The making of Zinho Vanheusden, de duurste voetballer in de Belgische competitie

© BELGAIMAGE
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Een verhaal over hard werken, Mogi Bayat en lastige nachten. En Milaan, altijd weer Milaan.

Hij wordt wel eens ‘de toekomstige patron van de defensie van de Rode Duivels’ genoemd. Standard telde 12 miljoen euro neer voor Zinho Vanheusden – al zal Inter hem wel voor minstens hetzelfde bedrag terugkopen, een manier om de Financial Fair Play te omzeilen. Hoe dan ook: op zijn 20e is Vanheusden de duurste inkomende transfer ooit in onze competitie. Hoe kan het dat je op die leeftijd al zoveel geld waard bent? Een analyse.

Blessures

De afgelopen drie jaar lag Vanheusden in totaal 360 dagen in de lappenmand, dat is zowat één dag op drie.

In oktober 2016 loopt hij bij de Primavera van Inter een neusbreuk op. Eén maand out. In september 2017 is het erger. Na enkele passages op de reservebank van de eerste ploeg, scheurt hij in de UEFA Youth League de kruisbanden. Hij revalideert in Antwerpen, wordt ondertussen aan Standard uitgeleend en maakt na 200 dagen zijn rentree in de play-offs, onder Ricardo Sá Pinto. Enkele dagen later voelt hij weer iets aan de knie. Nieuwe operatie en een kruis over het EK met de U21.

Telkens werkte hij met volle overtuiging aan een comeback, met de wil om nog sterker terug te keren. ‘Het is een jongen die hard werkt. Elke keer dat hij bij mij kwam revalideren, was hij vastberaden’, zegt kinesist Lieven Maesschalck. ‘Op zijn achttiende vond ik hem al erg volwassen.’

Harde jeugdcoach

Zijn vader, Johan Vanheusden, kent de het voetbal en zijn eisen. Hij speelde in de jaren 90 bij Beerschot en Seraing. Sparen deed hij zijn zoon niet. Zinho: ‘Hij was erg kritisch. Als we met de jeugd van Standard 10-0 wonnen, kon ik wel zingen van blijdschap. Tot zijn commentaar kwam. Soms huilde ik op de terugweg naar huis. Nu begrijp ik waarom hij dat deed, hij wilde me harder maken.’

Op zijn zestiende vertrekt hij naar Inter. Alleen. Hij staat voor alles zelf in: de was en de plas, vliegtuigtickets bestellen, hotels boeken. En vooral: hard worden in het voetbal. Urenlang krijgen de jeugdspelers video’s te zien over de beste manieren om te verdedigen. Hoe het lichaam zetten, hoe verdedigen op vrije trappen… ‘Soms vermoeiend, maar ik vond het wel interessant’, zegt hij. ‘Maar als het je niet echt interesseert, word je er gek van.’

Eén man in het bijzonder droeg veel bij tot zijn ontwikkeling in Italië: Stefano Vecchi, coach van de Primavera. Een hardvochtige man die geen enkele band wou met zijn spelers… zodat hij hen beter kon kraken. Iemand die een fout maakte, werd meteen uitgekafferd voor de hele groep. Ook Zinho, die dat niet gewend was, als lieveling van de Belgische trainers. Iedereen beefde voor Vecchi, maar aan het eind van de rit gloorde de kampioenstitel.

Discrete makelaar

‘Ik geef je informatie over Zinho, maar noem mijn naam niet, want dat dient nergens toe en ik heb geen nood aan publiciteit.’ Dat was in maart de teneur van ons gesprek met Stijn Francis, makelaar van Dries Mertens, Toby Alderweireld, Sven Kums, Paul-José Mpoku, Loïs Openda en dus ook Vanheusden. Een man die niet de schijnwerpers maar de luwte opzoekt, eerder zeldzaam in dat wereldje. Toch verscheen hij in mei op het gala voor de Profvoetballer van het Jaar. In de nasleep van operatie Propere Handen had de Pro League beslist geen makelaars uit te nodigen, maar Francis was er als vertrouwensman van Zinho Vanheusden, genomineerd voor de trofee Rookie van het Jaar.

Uitgaan, blingbling of zijn sociaal leven op de sociale media tonen is niet aan hem besteed. Hij zegt dat hij weinig vrienden heeft en erg op zijn familie gesteld is.

Mogi Bayat heeft wel eens geprobeerd om Vanheusden in zijn portefeuille te krijgen en zo nog meer grip te krijgen op het sportief beleid van Standard. Hij slaagde daar niet in, omdat de jonge verdediger trouw is. Zinho wilde de makelaar die hem begeleid in zijn keuzes, samen met zijn vader, niet zomaar laten vallen. Stijn Francis behoedt zijn poulain voor valstrikken in de vorm van vette buitenlandse contracten. Tijdens zijn verblijf in Milaan waren er ronkende aanbiedingen uit Turkije en Rusland, maar Francis legde aan de clan-Vanheusden uit dat het slechts kortetermijngewin was.

Slapeloosheid

Bij de Vanheusdens is het al voetbal wat de klok slaat. Toen Zinho bij de jeugd van Inter speelde, kwam vader Johan bijna al zijn wedstrijden ter plaatse bekijken. Soms legde hij de 900 kilometer tussen Hasselt en Milaan per auto af. Dan profiteerden ze ervan om samen naar de wedstrijd van de eerste ploeg van Inter te gaan kijken. De dag nadien keerde Johan dan weer terug naar België. ‘Wanneer ik mijn vader langs het veld opmerkte tijdens de opwarming, voelde ik me altijd direct beter’, vertrouwde Zinho ons destijds in Italië toe.

Zinho houdt van het voetbal, maar niet van de randfenomenen. ‘Hij springt nooit uit de band’, zegt Jean-François Remy, de assistent van Johan Walem bij de Beloften. ‘Hij is niet verlegen, maar beleefd. Als hij je niet kent, blijft hij op de vlakte, maar hij zal altijd luisteren.’ Uitgaan, blingbling of zijn sociaal leven op de sociale media tonen, dat is ook niet aan hem besteed. Hij zegt dat hij weinig vrienden heeft en erg op zijn familie gesteld is. Hij is beducht voor nieuwe ‘vrienden’ die alleen maar op hem af komen omdat hij profvoetballer is. Hij verkiest naar eigen zeggen ‘duurzame vriendschappen die los staan van mijn carrière’.

Wakker liggen voor een wedstrijd door de stress, dat doet hij nooit. Na een match is dat helemaal anders. De avond zelf al bekijkt hij de wedstrijd opnieuw, soms met zijn vader. Daarbij zijn ze het lang niet altijd eens. Nadien kijkt hij doorgaans nog naar een tv-serie, waarop een lastige nacht volgt. Hij zegt dat hij dan gemiddeld maar een paar uur slaapt. ‘Als we drie wedstrijden per week spelen, ben ik dus soms een zombie.’

Pretpark

Zinho Vanheusden blijft ervan overtuigd dat zijn carrière ‘via Milaan en dat mythische stadion’ zal verlopen. Maar hij vertelt ook dat Standard de club van zijn hart blijft. Zijn vader had vroeger een abonnement en nam hem soms mee naar Sclessin. Er bestaan foto’s waarop je hem geschminkt ziet in rood en wit, op de avond van de bekerfinale van 2007 (verloren tegen Club Brugge). Hij bevestigt dat ‘de sfeer op Sclessin fenomenaal is’ en hij vergelijkt het vaak met een pretpark: ‘Ik ben niet iemand die snel stress heeft, maar als je zo’n stadion binnenkomt moet je toch je emoties bedwingen.’

Voor de eerste wedstrijd waar hij dit seizoen aan de aftrap kwam, kreeg hij de kapiteinsband van Michel Preud’homme. Een belangrijk symbool voor hem. Ondertussen staat hij weer in het centrum van de verdediging, samen met Konstantinos Laifis. Hij beschouwt de Cyprioot als de beste verdediger van Standard. ‘Maar de media lijken dat niet te beseffen. Ik heb de indruk dat men hem onderschat, gewoon omdat hij niet zo opvalt.’

Onlangs scoorde hij zijn eerste goal voor de Beloften. De volgende stap: de Rode Duivels. Roberto Martínez liet zijn naam al vallen. En hij kreeg een telefoontje van de bondscoach tijdens zijn revalidatie. ‘Dat was erg speciaal’, zegt Vanheusden. ‘Dat wil toch zeggen dat hij me blijft volgen en dat hij in mij gelooft.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content