Whatsapp in het profvoetbal: appen is het nieuwe kleurenwiezen
Als er al een profvoetballer bestaat zonder WhatsApp, dan hebben wij hem in ieder geval niet gevonden. ‘Van de nieuwe trainer mag ik niet om de twee uur instructies naar de spelers sturen. Dan denken ze niet zelf na.’
Quizvraag: met welk speelgoed zijn profvoetballers nog bedrevener dan met een voetbal? Antwoord: met hun (peperdure) telefoon. Binnenkort, wanneer voetbalopa’s als Igor de Camargo, Davy De fauw en Olivier Deschacht met pensioen gaan, speelt er geen voetballer meer in de Jupiler Pro League die niet behoort tot de digitale generatie. De jongste spelers in de eerste klasse kregen tegelijk met een papfles een smartphone in de knuisten geduwd. Bij de min 35-jarigen verdringt WhatsApp het klassieke telefoonverkeer. Ook sms’jes lijken ten dode opgeschreven. Die bredere maatschappelijke evolutie laat zich voelen in de kleedkamers van onze eersteklassers. Uit een kleine rondvraag blijkt dat spelers onderling gretig communiceren via WhatsApp, met name via groepschats.
WhatsApp is niet geschikt om over de eigen wedstrijden te praten. Daarvoor moeten we elkaar in de ogen kunnen kijken.’ – Jérémy Taravel
‘Bij STVV hebben we twee groepschats: eentje met enkel spelers en eentje met iedereen erin, dus ook trainers’, zegt Kenny Steppe, reservedoelman van de Kanaries. ‘In die tweede post teammanager Peter Delorge praktische zaken: info over de stage, veranderingen in het trainingsschema. In de andere mag er gelachen worden.’ Het hedendaagse equivalent van de warme zalf in de onderbroek bestaat uit internetmemes, filmpjes en geestige foto’s. ‘We grappen over wat er tijdens de training gebeurde. Of een creatieve teammaat gaat aan de slag met Photoshop en plakt een hoofd van een speler op een ander lichaam’, aldus Steppe. ‘Een echt gesprek kan je dat niet noemen, nee.’
Niet verwennen
Eenzelfde geluid bij Cercle Brugge, waar kapitein Jérémy Taravel verantwoordelijk is voor de groepschat van de spelers. ‘Elk jaar start ik een nieuwe groep, met alle spelers die dat seizoen bij Cercle spelen erin. Een ideetje dat ik oppikte bij Dinamo Zagreb. We maken grappen, bespreken wedstrijden uit de Champions League en waarschuwen elkaar voor het verkeer op weg naar het stadion. In de andere groepschat, de officiële, zitten ook de teammanager, kinesisten en dokters.’ Bij KAA Gent is er luidens Thomas Kaminski enkel een officiële groep, die Brecht Dejaegere beheert. ‘Die chat dient om programma’s en praktische afspraken te delen. Wanneer verzamelen we? Moeten we een kostuum aandoen? Dat soort dingen. Voor grapjes is daar geen plaats’, zegt de doelman. ‘Wel hebben de Oekraïners, de Franstaligen en de Nederlandstaligen elk hun eigen groepje. En zelf zit ik in een groepschat met ex-spelers van KV Kortrijk. Daarin verschijnt wel de typische kleedkamerhumor: grappige filmpjes, screenshots van Instagram.’
In de officiële groepschats zorgt de teammanager meestal voor de communicatie. Bij Cercle Brugge is dat Sven Vandendriessche. ‘Ik stuur de planning per week en per dag door en stip specifieke wijzigingen aan. Op wedstrijddagen geef ik de spelers om de paar uur een update. Na het ontbijt laat ik hen bijvoorbeeld weten wanneer we hen verwachten voor de wandeling of de lunch. Bij midweekse thuiswedstrijden van onze buren herinner ik de spelers eraan dat ze de fitness op tijd moeten verlaten en hun auto’s van de parking dienen te halen.’ Tot voor kort zat ook de voltallige trainersstaf in de chat, inclusief ex-trainer Fabien Mercadal. Bernd Storck houdt meer afstand. ‘Ook zijn hulptrainers zitten niet in die groep. Dat is zijn keuze. Storck rekent op de zelfstandigheid van de spelers, op hun verantwoordelijkheidszin. Hij gaat ervan uit: het programma hangt uit, de spelers moeten ernaar kijken en er desnoods een foto van nemen om het te onthouden. Hij wil dat ze constant leven als profs, niet dat ik hen verwen door om de twee à drie uur een herinnering te sturen. Want stuur ik te veel berichten, dan moeten de spelers niet meer nadenken.’
Veel is een kwestie van erbij horen. Vroeger gebeurde dat in fysieke groepen: ‘Jij mag niet mee op café. ‘ Nu online, in groepen op WhatsApp.’ – Stefaan Lammertyn
Afspraak bij de tandarts
Als teammanager gebruikt Vandendriessche WhatsApp niet enkel om berichten te sturen naar de hele groep. Hij heeft ieder lid van de kern apart in zijn telefoon staan. ‘Contact met spelers verloopt bijna altijd via WhatsApp. Niemand belt nog, tenzij ik niet onmiddellijk reageer.’ Het gaat over praktische zaken, zoals betalingen en brandverzekeringen. ‘Sommige spelers sturen me sneller een berichtje dan anderen. Dan zijn ze in Brugge en hebben ze een taxi nodig. Jonge spelers hebben vaker vervoer nodig en verblijven soms op hotel, dus die ontvangen bijna dagelijks een bericht van mij. En bedanken me achteraf. Dat contact verloopt erg vlot.’ Ook de medische staf van Cercle gebruikt elke dag WhatsApp. Om afspraken te maken met spelers: wie moet ’s ochtends vroeger aanwezig zijn voor een bezoek aan de dokter, de pedicure of de tandarts. En om onderling te bespreken wie er wanneer van dienst is. Cercle doet beroep op een vijftal kinesisten, maar die tekenen niet allemaal elke dag present.
Sommige clubs gebruiken WhatsApp om de communicatie tussen leden van de technische staf te stroomlijnen, bijvoorbeeld tussen fysiektrainer en de hoofdcoach. Zo kan die eerste foto’s doorsturen van de oefeningen die geblesseerde spelers uitvoeren. Andere trainers, zoals Jacky Mathijssen, zijn minder aan de app gekluisterd. ‘Stafleden sturen weleens iets door via WhatsApp, maar zelf zet ik er weinig op’, zegt de bondscoach van de Belgische U19, die via WhatsApp niet beschikbaar is voor zijn spelers. ‘Zij kunnen mij wel telefonisch bereiken. Mijn nummer is publiek en staat in al mijn officiële communicatie. Dat doen ze ook, al dan niet via een teammanager of via iemand van de club.’ Desondanks vindt Mathijssen WhatsApp handig om meerdere mensen tegelijk te bereiken. ‘Vroeger drukten we het programma voor iedereen af. Nu verschijnt het op een bord of een flipchart, iemand maakt er een foto van en stuurt het door naar de rest. En teammanager Raf Van Beek gooit alle praktische info in een groepschat.’
Cell phone of cel?
Op aandringen van technische directeur François Vitali communiceert Cercleteammanager Vandendriessche drietalig in de officiële groepschat. In de officieuze is Frans de voertaal, met hier en daar een flard Engels. Omdat, zo zegt Taravel, 90 procent van de groep nu eenmaal Frans spreekt. Bij STVV behelpen de spelers zich in een bonte mengeling van Engels, Frans, Spaans en – vanwege de aanwezigheid van enkele Brazilianen – Portugees. Fluistert daar iemand Toren van Babel? Van Japans is evenwel geen sprake.
Eén onderwerp blijkt verboden terrein in de groepschats: de eigen matchen. Kaminski: ‘Voetbal wordt op de club besproken.’ Steppe: ‘Daarover spreken we in levenden lijve, bijvoorbeeld tijdens het ontbijt op de club.’ Taravel: ‘WhatsApp is niet geschikt om over de eigen wedstrijden te praten. Daarvoor moeten we elkaar in de ogen kunnen kijken. Dat doen we dus in de kleedkamer.’
Een gezonde aanpak, vindt Stefaan Lammertyn, expert sociale media en coauteur van #Help! Mijn kind leeft online. ‘Belangrijke zaken bespreek je best van man tot man. Of desnoods met een telefoontje: aan de toon kan je afleiden of iemand euforisch of geagiteerd is. Op WhatsApp ontbreekt dat non-verbale. Zelfs een emoticon kan dat niet vatten. Je maakt het toch ook niet af met je lief via een tekstberichtje?’
Volgens Lammertyn zet een beetje slimme coach niettemin WhatsApp in om zijn groep te beheren. ‘In deze tijden moet je als trainer bereikbaar zijn. Wanneer een speler met een probleem zit, moet die zijn coach vlot kunnen aanspreken. Al horen daar duidelijke afspraken bij. Zo kan de trainer laten weten dat hij zijn telefoon uitzet tussen tien uur ’s avonds en acht uur ’s ochtends. Als een club afspraken maakt rond trainingen en voeding, dan is het toch maar logisch dat dat ook gebeurt rond communicatie. Best zet je als trainer bij het begin van het seizoen een aantal dingen op punt. Niet pas als het de spuigaten uitloopt.’
Die lage drempel heeft wel risico’s. Lammertyn meent dat alle communicatie begint bij respect. Het idee: we zijn één groep, zowel op het veld als online. ‘In WhatsApp is een kwaad bericht snel verstuurd’, verklaart Lammertyn. ‘De emoties laaien al eens hoog op. Vergelijk het met een e-mail die je kwaad maakt: soms lijkt het verleidelijk om meteen vlammend te antwoorden. Maar tegenwoordig beseffen we dat het beter is om onze repliek eerst als concept te typen. En pas de volgende dag, na een nacht slapen, terug te sturen. Dat moeten we op WhatsApp nog leren. Je ziet in zo’n chat ook of iemand je berichtje heeft gezien. Komt er dan niet meteen antwoord, dan leidt dat soms tot frustratie. Vandaar mijn advies: blijf van sociale media als je kwaad of zat bent. Een screenshot is zo gemaakt.’
Mijn advies: blijf van sociale media als je kwaad of zat bent. Een screenshot is zo gemaakt.’ – Stefaan Lammertyn
Banden smeden
Blijft de vraag of een digitaal gesprek banden kan aanhalen tussen spelers, zoals een spelletje kleurenwiezen of een sessie tussen pot en pint dat vroeger deed? Lammertyn denkt van wel. ‘Uiteraard kan het de cohesie bevorderen. Veel is een kwestie van erbij horen. Vroeger gebeurde dat in fysieke groepen: ‘Jij mag niet mee op café. ‘ Nu online, in groepen op WhatsApp. Erbij horen versterkt automatisch het groepsgevoel.’
Taravel bevestigt: ‘Het is niet zo dat we constant berichten naar elkaar sturen, want we zitten elke dag al samen in de kleedkamer. Maar een grappig bericht nu en dan schaadt het groepsgevoel zeker niet.’ Steppe: ‘Bwa, een hechte groep smeedt je niet in zo’n chat. Er is ook veel veranderd tegenover mijn beginjaren in het voetbal. Sommige spelers zijn veel met hun telefoon bezig: bij het losfietsen, tijdens stretchoefeningen, voor de training. Dat zag je vroeger veel minder. Op de bus zit iedereen met oortjes in en halen de meeste spelers een iPad of laptop boven.’
Overigens is WhatsApp niet enkel binnen onze clubs ingeburgerd. Ook makelaars bedienen zich er gretig van. Zo zou Mogi Bayat, immer glad als een lading vers bovengehaalde palingen, de app gebruikt hebben om praktijken die het daglicht niet mochten zien te verbergen. De encrypties van WhatsApp laten namelijk niet toe dat telefoongesprekken afgeluisterd worden. ‘Als je WhatsApp gebruikt om niet getraceerd te kunnen worden, dan ben je als makelaar verkeerd bezig’, zegt Gunter Thiebaut, die met zijn agentschap 11 One onder meer Hendrik Van Crombrugge begeleidt. Thiebaut bezigt de app wel om in contact te blijven met zijn overal in Europa uitgezwermde klanten. ‘Vooral vanwege de mogelijkheden. WhatsApp is handiger dan sms’en, want je kan foto’s plakken in je bericht of een boodschap inspreken als je geen tijd hebt om te typen. Ik gebruik het voor alle communicatie met spelers. Soms ook met clubs, als ik daar een goed contact heb. WhatsApp is de ideale manier om snel te communiceren.’
Chocoladesnoepjes en frieten: over de valkuilen van sociale media
Niemand heeft er wat op tegen als voetballers elkaar doen lachen via privékanalen. Maar soms komt iets naar buiten wat beter binnenkamers was gebleven. Zoals wanneer Bernardo Silva in september op Twitter een foto van een jonge Benjamin Mendy, zijn ploegmaat bij Manchester City, vergelijkt met de mascotte van chocoladesnoepje Conguitos. Racisme, toetert de Engelse voetbalwereld. Wat bedoeld is als een onschuldig grapje tussen twee vrienden gaat een eigen leven leiden van zodra het in de publieke ruimte terechtkomt. Voetballers kunnen zich daar lelijk aan verbranden.
De spelers zijn zich daar terdege van bewust. ‘We hebben al vaak gezien hoe er opeens vuile was naar buiten komt bij grote clubs’, zegt Thomas Kaminski van KAA Gent. ‘Daardoor weten we intussen wat er wel en niet kan.’ Jérémy Taravel denkt er net zo over. ‘Een kleinigheid ontploft tegenwoordig direct. Dus posten we geen foto’s van de kleedkamer of van binnen de club. De coach pepert ons dat ook in: we zijn één familie, niemand heeft er zaken mee wat er binnen de familie gebeurt. Op Instagram plaats ik weleens een wedstrijdfoto, maar nooit eentje van in de fitness.’
Sven Vandendriessche, teammanager van Cercle Brugge, vult aan: ‘Soms pikken fans een foto op van Instagram. Dan spreek ik de spelers daarop aan: wees voorzichtig. Zeker in de penibele situatie waarin we ons bevinden. Sta je binnen de eerste vijf, dan zal niemand vallen over een foto waarop een speler een hamburger of een bord frieten eet. Nu is dat anders.’
Makelaaragentschap 11 One heeft iemand in dienst om spelers te begeleiden in hun stappen op sociale media. ‘Het is belangrijk om het gevaar te erkennen. De meeste spelers zijn slim genoeg, maar het kan geen kwaad om preventief tips mee te geven’, legt makelaar Gunter Thiebaut uit, ‘Soms vraagt een speler ons: kan ik dit of dat zo posten? Dan zitten we even samen om te bekijken hoe we dat het best doen.’
Een slimme aanpak, vindt Stefaan Lammertyn, een expert sociale media wiens zoon Jakob bij de A-kern van Racing Club Harelbeke zit. Hij ziet heil in begeleiding van spelers. ‘Ouders – of in dit geval coaches – zijn vaak te afstandelijk. Ze zeggen: trek jullie plan, jullie kennen er meer van dan wij. Dat is geen goed idee. Jongeren kunnen de impact van hun daden minder goed inschatten. Dat kunnen ouderen wel, ook als ze niets van WhatsApp kennen.’