ingang heeft gevonden in de mondiale voetbalwereld. Van Standard over Olympique Lyonnais tot Manchester City: steeds meer voetbalclubs zijn een onderdeel van een consortium dat eigenaar is van verschillende teams, via een meerderheids- of minderheidsparticipatie. Iets minder dan tweehonderd clubs, verdeeld over ruim zestig holdings, maken vandaag officieel deel uit van zo’n multi-club ownershipmodel (MCO). Een vijfvoud in vergelijking met 2012 en dat aantal zal de komende jaren alleen maar oplopen.
Vijftien van de achttien clubs leden verlies, mede door extra fiscale lasten en nog altijd te hoge salarissen.
Ook het Belgisch voetbal is intussen verweven in die netwerken. Het voorbije seizoen waren negen van de achttien Jupiler Pro Leagueclubs en zes van de acht ‘echte’ clubs uit 1 B – de andere zijn belofteteams – zo’n ster in een melkwegstelsel. De Belgische competitie is aantrekkelijk voor investeerders door een gunstige regelgeving en belastingstelsel. Ze is al vele jaren ‘een beurs op gras’, waar goedkope voetballers van buiten de Europese Unie gekocht en, al dan niet met winst, weer verkocht worden.
Dat leidde ook het afgelopen seizoen tot een groot onevenwicht in de speelminuten voor buitenlanders (59 procent) en voor eigen opgeleide spelers bij elke JPL-club (13 procent). Die cijfers zijn weliswaar beter dan zes jaar geleden (toen ruim 60 procent speelminuten voor buitenlanders, nog geen 10 procent voor eigen jeugdspelers), maar ze blijven weergeven hoezeer de Jupiler en de Challenger Pro League (1B) nog altijd transitluchthavens zijn waar buitenlandse spelers landen en vlug weer opstijgen.
Zeker voor de kleine clubs hebben die buitenlandse overnames als nadeel dat ze hun lokale verankering verliezen en dat fans zich niet meer kunnen identificeren met ‘hun’ clubs. Maar ook het voordeel dat de miljoenenputten, soms deels opgevuld met een lucratieve uitgaande transfer, telkens weer worden gedempt. Zo blijven die clubs overleven en ontsnappen ze elk jaar aan de economische realiteit van de Jupiler Pro League. Daarbij zagen alleen de G6-clubs (Anderlecht, Antwerp FC, Club Brugge, KAA Gent, KRC Genk en Standard) in het seizoen 2021/22 hun omzet met elf procent stijgen (dankzij meer tv-geld en sponsoring). De kleinere clubs zagen hun inkomsten daarentegen met hetzelfde percentage dalen. Verontrustender is dat vijftien van de achttien clubs een (miljoenen)verlies leden, mede door extra fiscale lasten en nog altijd te hoge salarissen. Veel bestuurders blijven, uit sportieve noodzaak, op dat vlak volharden in de budgettaire boosheid.
Haaks op die donkerrode cijfers staat het sportieve succes van de Belgische clubs op het Europese toneel afgelopen seizoen. Dankzij het sterke parcours van Club Brugge, KAA Gent, Union en Anderlecht eindigde België als vijfde op de UEFA-coëfficiëntenranking, de hoogste plaats sinds 2000. Het zal moeten blijken of dat een eenmalige opflakkering was. Zeker op een moment dat veel Belgische clubs op een kruispunt staan wat betreft hun eigendomsstructuur.
Welk gevolg zal de aanstaande verkoop van Club Brugge, al dan niet aan een buitenlands consortium, op de club hebben? Hoe zal Sam Baro, de nieuwe, door de Buffalofans verwelkomde Belgische eigenaar van KAA Gent, de club leiden? Kan Paul Gheysens het succes van Antwerp FC bestendigen, en de club financieel gezond maken? Wordt het na de turbulente jaren eindelijk rustig bij Anderlecht en bij Standard, dat voorlopig als enige G6-club in buitenlandse handen is? En zal, op een breder vlak, de nieuwe afslanking naar zestien clubs de Jupiler Pro League financieel gezonder maken? Ook dat wordt weer een evenwichtsoefening tussen identiteit en economische realiteit.
De Belgische competitiespecial van Knack Sport: dé voetbalbijbel voor elke échte voetbalfan!
Nu te koop voor slechts 9,95€ in de winkel of koop hier online.