Voetbal in EK-stad Bakoe: slechte herinneringen voor de Rode Duivels en een vermoorde journalist
De UEFA maakte de vreemde keuze om vier EK-wedstrijden te huisvesten op een verafgelegen plaats: de hoofdstad van Azerbeidzjan.
Wales-Zwitserland op 12 juni, Turkije-Wales op 16 juni, Zwitserland-Turkije op 20 juni en dan nog een kwartfinale (eventueel met de Rode Duivels) begin juli: Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, kreeg enkele mooie hapjes uit het menu van het Europees landenkampioenschap. De Turken zijn tevreden, want Ankara-Bakoe is maar twee uurtjes vliegen. Bovendien zeggen ze dat de mentaliteit van de Azeri’s meer op die van de Turken lijkt dan op die van de volkeren uit de voormalige Sovjet-Unie, waar Azerbeidzjan deel van uitmaakte.
Voor de Welshmen en de Zwitsers daarentegen is het een last. Een reis naar het einde van de wereld. Een cultuurschok (niet al te erg wanneer men er slechts voor de duur van een wedstrijd verblijft) en veel vluchturen gecombineerd met een logistieke uitdaging (dat is heel wat vervelender). Bakoe is de stad die de meeste geplaatste landen wilden vermijden. Wat dreef de UEFA dan om die verafgelegen speellocatie toch te selecteren? Centen, natuurlijk. Want daarvan hebben ze er genoeg in deze hoofdstad, die vol luxueuze gebouwen staat. En petroleumwinning, die de constructie van dergelijke gebouwen moet bekostigen. Alleen al door het zwarte goud kan dit land er een fijne levenswijze op na houden. En de kwaliteit van de voetbalclubs opdrijven. De meeste daarvan hebben een eigenaar die actief is in de petroleumbranche of een verwante activiteit. Het is ook door dat geld dat zo’n prachtig stadion kon gebouwd worden. Het werd ingehuldigd in 2015, is eigendom van de Azerbeidzjaanse voetbalbond, heeft 70.000 plaatsen en kostte bijna 650 miljoen euro. Het EK is het derde grote evenement dat in dat stadion plaatsvindt, na de Europese Spelen van 2015 en de finale van de Europa League in 2019.
De Rode Duivels, met onder meer Lukaku, Hazard en Witsel, lieten van hun pluimen in Bakoe.
Sport/Voetbalmagazine ging eind 2010 de realiteit in Bakoe zelf vaststellen naar aanleiding van een reportage rond Emile Mpenza, die voor Neftçi speelde. Hij stond er aan het eind van zijn carrière en vertrouwde ons toe dat hij er het mooiste contract van zijn leven had, beter dus dan zijn salaris bij Schalke 04, bij Manchester City of in Qatar. Daarbij kreeg hij ook nog een voltijds chauffeur ter beschikking. We zagen daar toen politieagenten op alle straathoeken staan, het was verboden om officiële gebouwen of de metro te fotograferen. Door heel de stad lagen er oliepijpleidingen, die elk uur van de dag een vreselijke stank verspreidden.
De jongste Mpenza hield er geen trauma aan over. Maar het voetbal in Bakoe heeft in het verleden niet iedereen doen lachen. Een blik in de achteruitkijkspiegel.
Zwitsers drama (1996)
In de zomer van 1996 zou de verplaatsing van de Zwitsers naar Bakoe, de eerste kwalificatiewedstrijd voor het WK in Frankrijk, slechts een formaliteit moeten worden. Zwitserland staat op plaats 26 op de FIFA-ranking, Azerbeidzjan ergens beneden plaats 130. De Helveten hebben een nieuwe bondscoach, Rolf Fringer, die Artur Jorge opgevolgd heeft. De bond neemt de verplaatsing nochtans ernstig en chartert een vliegend paleis, het vliegtuig van een sjeik. Daar komt veel reactie op in de media. ‘Er werd een sfeer gecreëerd in de pers dat Zwitserland zelfs geen trainer zou nodig hebben om in Azerbeidzjan te gaan winnen’, vertelde Fringer onlangs nog in de Zwitserse pers. Dan valt zo’n uitgave natuurlijk slecht.
De match draait uit op een fiasco. De Azeri’s winnen met 1-0 in hun thuisstadion, dat genoemd is naar Tofik Bachramov (de lijnrechter die de controversiële goal van de Engelsman Geoffrey Hurst toekende in de finale van het WK’66 tegen West-Duitsland). In dat recente interview vertelde Fringer ook nog: ‘Die nederlaag heeft me gans mijn carrière achtervolgd. Ik zal voor altijd de bondscoach zijn die verloor in Bakoe. Vandaag spreken ze me nog altijd vaker aan over Bakoe dan over de landstitel die ik won met Aarau. Ik heb me erbij neergelegd, het is een deel van mijn leven geworden. Er waren toen problemen tussen verschillende spelers en dat is na de match ontploft.’ De avond voor het duel was er de gebruikelijke intimidatie: de Zwitsers moesten trainen op een half veld omdat de Azeri’s op de andere helft trainden. ‘Dat had ik nog nooit meegemaakt op dat niveau’, besluit de ex-bondscoach.
Leekens en co maken zich belachelijk (2011)
Het is al grotendeels de huidige gouden generatie die in september 2011 het veld betreedt in Bakoe, aan het eind van een moeilijke EK-kwalificatiecampagne: Simon Mignolet, Toby Alderweireld, Jan Vertonghen, Vincent Kompany, Eden Hazard, Marouane Fellaini, Axel Witsel, Dries Mertens en Romelu Lukaku, allemaal toekomstige bronzenmedaillewinnaars op het WK 2018. En toch… De wedstrijd eindigt opnieuw op een megateleurstelling. De bondscoach is Georges Leekens. De Rode Duivels denken dat het lastigste werk opgeknapt is wanneer Timmy Simons net voor het uur 0-1 maakt met een penalty. Maar vijf minuten voor het einde komen de Azeri’s op gelijke hoogte na een blunder in de verdediging en de score verandert nadien niet meer. Drie serieuze pogingen van Witsel en een hakballetje van Fellaini à la Madjer ten spijt.
Leekens is duidelijk achteraf op de persconferentie: ‘Wanneer je op die manier met punten morst, heb je niets te zoeken op de eindronde van een EK. We wisten op voorhand dat het een lastige wedstrijd zou worden. Wanneer je dan op voorsprong komt, moet je in staat zijn om de deur toe te doen en eventueel een tweede te maken op de tegenaanval. Andere landen plaatsen zich omdat ze precies die capaciteit hebben. Wij kunnen dat blijkbaar niet.’
Een Vlaamse krant analyseert de situatie: ‘Een kwalificatie, dat betekent efficiëntie en rendement. Deze wedstrijd heeft perfect onze gebreken blootgelegd in die twee domeinen. In de eerste helft kregen we opgelegde kansen en die hebben we allemaal gemist. Een ploeg die zoveel hoogtes en laagtes kent, kan zich niet kwalificeren. Om naar een eindronde te gaan moet je constant presteren en af en toe een uitschieter hebben.’
We onthouden van die wedstrijd ook nog dat Eden Hazard zijn rentree maakte in de selectie, enkele weken nadat hij door Leekens een minischorsing kreeg opgelegd na het fameuze hamburgerincident.
Alijev wordt doodgeslagen (2015)
‘Cavid Hüseynov weet zich niet te gedragen’, schrijft Rasim Alijev, een dertiger die als journalist werkt voor verschillende media. Hij verwijt Hüseynov, speler bij een Azerbeidzjaanse eersteklasser, dat die na een wedstrijd tegen een Cypriotische ploeg met een Turkse vlag gezwaaid heeft. Op Facebook valt Alijev de speler nogmaals aan omdat die obscene gebaren gemaakt heeft naar collega-journalisten.
Dat valt heel slecht in de familie Hüseynov. Een man die zich uitgeeft voor de neef van de speler, belt Alijev op om hem uit te schelden. Nadien belt hij opnieuw met het verzoenende voorstel om bij hem een thee te komen drinken. Alijev trapt in de val en gaat ernaartoe. Alleen. Het ontvangstcomité is indrukwekkend. Hij wordt in elkaar geslagen. Vanuit zijn bed in een ziekenhuis in Bakoe getuigt hij: ‘Ze waren met vijf of zes man en ze zijn direct op mij gevlogen om me af te tuigen.’ Zijn toestand verslechtert en hij belandt op de afdeling intensieve zorgen. Enkele dagen later overlijdt hij.
Mchitarjan persona non grata (2019)
Het feuilleton duurt verscheidene dagen. Zal Arsenal Henrich Mchitarjan wel of niet opstellen in de Europa Leaguefinale tegen Chelsea? Die wordt gespeeld in Bakoe – opnieuw een erg bekritiseerde keuze van de UEFA. Mag men een dergelijke verplaatsing opleggen aan supporters uit het hart van Europa? Als we vandaag op de websites van lagekostenmaatschappijen zoeken, dan moet je voor een retourvlucht Londen-Bakoe minstens 855 euro rekenen. Een tocht van ruim achtenhalf uur met een tussenstop van twee uur in Kiev. Tel daar nog de prijs bij van het ticket voor de finale en het verblijf. Niet verwonderlijk dus dat niet alle tickets die aan de clubs toebedeeld worden een afnemer vinden.
Daarbij komt nog het dossier-Mchitarjan. Zijn ‘probleem’: hij heeft de Armeense nationaliteit. En Armenië is de historische aartsvijand van Azerbeidzjan – beide landen vochten nog om de enclave Nagorno-Karabach bij hun territorium te voegen. Het conflict bedaart, laait dan weer op, en zo gaat het al een jaar of dertig. In april 2016 vielen er nog 110 doden tijdens de gevechten, in het begin van de jaren negentig waren dat er 30.000…
De speler van Arsenal beslist spontaan om niet naar Bakoe af te reizen, ondanks alle beloftes over zijn veiligheid die de Azerbeidzjaanse bond hem doet. ‘In de loop van het vorige decennium namen heel wat Armeense atleten deel aan internationale wedstrijden in Azerbeidzjan en er was nooit enig probleem’, staat er in het communiqué. De regering roept op om sport en politiek niet te vermengen. ‘Als een land een probleem heeft met een ander land, dan zou de UEFA aan dat land niet de finale mogen toekennen’, reageert Laurent Koscielny, de aanvoerder van de Gunners. Ook Amnesty International mengde zich in het debat: ‘We betreuren het dat dit land zijn vreselijke reputatie op het vlak van mensenrechten mag oppoetsen door zo’n prestigieuze match te organiseren.’
De UEFA’respecteert’ de beslissing van de speler. Mchitarjan verandert niet meer van mening en blijft in Engeland. Zijn ploegmaats vragen of ze een T-shirt met zijn beeltenis mogen dragen, maar dat wordt geweigerd door de UEFA. Tot slot is er nog de volgende punchline van UEFA-voorzitter Aleksander Ceferin: ‘We moeten het voetbal overal ontwikkelen, niet alleen in Engeland en Duitsland. De situatie van de mensenrechten is een probleem, maar er zijn ook problemen met mensenrechten in andere Europese landen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier