Waarom de prestatie van de Red Flames ‘niet normaal’ is
Met hun historische plaats in de kwartfinale van het EK herinneren de Red Flames er fijntjes aan dat het hoog tijd is voor échte investeringen in het Belgisch vrouwenvoetbal.
Leuven, Flame Village, 22.58 uur. Waar hadden we op dat moment zin in? Een afspraak maken bij onze cardioloog. En dan eens bij onze oogarts langs gaan. Want hadden we dat wel goed gezien? Hadden de Red Flames écht een kwartfinale op een EK bereikt? Dankzij een prestigeoverwinning tegen Italië, een van de landen die de laatste vijf jaren de meeste vooruitgang geboekt heeft in het vrouwenvoetbal?
De vooropgestelde doelstelling, die bij velen het nodige scepticisme teweegbracht, werd zo bereikt. Dat was des te straffer gezien de niet bepaald overtuigende voorbereiding.
Maar kijk, op dit EK zijn Tessa Wullaert en co erin geslaagd om zichzelf te overstijgen. Na een halfslachtige prestatie tegen IJsland (1-1) volgde een hoopgevende wedstrijd tegen Frankrijk, een van de Europese tenoren (2-1-verlies). In de laatste poulewedstrijd vonden de Italianen nooit de openingen tegen een solide België, dat zich met 0-1-winst een kwartfinale tegen Zweden cadeau deed.
Met een Nicky Evrard in bloedvorm als slot op de deur. We vragen ons af of ze nog geen spijt heeft van haar handtekening bij OH Leuven net voor het toernooi. Inmiddels zullen meer prestigieuze clubs haar naam ongetwijfeld met rood omcirkeld hebben…
Geen verzameling individuen
Maar dat slot werd nog verstevigd door de enorme teamspirit die deze selectie kenmerkt. ‘Ik ben verrast door de manier waarop ze erin geslaagd zijn om als groep zo aan elkaar te hangen, terwijl ze allemaal toch een ander parcours hebben afgelegd’, legde Roberto Martínez uit aan de Belgische media.
Hij werd bijgetreden door Tine De Caigny, de doelpuntenmaakster die na zeven matchen zonder goals eindelijk nog eens scoorde. ‘De kracht van deze groep zit in de complementariteit. We zijn geen verzameling individuen’, zei ze al in november 2020.
En inderdaad, tegen Frankrijk voetbalden de Flames met een groot hart. Ze werden gedomineerd (meer dan twintig schoten op doel geïncasseerd), maar ze bleven overeind in de bakoven van Manchester (34 graden ’s avonds nog!).
Een teamspirit die ertoe leidde dat Janice Cayman een woordje sprak met Tine De Caigny, die in de eerste twee wedstrijden niet in grootse doen was. ‘Een aantal speelsters waren zenuwachtig voor de match tegen Italië’, vertelde de nummer 11 voor de micro van de UEFA. ‘Ik heb met Tine gesproken en ik heb haar gezegd dat het vanavond haar avond zou worden. En kijk, ze heeft gescoord!’
Na de wedstrijd was de emotie duidelijk zichtbaar bij Cayman, die zowat alles heeft meegemaakt bij de Flames. Denk maar aan de Ryanairvluchten die om 6 uur ’s morgens op Charleroi vertrokken om de kosten te drukken.
De Belgische uitzondering
‘We hebben maar twintig procent semiprofs. Beeld je in wat we zouden kunnen doen met 100 procent.’ Woorden uit de mond van Tessa Wullaert, die tegen Italië minder aanwezig was met de bal aan de voet, maar die niet stopte met lopen om het leer te recupereren en het tempo te bepalen.
Ja, er zit een enorm potentieel in deze ploeg. Met een ambitieuze nieuwe generatie, belichaamd door de 21-jarige Sari Kees. De verdediger, die eigenlijk de back-up was van Amber Tysiak, is dé revelatie bij de Belgen op dit moment. Niet voor niets werd ze door de UEFA tot speelster van de match gebombardeerd tegen Italië.
Maar het mag gezegd worden: wat de Belgen gerealiseerd hebben, is eigenlijk niet ‘normaal’ voor een groep die hoofdzakelijk bestaat uit niet-professionele speelsters (een zeldzaamheid op dit toernooi).
Deze prestatie, die er kwam op karakter, is een signaal dat het Belgisch voetbal eigenlijk geen keuze meer heeft: investeer écht in de speelsters! Dan hebben we het niet alleen over de voetbalbond, maar ook over de clubs zelf die de blik nu niet meer kunnen afwenden. Er moet in de portefeuille getast worden om de vrouwelijke afdelingen van clubs meer zuurstof te geven. En dan hebben we het over echte budgetten, niet de enkele honderdduizenden euro’s waarmee een hele afdeling een heel seizoen moet rondkomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier