Stéphane Demol, de Rode Duivel die Rik De Saedeleer uitzinnig maakte
Ex-voetballer Stéphane Demol is op 57-jarige leeftijd overleden. De voormalige Rode Duivel zat nooit om straffe taal verlegen. Als amper twintigjarige bezat hij al een grote dosis lef en eigenzinnigheid, een Hollandse zelfzekerheid als het ware. Maar vroeg rijp is vaak vroeg rot. Hij nam het soms allemaal wat licht op, de Brusselaar. Geen echte ket, maar een jongen uit de betere rand, geboren in Watermaal-Bosvoorde. Voor zijn carrière echt begon, was ze alweer voorbij.
De jonge Stéphane wordt op zijn veertiende door Anderlecht weggeplukt bij Drogenbos. Vier jaar later debuteert hij in het eerste elftal, een zeldzaamheid gezien het beperkte aantal jeugdspelers dat in die tijd doorbreekt bij paars-wit. De jongeman heeft dan ook veel talent, is een prima meevoetballende verdediger en heeft bovendien ook nog présence te koop. Een gezonde dosis lef, zeg maar. Of een ongezonde, dat zou later moeten blijken.
In 1986 zit Demol al aan de top. Hij heeft een basisplaats afgedwongen centraal in de verdediging van paars-wit en speelt een doorslaggevende rol in het kampioenschap. Tijdens de tweede testmatch in Brugge scoort hij de 2-2 die Anderlecht de titel oplevert. Beheerst pikt hij een afvallende bal mee op het middenveld, glipt in enkele stappen door de buitenspelval en deponeert de bal dan netjes in de hoek naast Philippe Vande Walle.
Enkele weken later reist hij met de Rode Duivels naar Mexico, waar hij na enkele tegenvallende resultaten van de Belgen samen met dat andere jeugdige talent, Patrick Vervoort, in de ploeg gedropt wordt. Demol bedankt met enkele ijzersterke prestaties, zoals die tegen de USSR. In de verlengingen kopt hij zelfs de 3-2 binnen, wat commentator Rik De Saedeleer en duizenden nachtelijke kijkers in België uitzinnig maakt. Net twintig geworden is hij met dat doelpunt de jongste schutter van het hele toernooi. En dat voor een centrale verdediger.
Lees hieronder verder
Stéphane Demol
Geboren: 11 maart 1966
Nationaliteit: Belg (38 caps)
Clubs: Drogenbos (1975-1980), Anderlecht (1980-1988), Bologna (1988-1989), Porto (1989-1990), Toulouse (1990-1991), Standard (1991-1993), Cercle Brugge (1993-1994), Braga (1994-1995), Panionios (1995-1996), Lugano (1996-1997), Toulon (1997-1998), Denderleeuw (1998-1999), Halle (1999-2000)
Palmares: kampioen (1986, 1987 en 1990), beker (1993)
Die beroemde goal zal de enige blijven die Demol maakt in het shirt van de nationale ploeg, ondanks de 38 caps die hij verzamelt. Uiteraard is dat ook niet zijn eerste taak, maar toch, het is ergens tekenend voor het feit dat Demol snel zijn top bereikt maar vervolgens ook vrij vlug afglijdt. Hij heeft zijn beperkingen als verdediger – hij is niet van de snelsten en met zijn gestalte ook niet erg wendbaar – die hij evenwel ruimschoots compenseert door zijn duelkracht, kopbalsterkte en bluf.
Het overbluffen van de tegenstander, ook steeds meer het overbluffen van zichzelf. Het zal allemaal we loslopen, toch?
Demol blijft nog twee seizoenen bij Anderlecht, waarin hij nog een tweede titel pakt. Hij is nog altijd maar 23 wanneer hij voor zon en geld naar FC Porto verhuist. Eén goed seizoen zal hij daar spelen. Daarna begint in wezen al zijn fin de carrière, op zijn 24e, een fin de carrière die meer dan tien jaar zal aanslepen, met planloze omzwervingen langs een hele resem clubs voor gevolg.
Zeker, Demol laat bij momenten nog mooie dingen zien. Zoals bij zijn terugkeer naar België, wanneer hij bij Standard in een sterke ploeg met Wilmots, Genaux, Léonard en Cruz terechtkomt. Samen met Cruz leidt hij de verdediging, waarbij zijn mondigheid hem goed van pas komt. Maar op voetbalvlak is het toch allemaal wat weinig, niet met de nodige overtuiging, alleszins niet meer wat het geweest is. Bij Cercle speelt hij nauwelijks, blessures steken herhaaldelijk de kop op en jaarlijks zit het bij steeds een andere club weer tegen.
Wanneer zijn spelerscarrière zich naar het einde heeft gesleept, zet Demol zijn eerste stappen in het trainersvak. Hij laat zich vooral opmerken als goed van de tongriem gesneden assistent-coach. Zoals bij Standard, wanneer Sérgio Conceição zijn truitje in het gezicht van de scheidrechter slingert en Demol laconiek reageert: ‘Er stond nogal wat wind.’ Nadien vindt hij als hulptrainer van de Rode Duivels zijn oude vriend en leermeester van bij Anderlecht terug: René Vandereycken. De bondscoach en zijn assistent, een koppig duo dat het goed met elkaar kan vinden. Twee eigenzinnige karakters, maar als speler alleszins een niet te vergelijken carrière.
De gewezen voetballer en trainer werd amper 57 jaar oud. ‘We zullen hem missen’, liet Anderlecht gisteren weten. ‘Rust in vrede, Stéphane.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier