Bram Constandt
‘Waarom het uitstel van Tokyo 2020 zowel risico’s inhoudt als kansen biedt’
Door de enorme druk van experts, sportbonden en atletenverenigingen was het uitstel van Tokyo 2020 onvermijdelijk geworden. Dat zorgt zowel voor risico’s als voor kansen, stelt Bram Constandt, postdoctoraal onderzoeker aan de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent.
De Risico’s van het uitstel
Uiteraard wacht het IOC en het organiserend comité van Tokyo 2020 een enorme uitdaging om een geschikte nieuwe datum te vinden.
Er moet rekening gehouden worden met tal van commerciële, organisatorische, juridische en andere belangen. Oplossingen dienen onder meer gezocht voor de reeds aan particulieren verkochte appartementen in het olympische dorp en de gedolven inkomsten voor commerciële partners, die een zo hoog mogelijke return wensen voor de honderden miljoenen die ze investeerden.
Zo zit NBC, mediarechtenhouder voor de VS, met de handen in het haar. Ook de NFL, het vlaggenschip van het American Football, wordt namelijk uitgesteld. Overlap met de Spelen zou gelijk staan aan groot financieel verlies qua advertentie-inkomsten.
Daarnaast komt Tokyo 2020 mogelijks in het vaarwater van andere, evenzeer uitgestelde sportevents, zoals UEFA 2020, terwijl voor volgend jaar al bijvoorbeeld het WK atletiek en het WK zwemmen gepland staan.
Moeten die en andere events zomaar wijken voor de uitgestelde Olympiade van Tokyo? Of kunnen die bijvoorbeeld geïntegreerd worden in het olympisch toernooi? Moet de leeftijdslimiet omhoog voor bepaalde olympische wedstrijden, zoals het voetbaltoernooi? Is het naïef om te overwegen om de olympische beweging terug naar de basis te brengen, naar een minder grootschalige vorm waarin deelnemen nog echt belangrijker was dan winnen?
U merkt het, out of the box denken en oplossingen voor nieuwe (en terugkerende) problemen dienen zich aan.
Kortom, een moeilijke puzzel, met enorm veel en diverse vraagstukken en belangen. Nochtans vervallen bovenstaande obstakels in het niets bij de moeilijkste vraag die nu wacht: hoeveel uitstel is genoeg? Wanneer is het opnieuw verantwoord om miljoenen atleten, delegatieleden, journalisten en fans van over heel de wereld massaal, en zeer dicht op elkaar, samen te brengen?
Het gezamenlijk communiqué van het IOC en het organiserend comité laat uitschijnen dat Tokyo 2020 ten laatste in de zomer van 2021 zal plaatsvinden. Niemand die nu reeds weet hoe de wereld er dan uitziet.
Momenteel wordt gretig de vergelijking gemaakt tussen het nieuwe coronavirus en de Spaanse griep, goed honderd jaar geleden. Welnu, de Spaanse griep was een monsterlijke pandemie, die in verschillende fasen toesloeg. Sommige landen kwamen de eerste uitbraakgolf relatief goed door, maar kregen nadien, toen alles beter leek, een enorme slag te verwerken.
Over het nieuwe coronavirus weten we elke dag meer, maar finaal toch nog steeds erg weinig. Experts stellen dat het virus best een ‘blijver’ zou kunnen zijn. Het ontwikkelen en op globale schaal ter beschikking stellen van een vaccin tegen de zomer van 2021 zou bovendien niet minder dan een huzarenstukje betekenen.
De kansen qua bestuur
Toch biedt het uitstel van Tokyo 2020 ook kansen, niet in het minst voor Japan en het IOC.
Dat Japan bang was voor internationaal gezichtsverlies staat buiten kijf. Annulaties tijdens WOI en WOII buiten beschouwing gelaten, was er nooit eerder in de geschiedenis van de moderne Olympische Spelen sprake van een dergelijk uitstel. Toch heeft haast iedereen begrip: #theywillunderstand verscheen niet voor niets als hashtag op Twitter.
Japan krijgt nu extra tijd om alles tot in de puntjes voor te bereiden. In de mate dat dat nog nodig was natuurlijk. De Japanse organisatie wordt al sinds het indienen van hun bidbook geroemd voor haar degelijkheid, betrouwbaarheid en zin voor verantwoordelijkheid. Dat laatste liet ze met de beslissing tot uitstel nogmaals blijken.
Het werken tegen de klok en de verkommerde accommodaties van onder meer de recente Olympiades van Rio en Peking indachtig, krijgt Japan meer dan ooit de mogelijkheid om de tot nu toe best georganiseerde Spelen af te leveren.
Ook het IOC kan belangrijke stappen zetten, onder andere op het vlak van goed bestuur. De organisatie, en hun voorzitter Thomas Bach in het bijzonder, werd de laatste weken vanuit diverse hoeken bekritiseerd omdat de beslissing tot uitstel – in tegenstelling tot bijvoorbeeld UEFA 2020 – zo lang op zich liet wachten.
Nochtans is het ergens wel logisch dat zo’n uitzonderlijke beslissing in zo’n uitzonderlijke periode de nodige tijd vraagt. De vierjaarlijkse Olympiade is met voorsprong het grootste sportevent ter wereld en de hierboven reeds geschetste belangen zijn niet min. In die zin is het normaal dat gesprekken met belangrijke stakeholders, zoals atletenverenigingen, sportbonden en sponsors de beslissing tot uitstel voorafgaan.
Zo bevroegen verschillende sportbonden, zoals de internationale atletiekvereniging IAAF, eerst hun leden. Niet gemakkelijk, want ook de atleten zijn verdeeld, ondanks algemeen begrip voor de situatie.
De kritiek op het IOC was deels ingegeven door een roep om meer transparantie en inspraak. Net daar situeert er zich inderdaad een kans voor het IOC. Hun besluitvorming blijft voor velen onder ons immers een black box, waarover erg weinig geweten is. Door nu steeds proactief, en met oog voor achterliggende redenen, te communiceren over alles wat het uitstel van Tokyo 2020 aanbelangt, kan IOC de olympische beweging verder versterken.
Als er daarbij ook aandacht wordt besteed aan meer inspraak voor de atleten zelf, zoals hun belangenverenigingen Global Athlete en de World Players Association vurig bepleiten, kan Tokyo 2020 toch nog een groot succes worden.
Wanneer? Dat zal nog moeten blijken. Finaal biedt elke crisis, hoe groot ook, opportuniteiten. Dat geldt evenzeer voor de olympische beweging. ?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier