Union-verdediger Christian Burgess: ‘Ik geniet van plagen, tot op het randje’
Hij heeft de scherpste tong van het Belgische voetbal, en tegelijk is Christian Burgess een heer met een diploma geschiedenis. ‘Ik ben vooral bezig met de grote kwesties van onze tijd.’
Hij is bedachtzaam, welbespraakt en heeft een sterke interesse voor politiek en maatschappij. Maar zet hem op een voetbalveld en Christian Burgess (32) wordt een boef. Een mannetjesputter die zijn tegenstander opjut en de supporters uitdaagt. Al kan hij evengoed een exposé houden over ecomodernisme, de troepenopbouw aan de Russische grens of de kwalijke invloed die het Britse kolonialisme vandaag nog uitoefent in Afrika. De Brit is van vele markten thuis.
Lang leek een profcarrière niet weggelegd voor hem. De langharige verdediger van Union werd weggestuurd op de jeugdacademies van Arsenal en West Ham: niet goed genoeg. Burgess zette profvoetbal uit zijn hoofd en ging geschiedenis studeren. Op een toernooi met het universiteitsteam merkten de scouts van Middlesbrough hem op. Hij werd uitgeleend aan teams uit de lagere reeksen van het Engelse voetbal. In 2020 kreeg hij onverwachts telefoon uit België: of hij interesse had in Union Sint-Gillis, een Belgische tweedeklasser? Hij had nog nooit van de club gehoord, maar had wel zin in een avontuur.
Drieënhalf jaar later heeft Burgess met Union twee keer nipt naast de Belgische landstitel gegrepen. Derde keer, goede keer? De Brusselaars lieten in de zomer acht basisspelers vertrekken, en toch voeren ze opnieuw het klassement aan. ‘Ik heb me in de transferperiode geen moment zorgen gemaakt’, zegt hij. ‘De club draait al drie jaar consistent mee aan de top. Spelers komen, spelers gaan, maar Union blijft ijzersterk presteren. Is er werkelijk nog iemand verbaasd dat we alweer op kop staan?’
Trashtalk is voor Britten heel normaal, maar in België zijn voetballers het niet gewend, merk ik.
Dus toen Victor Boniface, Teddy Teuma en Siebe Van der Heyden vertrokken, dacht u niet: wat nu?
Christian Burgess: Dat was niet mijn eerste gedachte, nee. Ik was vooral blij voor Bony, Teddy en de anderen: als voetballer droom je van zo’n stap hogerop. Ze hebben het ook allemaal dik verdiend. Ik werd hun grootste supporter en volg de uitslagen van de Duitse, Franse en Spaanse competitie om te zien hoe ze het doen.
Twee spelers springen eruit dit seizoen: Cameron Puertas en Mohamed Amoura. Als je ziet hoe goed Puertas speelt, is het kras dat hij vorig jaar bij Union op de bank zat.
Burgess: Dat gaat hand in hand met het vertrek van andere jongens. Op de positie van Puertas speelde vorig seizoen Teddy Teuma, een van de allerbeste voetballers in de Belgische competitie. Lastig om hem te verdringen. Dat Puertas nu uitblinkt, verdient lof, maar nog knapper is dat hij vorig jaar hard bleef werken, ook al zat hij op de bank.
Krijgt u op training vat op de snelle Amoura?
Burgess: Ik ben blij dat we zelden elf tegen elf voetballen op training: hij krijgt amper de gelegenheid om mij pijn te doen met zijn versnellingen. (lacht) Ik heb nog niet vaak een spits gezien met zo veel snelheid, die ook nog eens erg precies is in de afwerking. Amoura is een attractie: er gaat een zindering door het stadion wanneer hij de bal krijgt. Mohamed speelt momenteel met Algerije op de Africa Cup. Ik hoop dat hij het er geweldig doet, maar we zullen hem missen.
Weten ze in uw thuisland dat er een Brit aan de top speelt in België? Hebben er in de zomer Premier League-clubs geïnformeerd?
Burgess: Er zijn geen aanbiedingen binnengekomen. Ik sta niet op de radar bij clubs uit de Premier League en daar heb ik vrede mee. Want ik ben tevreden bij Union. Het is een ambitieuze club met geweldige fans en privé kon ik het niet beter treffen. Ik hou van de stad Brussel, ik ben hier intussen getrouwd en heb een vriendenkring opgebouwd. Voordat ik dat allemaal achterlaat, moet er al een geweldig aanbod op tafel liggen. Voor een 32-jarige verdediger zit dat er waarschijnlijk niet in. Dat is oké. Ik heb niet het gevoel dat ik iets te bewijzen heb aan mijn thuisland, ook al ben ik nu een veel betere speler dan toen ik uit Engeland wegging. Ik verlang niet terug naar Engeland. Het zou best kunnen dat ik na mijn carrière in België blijf.
U bent vegan. Ex-pistier Kenny De Ketele, die ook vegan is, zei in Knack dat andere mensen zich vaak aangevallen voelen door het feit dat hij geen vlees eet. Alsof ze hun eigen gedrag moeten verantwoorden.
Burgess: Dat herken ik. Mensen kunnen zich moeilijk bedwingen om kritiek te geven op vegans, maar wat ze dan eigenlijk zeggen is dat hun eigen manier van leven de enige goede is. Bizar, toch? Mij boeit het niet wat anderen eten. Je doet maar. Leven en laten leven. Ik heb de indruk dat er in België veel weerstand bestaat tegen veganisme, in ieder geval meer dan in Groot-Brittannië. Het idee dat je ook in je voeding ethische keuzes kunt maken, maakt mensen blijkbaar ongemakkelijk.
U bent vrijwilliger bij Care4Calais, dat migranten opvangt die de oversteek naar Groot-Brittannië willen wagen. Hoe is de situatie in Calais?
Burgess: Erger dan ooit. Er blijft maar volk toestromen, terwijl het vriest en we pas nog maar zware regenstormen hebben gehad. Kampeer onder die omstandigheden maar eens in de buitenlucht. Ik ben zelf niet meer ter plaatse geweest sinds oktober – te druk, jammer genoeg – maar de beelden die ik toegestuurd krijg van gescheurde tenten en weggeblazen slaapzakken stemmen me droef. Dat we toestaan dat medemensen in zulke erbarmelijke omstandigheden moeten ploeteren, zegt iets over ons als soort.
Uw masterscriptie geschiedenis ging over de bewapeningswedloop in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog. Ziet u parallellen met vandaag? Zweden trekt zijn defensiebudget op uit vrees voor een Russische inval.
Burgess: Ik zie gelukkig nog altijd meer verschillen. Dat Europese landen investeren in hun legers is natuurlijk eng en verhoogt de kans op conflicten. Tegelijk lijken de investeringen erop gericht om Rusland af te schrikken, zodat het juist niet ontspoort. Maar het zijn beangstigende jaren in Europa. Toen ik opgroeide, heerste er een vanzelfsprekend gevoel van vrede. Alsof ons niets kon gebeuren. Toen woedden er oorlogen in Irak en Afghanistan. Vandaag is het Oekraïne en Gaza: veel dichter bij onze deur. Maar ik ben geen expert, ik ben maar een voetballer.
Geschiedenisboeken lees ik niet meer zo vaak. Vandaag ben ik meer bezig met hedendaagse politiek en de grote kwesties van onze tijd, zoals klimaatverandering, ecologie en migratiestromen. Mijn vrouw kocht me voor kerst het boek Crossings van journalist Ben Goldfarb. Het gaat over road ecology, hoe de natuur voor een groot stuk gestuurd en ook mismeesterd wordt door hoe wij wegen aanleggen. Je kijkt nooit nog op dezelfde manier naar een kruispunt. Dat vind ik leuk: de wereld eens op een andere manier bekijken. Een inzicht dat je zekerheden onderuithaalt.
Terug naar de bal: u bent bijzonder expressief op het veld, een meester in trashtalk: het jennen van tegenstanders om hen van de wijs te brengen. Rendeert trashtalk?
Burgess: Ik kom uit het Engelse voetbal: tegenstanders opjutten hoort bij onze voetbalcultuur. Je pest de ander tot de stoom uit zijn oren komt en probeert zo het mentale overwicht te halen. Voor mij is dat heel normaal, maar in België zijn voetballers het niet gewend, merk ik. Moet ik daarom veranderen? Ik denk zelfs niet dat ik het zou kunnen. Ik ben van nature erg competitief. Ook bij een potje tafeltennis zal ik hemel en aarde bewegen om je te kloppen.
Ik hou van de strijd, ik hou ervan tot het uiterste te gaan. Dat maakt voetbal zo mooi: twee teams zetten alles op alles, en aan het eind proeft er één de zoete smaak van de overwinning. Ik geniet van de banter, van dat plagen op het randje van wat toegelaten is. En ik geniet van mijn interactie met de fans van de tegenstander. Laat ze van mij maar de slechterik maken: het doet des te meer deugd wanneer mijn ploeg toch wint. (lacht)
Vorig seizoen bootste u een hengelaar na, nadat u een gevaarlijke aanval van Club Brugge had afgeslagen. ‘We hebben dit team aan de haak’, zoiets. Hebt u achteraf nooit gedacht: had ik dat wel moeten doen?
Burgess: Dat was maar een grapje, hè. Ik weet dat het evengoed in mijn gezicht kan ontploffen als die match toch nog kantelt. Zolang het met humor gebeurt… Er zit nooit valsheid achter wanneer ik zoiets doe. Het is plagen en entertainen, uitdelen en incasseren. Prikken, in de wetenschap dat je zelf ook gestoken kunt worden. Ik kan het best verdragen dat anderen mij over de hekel halen. Graag zelfs, zoiets wakkert het vuur aan.
Wie is de snedigste trashtalker in België? Welke tegenstander plaagt graag terug?
Burgess: Er zijn er maar weinigen bedreven in, maar de Zuid-Amerikanen van Racing Genk kunnen er ook wat van. Fijn. Ik hou van pittige duels.
Zegt u het eens: waarom wordt Union dit jaar wél kampioen?
Burgess: Omdat we geleerd hebben van onze mislukkingen. Vorig seizoen hadden we alles in handen, maar hebben we het zelf verprutst. Toby Alderweireld zet het kampioenschap op z’n kop met een wondergoal, maar als wij gewoon onze match tegen Club Brugge hadden gewonnen, dan had het niet uitgemaakt. De opdracht is duidelijk: koel blijven en onze kansen afmaken.
Het is vroeg om erover te praten, maar ik kijk uit naar de play-offs. Die worden dit jaar opnieuw gespeeld met zes teams. Je speelt tien wedstrijden en treft tegenstanders die uitgeschakeld zijn voor de titel en je opwachten met minder stress in de benen. Gevaarlijk, hoor. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat ons team die uitdaging aankan. Voor Nieuwjaar speelde Union dominant. Ik zou niet weten waarom dat in 2024 zou veranderen. Eerst volgend weekend Anderlecht opzijzetten. Een gevaarlijke ploeg. Ik verwacht een derby op het scherpst van de snee.
Christian Burgess
1991: Geboren in Barking, Verenigd Koninkrijk.
2013: Profdebuut bij Middlesbrough, in de Engelse tweede klasse.
2017: Kampioen met Portsmouth in de Engelse vierde klasse.
2020: Transfer naar Union.
2021: Kampioen in de Belgische tweede klasse.
2023: Speelt met Union de kwartfinale van de Europa League.