Wordt Jeremy Doku de nieuwe generaal bij de Rode Duivels?

Jeremy Doku had nog geen 40 profwedstrijden in de benen toen hij international werd. © getty

Door zijn transfer naar Manchester City nam de carrière van Jeremy Doku een hoge vlucht. Wordt hij ook een sleutelfiguur in de nationale ploeg?

De hoge ballen vliegen door het zwerk boven de Freethiel in Beveren, waar Anderlecht te gast is. Ognjen Vranjes, de rechtse centrale verdediger van paars-wit, heeft amper oog voor zijn middenvelders. Telkens als hij aan de bal komt, tuurt de Bosniër in de verte, waar een kleine flankspeler aan de linkerkant tegen de zijlijn plakt. De ene bal na de andere schiet in de richting van Jeremy Doku en de spurtbom uit Borgerhout richt er een ravage mee aan.

Amper achttien is Doku op dat moment, maar hij heeft al een fenomenale dribbel in de voeten. Telkens als hij aan de bal komt, beginnen de supporters te joelen. Kreten stijgen op uit de tribunes wanneer hij nog maar eens een schijnbeweging maakt en een demarrage inzet. Tot in het publiek is ook te horen hoe Jur Schryvers om hulp schreeuwt. De rechtsachter van Beveren is de pineut van de avond met Doku als tegenstander, en smeekt de andere verdedigers om hem bij te springen. Tien dribbels schudt Doku die avond uit zijn schoenen, acht keer raakt hij voorbij zijn tegenstander. Hij brengt twee goals aan, scoort zelf een derde en dwingt nog een strafschop af ook. Anderlecht scoort vier keer.

Bij de Duivels wordt meer van hem verwacht dan bij Manchester City.

Nationaal debuut

Toen Vincent Kompany twee weken eerder de vraag kreeg waarom zijn ploeg zo stereotiep speelde en vooral de jonge Antwerpenaar in stelling wilde brengen, antwoordde hij: ‘Als Jeremy keer op keer zijn tegenstander uitschakelt, waarom zou ik dan veranderen?’

Doku is bijzonder. Dat heeft Kompany snel door, en hij niet alleen. Enkele dagen na zijn knalprestatie op de Freethiel tekent de tiener een contract bij Stade Rennes voor 20 miljoen euro. Kort daarvoor had hij zijn debuut gemaakt bij de nationale ploeg. Aan het einde van de wedstrijd tegen Denemarken, in het kader van de Nations League, mocht hij al eens invallen. Tegen IJsland kwam hij aan de aftrap en maakte hij ook zijn eerste doelpunt voor de Rode Duivels. Alles ging snel. Vooral hijzelf.

Het oog van Martínez

Roberto Martínez was al lang voor die grote doorbraak in de zomer van 2020 gecharmeerd van Doku. In mei 2019, toen Racing Genk en Club Brugge om de titel streden, woonde de toenmalige bondscoach het EK voor U17 in Ierland bij. België ging er vrij roemloos uit in de kwartfinales, maar de snelle flankspeler van de Jonge Duivels had indruk gemaakt. U17-coach Bob Browaeys was niet helemaal tevreden over Doku (‘Hij is zo snel dat hij het overzicht verliest’), maar bij Martínez rijpte een plan. Twee jaar later bracht hij Doku aan de aftrap van de EK-kwartfinale tegen Italië.

Daar kwam kritiek op. Tenslotte had Doku nog geen 40 profwedstrijden in de benen toen hij international werd. Her en der viel te lezen dat zijn snelle selectie aan zijn dubbele Belgisch-Ghanese nationaliteit lag: wilden de Black Stars hem anders niet inlijven? Of misschien lag het wel aan de goede band tussen Martínez en Anderlecht, dat Doku nu duurder zou kunnen verkopen? De bondscoach verdedigde zich in Sport/Voetbalmagazine: ‘Jeremy heeft de ongelooflijke gave om uit het niets een kans te creëren. In het voetbal zoeken we tactische oplossingen om aan kansen te komen, maar hem hoef je alleen maar aan te spelen in een gunstige positie. Met zijn dribbels maakt hij er in zijn eentje wat van.’

Doku onderneemt zo veel dribbels per wedstrijd dat hij de dataverzamelaars doet zweten.
Doku onderneemt zo veel dribbels per wedstrijd dat hij de dataverzamelaars doet zweten. © getty

Met zijn statistieken behoort Doku inderdaad tot de beste dribbelaars ter wereld. Op zijn eerste training bij de Rode Duivels keken de anciens zich de ogen uit als hij aan de bal kwam. ‘Vanaf die dag twijfelde niemand nog aan mij’, lachte hij aan de vooravond van het EK in juni 2021. ‘Ik wil niet gewoon mijn beurt afwachten. Ik wil nu al mijn verantwoordelijkheid nemen.’

Martínez geeft hem dus die kans in de kwartfinale tegen Italië, ten nadele van Yannick Carasco. Doku is een van de weinige lichtpunten in die wedstrijd. Hij lokt een penalty uit, die wordt omgezet door Romelu Lukaku, slaagt in acht van de dertien dribbels en krijgt voortdurend de bal aangespeeld, omdat zijn ploegmaats weten dat hij degene is die iets kan forceren. Dat had Martínez goed gezien. En hij niet alleen.

Guardiola’s plan B

Begin 2018 was Doku al eens met veel egards ontvangen in Liverpool. Vergezeld van zijn ouders begroette hij in de catacomben van Anfield enkele lokale sterren, en trainer Jürgen Klopp vertelde hem dat hij de opvolger kon worden van Sadio Mané. Uiteindelijk zou de jonge Antwerpenaar pas vijf jaar later naar Engeland trekken, na een doorbraakseizoen in Brussel en de bevestiging bij Rennes, weliswaar afgeremd door blessures. In Bretagne kon hij fantastische cijfers voorleggen, maar ze zagen hem toch eerder als een nuttig breekijzer dan als een speler die echt beslissend was. Niettemin telde Manchester City 65 miljoen euro neer om de Rode Duivel naar de beste ploeg ter wereld te halen.

Toen Riyad Mahrez naar Saudi-Arabië was vertrokken, had het bestuur van City een shortlist van vijf namen opgesteld om de Algerijnse flankspeler te vervangen. De favoriet was de Fransman Kingsley Coman, maar die bleek niet los te weken bij Bayern München. Na Coman was Jeremy Doku plan B, nog voor spelers zoals Ousmane Dembélé (nu bij PSG), Michael Olise en Nico Williams. Dat Rennes de prijs opdreef van 50 naar 65 miljoen euro was geen bezwaar voor coach Pep Guardiola en zijn assistent Juanma Lillo.

Guardiola maakt persoonlijk zijn interesse duidelijk met een telefoontje naar België. Hij legt Doku uit hoe hij hem wil uitspelen: tegen de zijlijn, waar hij met zijn dribbels een tegenstander kan uitschakelen en richting doel gaan. De definitie die Guardiola ooit gaf van wat een winger zou moeten zijn (opgetekend door Marti Perarnau in het boek La Metamorfosis), lijkt wel een portret van Doku: ‘In mijn spelconcept is een winger iemand die lange tijd eenzaam op de vleugel staat zonder een bal te raken. En opeens doet hij een miraculeuze actie. In mijn teams heeft een winger veel weg van een keeper.’ Bij Manchester City dribbelt Doku niet alleen sneller dan de anderen, hij is nu ook in staat om zijn acties af te ronden met een schot op doel of een passje achteruit. Het is niet altijd even precies, maar in elk geval dribbelt hij niet louter om te dribbelen.

De vleugels van Tedesco

Ook op het tactische bord van Domenico Tedesco zijn vleugelspelers belangrijk. De nieuwe bondscoach van de Rode Duivels keerde terug naar een 4-3-3-tactiek (of 4-4-2 bij balverlies), waarbij de wingers meer offensieve inbreng krijgen. Zij worden nu veel minder vaak tussen de linies aangespeeld dan in het systeem met de twee offensieve middenvelders van Martínez en blijven dus vaker tegen de zijlijn plakken om het spel bij balbezit breed te houden. De flankspelers moeten individuele acties opzetten om te ontsnappen vanonder de druk die de tegenstander op de vleugels zet.

Bij de eerste wedstrijden van Tedesco in maart was Doku geblesseerd, maar in de volgende vier stond hij twee keer in de basis. Toen ‘de Rode Duivels van de toekomst’ in juni voor het eerst thuis speelden, tegen Oostenrijk, was Doku (bij afwezigheid van Kevin De Bruyne) de voornaamste offensieve kracht naast Romelu Lukaku. Hij profiteerde van zijn fantastisch seizoenseinde in Rennes om flink op te klimmen in de hiërarchie van de nationale ploeg. Hij zorgde met zijn acties voor spektakel, maar creëerde nog iets te weinig kansen.

Doku onderneemt zo veel dribbels per wedstrijd dat hij de dataverzamelaars doet zweten, en is goed op weg om een favoriet te worden in het arsenaal van Pep Guardiola. Manchester City kan profiteren van zijn sterke punten terwijl hij aan zijn zwakkere punten werkt. Want Doku zal bij City wel altijd een andere topspeler naast zich hebben die hem perfect kan aanspelen of een minder nauwkeurige pass onder controle krijgt. Bij de Rode Duivels zitten er minder wereldtoppers, dus daar wordt net iets meer van hem verwacht.

De vraag is dan: kan een goede luitenant uit het beste leger ter wereld een sturende generaal worden in België?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content