Van gokreclame tot Brusselse derby’s: het nieuwe seizoen van de Jupiler Pro League
De Brusselse stadsrivalen Union en Anderlecht nemen het vrijdagavond meteen tegen elkaar op. Zes wetenswaardigheden over het nieuwe voetbalseizoen.
1. Wie doet Antwerp wat?
The Great Old zette vorig seizoen zijn verrijzenis in de verf door zowel de beker als de landstitel te pakken, mede dankzij een flinke injectie Nederlandse bluf en knowhow: technisch directeur Marc Overmars, coach Mark van Bommel, de offensieve krachten Vincent Janssen, Gyrano Kerk, Jurgen Ekkelenkamp en Calvin Stengs. Tel daar ook maar Toby Alderweireld bij, de held van de kampioenswedstrijd tegen KRC Genk. Ook hij werd opgeleid in Nederland, bij de befaamde Ajax-academie.
Al die sleutelelementen bleven behouden, wat Antwerp de te kloppen ploeg maakt voor dit seizoen. Ook het 18-jarige goudhaantje Arthur Vermeeren, van wie verwacht wordt dat hij het komende jaar nog meer zijn stempel zal drukken, blijft (voorlopig) aan boord. De enige aderlating tot dusver is het vertrek van William Pacho, die samen met Alderweireld een solide verdedigend duo vormde. Mogelijk ziet Antwerp nog Jean Butez, verkozen tot doelman van het jaar, richting Engeland vertrekken. Het is dus vooral in het defensieve compartiment dat het sleutelen wordt voor Van Bommel.
Concurrentie moet er komen van Genk, waar eveneens weinig veranderde in dit tussenseizoen. Coach Wouter Vrancken verbaasde in zijn eerste seizoen door zijn ploeg meteen frivool combinatievoetbal te laten spelen. Het zijn automatismen waarop verder gebouwd kan worden. Met de flankaanvallers Alieu Fadera en Christopher Bonsu Baah werden al twee jonge, interessante spelers aangetrokken, maar een echte toptransfer ontbreekt nog. Vooral in de spits zou die welkom zijn, want een waardige vervanger voor Paul Onuachu is er nog altijd niet – zijn vertrek naar Southampton tijdens de winterstop brak de Genkies uiteindelijk zuur op. Bovendien is de kern momenteel wel zéér jong, met slechts één dertiger in de rangen.
We mogen stevige en spannende Brusselse derby’s verwachten.
Club Brugge kende, ondanks een historische Champions Leaguecampagne, een kwakkeljaar. Met liefst twee trainerswissels en een bijrol in de Champions’ Play-offs. Met Ronny Deila, de vurige Noorse coach die vorig seizoen Standard reanimeerde met efficiënt en dynamisch voetbal, werd een profiel binnengehaald dat volledig beantwoordt aan het clubmotto ‘No sweat, no glory’. Zijn komst mag gezien worden als de belangrijkste transfer van blauw-zwart. Brugge zag verder vooral volk vertrekken: Noa Lang, Clinton Mata, Abakar Sylla en kapitein Ruud Vormer. Na jaren van continuïteit wordt het een periode van heropbouw voor Club, maar de kapitaalkracht hebben ze alvast om Antwerp – zeker naarmate het seizoen vordert, zoals coach Deila voorspelt – het vuur aan de schenen te leggen.
Er wordt ook uitgekeken naar wat Gent kan betekenen. Onder Hein Vanhaezebrouck doet de ploeg weer mee voor de prijzen en met de lokale zakenman Sam Baro werd eindelijk de zo begeerde investeerder/overnemer gevonden. Bovendien baadt het offensief in weelde met het trio Tissoudali-Orban-Cuypers, voorlopig nog alle drie aan boord. Door de komst van de nieuwe investeerder vermindert tevens de noodzaak om een van die drie te gelde te maken. Met de bij Antwerp gratis opgehaalde Pieter Gerkens haalde Vanhaezebrouck een gedroomde vervanger binnen voor de afscheidnemende Vadis Odjidja. Achterin versterkte Gent zich met zekerheden als Ismaël Kandouss, de voorbije seizoenen steunpilaar in de Union-defensie, en de Japanner Tsuyoshi Watanabe van KV Kortrijk. Het zijn drie knappe transfers die de ambitie van de Buffalo’s onderstrepen.
2. Subtoppers
Dan is er nog het groepje schaduw- uitdagers, met Union op kop. De club uit Sint-Gillis verbaasde de voorbije twee seizoenen door telkens tot de laatste speeldag mee te strijden voor de titel. Dat was mede te danken aan een uitgekiend scoutingsysteem, gebaseerd op datavergaring, waarmee weinig bekende spelers binnengehaald werden die meteen een hoog rendement haalden. In combinatie met de juiste leraar voor de klas: eerst Felice Mazzu, vervolgens zijn assistent Karel Geraerts. Dat de club diezelfde Geraerts, door spelers en fans op handen gedragen, deze zomer liet vertrekken omdat hij hoopte op een beter contract, is een risicovolle beslissing. De Duitser Alexander Blessin is een capabele vervanger, die eerder bij KV Oostende bewees dat hij met bescheiden middelen resultaten kan behalen in onze competitie. Toch kondigt dit seizoen zich aan als een overgangsjaar. Na eerder Deniz Undav, Casper Nielsen en Dante Vanzeir, moest Union deze zomer ook al boegbeeld Teddy Teuma (naar Reims) laten gaan. Wellicht volgt ook smaakmaker Victor Boniface nog. Dat lijkt te veel van het goede, hoe performant het scoutingapparaat ook werkt.
Bij de traditionele topclubs Standard en Anderlecht wordt al enkele jaren de tering naar de nering gezet, wat de nodige weerslag heeft op de sportieve ambities. Het seizoen is voor beide geslaagd als PO 1 wordt gehaald. Standard doet dat met Carl Hoefkens aan het roer – hij maakte de omgekeerde beweging van Ronny Deila. Anderlecht hoopt op de vorig jaar ingeslagen weg verder te gaan met het Deense leidinggevende duo Brian Riemer-Jesper Fredberg. Zij willen paars-wit modern voetbal laten spelen, met veel dynamiek, pressing en loopwerk. In die optiek werd bijvoorbeeld de ‘oude’ Lior Refaelov bedankt voor bewezen diensten, ondanks een sterk seizoen. Met spits Kasper Dolberg, dik vijf jaar geleden nog dé wonderboy van Ajax, realiseerde het duo alvast een prestigetransfer. Maar of dat voldoende is? Twijfelachtig. Het ontbreekt dit Anderlecht aan creativiteit.
3. Van 18 naar 16
Door de uitbraak van de coronapandemie werd de JPL in het seizoen 2019/2020 stilgelegd met nog één speeldag te gaan in de reguliere competitie. Na een procedureslag werd beslist om geen enkele ploeg te laten degraderen en voor twee seizoenen 18 clubs in de hoogste divisie toe te laten. Een gevolg was dat zowel Play-off 2 als Play-off 1 beperkt werd tot telkens vier ploegen.
Die twee overgangsedities werden er uiteindelijk drie, maar nu keren we terug naar het format van voor corona. Daardoor degradeerden enkele maanden geleden drie ploegen (Zulte Waregem, KV Oostende en Seraing) en kon slechts één ploeg promoveren (RWDM) uit de Challenger Pro League.
Dit seizoen gaat dus weer van start met 16 ploegen en aan het eind krijgen we Champions’ Play-offs met zes ploegen die strijden om de titel, Europe Play-offs met de nummers 7 tot 12 uit het reguliere klassement, en Relegation Play-offs tussen de laatste vier van het klassement.
4. Drie Brusselse eersteklassers
Doordat onze eerste klasse van 18 ploegen opnieuw herleid werd naar 16, was er ook maar plek voor één promovendus uit eerste klasse. RWDM haalde het felbegeerde ticket binnen. Sinds de Amerikaanse zakenman en multimiljonair John Textor – die ook Crystal Palace, Botafogo en Olympique Lyon in zijn portefeuille heeft – er begin 2022 neerstreek, kwam de heropleving van de club uit Molenbeek in een stroomversnelling, 20 jaar na het faillissement (en de schrapping) van de club in 2002. Onder meer dankzij de komst van enkele Braziliaanse talenten en spelers van zusterclub Crystal Palace was RWDM in de eindspurt net dat tikje sterker dan Waasland-Beveren.
Zo krijgen we voor het eerst sinds 1988 weer drie Brusselse clubs in de hoogste afdeling. Toen was dat naast Anderlecht en RWDM het minder bekende Racing Jet Bruxelles. Dit keer is het Union.
Elk hebben ze hun eigen aanhang. Anderlecht is vooral nationaal gekleurd (80 procent van de abonnees komt van buiten het Brusselse Gewest), Union is de volksclub met hipsterallures – veel studenten, veel Dansaertvlamingen, een charmant stadion, een sympathieke uitstraling – en RWDM is de ploeg waarbij de échte Brusselaars, de arbeidersklasse en de nieuwe Belgen hun passie kwijt kunnen.
Het zijn uiteraard stereotyperingen, maar volgens verschillende sporteconomen zijn de drie clubs niet per se zakelijke concurrenten. Ook het feit dat twee van die drie clubs in handen zijn van kapitaalkrachtige buitenlanders – RWDM met John Textor, Union met de Brit Tony Bloom – speelt een rol. Daardoor zijn die clubs sowieso minder afhankelijk van ticketverkoop of abonnees. Sportief succes is voor hen de belangrijkste parameter om meerwaarde te creëren. In die zin mogen we stevige en spannende Brusselse derby’s verwachten. Alleen op het vlak van talentscouting kan die herverdeling binnen het hoofdstedelijke gebied voor hyperconcurrentie zorgen.
5. Geen gokreclame meer
Sinds 1 juli 2023 is gokreclame verboden. Dat heeft gevolgen voor de sportindustrie, die zich rijkelijk laafde aan die inkomstenbron. Om tegemoet te komen aan de verzuchtingen uit de sportsector wordt met een uitfasering gewerkt. Vanaf 1 januari 2025 wordt gokreclame definitief uit de stadions gebannen, met uitzondering van shirtreclame. Die wordt pas vanaf 1 januari 2028 aan banden gelegd. In een voetbalcompetitie waarin alle clubs sponsorcontracten hebben met gokbedrijven heerst grote nervositeit.
Net als bij de Pro League zelf, want op vraag van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) stopt de Nationale Loterij tegen eind dit jaar wellicht met de sportweddenschappen van Scooore, dat onder meer hoofdsponsor is van de hoogste vrouwenafdeling. Bovendien dringt de ethische vraag zich op: als je gokverslavingen aanpakt, wat dan met alcoholverslaving en het feit dat onze eerste klasse de naam van een biermerk draagt?
6. Match stilgelegd? Voortspelen
Vanaf komend seizoen worden geen wedstrijden uit de Pro League nog beslist via de groene tafel, maar wordt elke wedstrijd gespeeld op het veld. We krijgen dus geen farces meer zoals vorig seizoen, toen de gestaakte wedstrijd tussen Charleroi en KV Mechelen eerst wel en dan weer niet opnieuw gespeeld moest worden.
Wordt een wedstrijd nu stopgezet wegens wangedrag van toeschouwers, dan gaat de wedstrijd verder achter gesloten deuren, vanaf de minuut van de stopzetting. Dat betekent in de praktijk dat een wedstrijd tot na middernacht kan duren, want men moet een heel stadion ontruimen vooraleer de hervatting kan starten. Geen sinecure.
Een andere nieuwigheid zit nog in de pijplijn. Pro Leaguevoorzitter Lorin Parys zette enkele maanden geleden de schouders onder de vraag naar meer transparantie in de communicatie tussen de VAR en scheidsrechters – naar het voorbeeld van de hockeysport. In Italië zal men daar dit seizoen al mee experimenteren. In België voorlopig niet, maar gesprekken daarover zijn aan de gang.