Wie is Michel Claise, de onderzoeksrechter die clubs en makelaars de stuipen op het lijf jaagt?
Michel Claise wil het Belgisch voetbal proper maken. Hij liet al verschillende huiszoekingen doorgaan, zette makelaars op gedwongen pauzes, enzovoort. Portret van de Brusselse onderzoeksrechter die van de bestrijding van financiële fraude zijn levenswerk maakte, en die niet bang is om op zere tenen te trappen.
De gedwongen rustpauze van Christophe Henrotay en Patrick De Koster. De huiszoekingen bij Anderlecht (het dossier rond de verkoop aan Marc Coucke), bij Standard (dossier Henrotay) en Moeskroen (dossier Pini Zahavi en co). Het is allemaal het werk van Michel Claise, de Brusselse onderzoeksrechter die vastberaden is om de bezem door het voetbal te halen. Hij is daarmee niet aan zijn proefstuk toe.
In de laatste twintig jaar leidde Claise het gerechtelijk onderzoek in de meest gemediatiseerde fraudezaken en de grootste financiële verduisteringen. Zo zorgde hij voor de aanhouding van Luc Vansteenkiste – baron, Manager van het Jaar en voormalig voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) – in het kader van handel met voorkennis bij de verkoop van Fortis. Hetzelfde lot was Serge Kubla beschoren: de voormalige Waalse minister zou als tussenpersoon gefungeerd hebben voor de industriële groep Duferco, die Congolese ambtenaren zou hebben omgekocht om investeringen in de sector van de kansspelen binnen te rijven.
Claise trok ten strijde tegen grootbanken als HSBC, UBS en Belgolaise, en in het Panama Paperschandaal, dat de banden onthulde tussen meer dan 200.000 bedrijven op belastingparadijzen en allerhande politici, drugstrafikanten, beroemdheden en sportsterren, werd hij door het Europees parlement gehoord als expert. Hij behandelde Kazachgate, een corruptieschandaal waarin Belgische politici onder druk werden gezet om een afkoopwet versneld door het parlement te jagen, en de fraudezaak rond Alain Hubert en de poolbasis Prinses Elisabeth.
Van de bakkerij naar de magistratuur
Michel Claise werd opgevoed door zijn grootouders, die bakker-patissier waren in Anderlecht. Na zijn studies rechten aan de ULB ging hij als advocaat aan de slag op het kabinet van de vader van topadvocaat Marc Uyttendaele, waar hij zich twintig jaar lang specialiseerde in handelsrecht. In 1999 schreef zijn echtgenote hem zonder zijn medeweten in voor het magistratenexamen. Claise slaagde en verruilde zijn job als advocaat voor deze van financieel onderzoeksrechter in Brussel.
‘Ik ben geen sheriff of Don Quichot. Ik wil alleen maar de wet toepassen.’
Michel Claise
Daar noemen ze hem inmiddels Sheriff, en Meneer Honderd Miljoen. Dat laatste verwijst naar het vermoedelijke bedrag dat Claise ieder jaar laat terugvloeien naar de staatskas met zijn onderzoekswerk. Zijn domein is de strijd tegen de witteboordencriminaliteit: corruptie, handel met voorkennis, schimmige offshorebedrijven.
Volgens Claise kost fiscale fraude elke Europese burger jaarlijks 2000 euro: ‘In België verdwijnt er jaarlijks tussen de 25 en 30 miljard per jaar, en dat terwijl men 4 tot 5 miljard zoekt om de begroting rond te krijgen. (…) Dat geld zou moeten terugvloeien naar de burgers, naar wetenschappelijk onderzoek, cultuur, onderwijs en gezondheidszorg.’ Die andere bijnaam, Sheriff, kan hem minder bekoren. ‘Ik ben geen sheriff of Don Quichot. Ik wil alleen maar de wet toepassen.’ In zijn job houdt hij het meest van ‘de mensen die ik ontmoet: rechercheurs, parketmagistraten. Ik hou van dat schaakspel met zijn oneindige combinaties.’
Michel Claise laat geen gelegenheid voorbijgaan om het gebrek aan middelen bij justitie aan te klagen. Toen hij in 2016 de Burgerschapsprijs ontving die Stichting P&V ieder jaar uitreikt aan personen die zich inzetten voor een democratische samenleving, liet hij zich in een lang interview uit over de kwestie. ‘Het probleem zit niet bij justitie maar bij de regering die geen financiële middelen wil vrijmaken. Wij werken met eindjes touw. Het is zoals een Porsche achtervolgen met een 2-PK-tje. We beschikken niet over de nodige informatica. (…) Er liggen duizenden dossiers over financiële criminaliteit in de kasten van justitie. Maar het parket heeft niet de middelen om die dossiers te onderzoeken. Dat gaat over honderden miljoenen euro’s. Die dossiers liggen voor altijd onder het stof. De straffeloosheid is totaal.’
In een interview in La Dernière Heure stelt hij: ‘Als we justitie niet herfinancieren, vrees ik een belangrijke achteruitgang van de democratie.’ Claise vervolgt met de vaststelling dat het parket ieder jaar 20.000 dossiers zonder gevolg moet klasseren bij gebrek aan middelen en mensen om ze te behandelen.
Luis in de pels van de politieke klasse
In een radio-uitzending van La Première maakte Michel Claise duidelijk wat hij over de politieke klasse denkt: ‘Sinds ik dit beroep uitoefen, heb ik geen enkele regering gekend, of ze nu links of rechts was, die iets gedaan heeft met de kennis over de kankergezwellen die onze democratische samenleving vernietigen.’ Claise schrikt er niet voor terug om de grote namen publiekelijk aan te vallen. In 2016 nam hij in een interview met Le Soir de handschoen op tegen toenmalig eerste minister Charles Michel: ‘Ondanks alle princiepsverklaringen, is er niks gedaan. Integendeel: in de vorige legislatuur werd er met succes een staatssecretariaat opgericht tegen financiële fraude, maar onder de regering-Michel werd deze ontmanteld.’
Ook minister van Justitie Koen Geens moet het ontgelden. Claise verwijt Geens dat hij de onafhankelijke onderzoeksrechters wil afschaffen en alles wil overlaten aan de parketten, die niet geheel onafhankelijk zijn ten opzichte van de uitvoerende macht. ‘Ik noem hem soms Erdogeens.’ Verdere uitleg is onnodig.
En dan is er Theo Francken. Toen een journalist van Paris Match hem ten tijde van de ontruiming van het Maximiliaanpark vroeg of de staatssecretaris van Asiel en Migratie hem jeuk bezorgde, antwoordde Claise: ‘Meer dan dat. Ik kan niet dulden dat ik in een samenleving moet leven met dergelijk politiek gedrag, met razzia’s… Het is ondraaglijk te weten dat Francken zelfs populair is in het zuiden van het land.
‘Hebben wij niet de plicht om imbeciele wetten en boosaardige politieke beslissingen te bestrijden?’
Michel Claise
‘Die angst voor de ander, voor verschillen, vormt een voedingsbodem voor racisme, meer nog dan de angst voor een aanval. De regering, en Francken in het bijzonder, houdt zich niet bezig met asielzoekers of daklozen. Ik denk soms dat de beslissingen die hij neemt gebaseerd zijn op zijn persoonlijke overtuiging en niet voortkomen uit vrees voor economische problemen. Die exploitatie van angst voor de ander doet verkopen op electoraal vlak. Het is weerzinwekkend.’
Claise heeft nog een uitsmijter klaar: ‘Politici hebben oogkleppen op wanneer het grootschalige fiscale fraude betreft omdat je er geen kiezers mee wint. Grote bedrijven denken dat zij schade zullen lijden als we de strijd tegen de fiscale fraude opvoeren en dus lobbyen ze bij bevriende politieke partijen om dat tegen te houden (…) Ik heb aan de volksvertegenwoordigers gezegd: beseffen jullie met wat een gemak de Belgische staat door fraudeurs wordt overvallen en bestolen?’
Begaan met de mensen van de straat en gevangenen
Michel Claise komt op voor de rechten van vluchtelingen en daklozen. Hij legt zijn hele ziel in de coördinatie van een platform dat vluchtelingen helpt en is voorstander van sociale hulp voor asielzoekers, iets wat volgens hem volledig binnen het wettelijke kader valt. Hij was enthousiast over de initiatieven van de stad Brussel om migranten op te vangen, maar veroordeelde de ontruiming van het Maximiliaanpark. ‘Omdat je op die plaats hulp kon verlenen aan asielzoekers. Zelfs illegaal? Ja, en dan? Hebben wij niet de plicht om imbeciele wetten en boosaardige politieke beslissingen te bestrijden?’
‘Kleine sjoemelaars pakt de fiscus keihard aan, maar voor de grote fiscale catastrofes is het: rij maar door, er is niks te zien.’
Michel Claise
De onderzoeksrechter zet zich in voor de modernisering van de gevangenissen en een verbetering van de levensomstandigheden van gedetineerden. Ook hier is het onvoldoende vrijmaken van financiële middelen door de politiek het grote probleem. Het stuit Claise tegen de borst dat kleine criminelen zwaar gestraft worden, ’terwijl de fraudeurs die miljoenen doorsluizen naar belastingparadijzen dit zonder problemen kunnen doen. Gewone mensen worden verdorie voor iedere stommiteit gecontroleerd. Kleine sjoemelaars pakt de fiscus keihard aan, maar voor de grote fiscale catastrofes is het: rij maar door, er is niks te zien. (…) Negentig procent van de dossiers met verdenking van witwaspraktijken komen nooit op de tafel van een onderzoeksrechter (…) Je zou zelfs bang zijn dat financiële criminaliteit voor politici geen probleem is, maar een voordeel. Er zijn er die beweren dat we de fraudeurs niet mogen lastigvallen omdat ze de economie stimuleren en we er allemaal van profiteren.’
Michel Claise waarschuwt: ‘Mensen moeten dringend wakker worden en zich kwaad maken. Ze moeten beseffen wat de consequenties zijn van deze criminaliteit voor hun portefeuille, maar ook voor het democratische systeem.’
Terrorisme en financiële criminaliteit
Over de strijd tegen het terrorisme heeft Michel Claise een uitgesproken mening omdat er vaak een directe link is met financiële malversaties. Wie het geld volgt, vindt de opdrachtgevers. In 2004 riep de Europese Unie al op om het terrorisme te bevechten via de strijd tegen de financiële criminaliteit. Toen Koen Geens drie nieuwe anti-terreurrechters benoemde, maar geen enkele financiële rechter, sprong Claise uit zijn vel. Er is volgens hem sowieso al een te kleine instroom van gespecialiseerde rechters en rechercheurs. ‘Wie pas toetreedt tot het politiekorps, heeft zijn pistool. Dan droom je niet noodzakelijk van financiële dossiers.’
‘Het is ondraaglijk te weten dat Theo Francken zelfs populair is in het zuiden van het land.’
Michel Claise
Michel Claise wijst op de microfinanciering van terrorisme: ‘Enkele duizenden euro’s volstaan om wapens of explosieven te kopen en een aanslag te plegen.’ En de macrofinanciering: ‘De olie bijvoorbeeld die Islamitische Staat exporteerde om zich te financieren. Aan wie verkochten ze die? Die olie ging niet rechtstreeks naar staten of bekende bedrijven, maar naar tussenpersonen verscholen achter offshorebedrijven. Waarom kon men bijvoorbeeld geen moderne technologie gebruiken om de vrachtwagens die de olie vervoerden te volgen tot bij de kopers? Het terrorisme is zonder omwegen binnengestapt in de wereld van de financiële criminaliteit.’ Voor Michel Claise is het duidelijk: het terreurgeld zit ergens in de 3000 miljard euro’s die ieder jaar wereldwijd worden witgewassen.
Succesvol auteur
Te midden van alle gewaagde uitspraken, interventies in hypergemediatiseerde dossiers, aanhoudingsbevelen aan het adres van hoge pieten en zijn recente onderzoeken in het voetbal, is Michel Claise ook een succesvol auteur. Hij publiceerde al tien romans. In eerste instantie ging het vooral om verhalen die zich afspeelden in Brussel ten tijde van en net na de Tweede Wereldoorlog, daarna volgden de financiële thrillers. Uiteraard is de man bijzonder goed geplaatst om te schrijven over witwaspraktijken, corruptie en btw-carrousels. Claise: ‘Mijn uitgeefster was ongerust, en toch heeft dat boek over de btw-carrousels zeer goed verkocht. Het staat in de rekken van de universiteitsbibliotheken.’
In 2019 publiceerde Michel Claise zijn tiende boek: Sans destination finale. Daarin duikt hij in de wereld van de sociale uitsluiting, met een jonge dakloze als hoofdpersonage. Om inspiratie te vinden, observeerde Claise in Brussel mensen die geen dak boven hun hoofd hadden, en soms ook geen eten. Hun ontreddering raakte hem. ‘De straat, dat is als een mislukte zelfmoord’, zei hij in Le Vif/L’Express toen het boek uitkwam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier