Sport als verzet: voetbalstadion van Sjachtar Donetsk is nu Russisch wapendepot

‘Wij halen energie uit de successen op het slagveld.’ ©  Getty Images
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De oorlog beroofde Sjachtar Donetsk van zijn stadion en van een rist dure buitenlandse topvoetballers. Maar het team zet door.

Het is voorbij halfzeven op een zaterdag in maart. Igor Jovicvic (49) haalt zijn telefoon uit zijn zak en toont wat het betekent om te voetballen in tijden van oorlog. De coach van Sjachtar Donetsk veegt zijn duim over het scherm en drukt op play. We zien een filmpje uit oktober vorig jaar. Zijn spelers zitten bijeengekropen in de duistere schuilkelder onder het stadion van Lviv. Behalve een paar oplichtende smartphoneschermen is het er aardedonker. ‘Er was geen elektriciteit, geen internet en buiten huilden de sirenes’, herinnert Jovicvic zich. Door het bomalarm werd de aftrap van de wedstrijd tegen Oleksandria twee uur uitgesteld. ‘Op dat moment waren we geen spelers of coaches’, zegt hij met holle ogen. ‘We waren mensen en we waren bang.’ Jovicvic, geboren in Zagreb, kent de angst voor de dood. Beelden uit de Balkanoorlogen zijn in zijn geheugen gegrift, al is hij toen aan het ergste ontsnapt: als profvoetballer zat hij vaak in het buitenland. Maar de oorlog heeft hem alsnog ingehaald. ‘Dit zijn verdomd moeilijke tijden. Maar ze zullen de Oekraïners sterker maken.’

Door de oorlog heeft Sjachtar Donetsk zichzelf moeten heruitvinden.

Sinds de Oekraïense president Volodymyr Zelensky vorige zomer besloot dat culturele manifestaties opnieuw konden doorgaan, rolt in het westen van het land weer de bal. Als teken van normaliteit. Het moet tonen dat de Russen Oekraïne er niet onder hebben gekregen. Voetbal, de volkssport nummer één, is er uitgegroeid tot een symbool van verzet. Dat geldt des te meer voor topclub Sjachtar, uit de mijnwerkersstad Donetsk in Oost-Oekraïne. De dertienvoudige Oekraïense kampioen is samen met Dynamo Kiev de succesvolste van het land. In 2009 won Sjachtar de UEFA Cup en de club deed meermaals van zich spreken in de Champions League. Ook dit seizoen speelde het Europees, maar dat werd geen succes: de oorlog had het team mentaal en fysiek uitgeput.

Catacomben

Als Sjachtar speelt, leeft heel het land mee, ook de soldaten in de loopgraven. ‘We weten dat onze overwinningen hen kracht geven’, zegt trainer Jovicvic. ‘En wij halen energie uit hun successen op het slagveld.’

Toen de oorlog begon, was Jovicvic coach bij SK Dnipro-1, een eersteklasser uit het zuidoosten van het land. Om vijf uur ‘s ochtends werd hij gewekt door bominslagen. Hij en zijn spelers zochten beschutting in de catacomben onder het stadion. Te oordelen naar het gedaver kwam het mortiervuur gestaag dichterbij. De Kroatische coach laadde hebben en houden in zijn auto en ondernam een zestig uur durende tocht naar Roemenië, ‘via binnenwegen die zelfs Google Maps niet kent’. Nadat zijn auto was vastgelopen in het drassige terrein stak hij te voet de grens over. Toen hij veilig in het vliegtuig van Boekarest naar Zagreb zat, huilde hij van opluchting. Maar na twee maanden kreeg Jovicvic wroeging. Hij kon niet vanaf de zijlijn toekijken bij wat er in Oekraïne gebeurde, een land dat twintig jaar zijn thuis was geweest. Hij overlegde met zijn vrouw en zonen en boekte een vlucht naar Oekraïne. De Kroaat kan moeilijk onder woorden brengen wat hem tot die beslissing dreef. ‘Het waren de mensen. Ze zitten in mijn hart.’

Jovicvic ging aan de slag bij Sjachtar Donetsk. De club heeft al sinds 2014, bij de annexatie van de Krim, geen eigen thuisstadion meer. Het beschikt nochtans over een hypermoderne voetbaltempel, die in 2012 nog het Europees Kampioenschap voetbal ontving. In datzelfde stadion stockeren de Russen nu hun wapens. Sjachtar trekt als een nomade door het land. Het team speelde in Charkiv, later in Kiev. Vandaag werkt het zijn thuiswedstrijd af in Lviv, een stad op 70 kilometer van de Poolse grens.

Wasrekken in de vip

Het is zondag, 14 uur. Sjachtar Donetsk voetbalt tegen Metalist Charkiv. De lucht is grijs, een ijzige wind fluit over de lege tribunes. Een handvol journalisten en clubmedewerkers slentert naar de zitjes, die in de Oekraïense kleuren zijn geschilderd. Fans zijn om veiligheidsredenen niet toegelaten.

Juichende vrouwen, kinderen en oude mannen in joggingpakken volgen het spel op een scherm net buiten het stadion. Het zijn vluchtelingen uit door Rusland bezette gebieden zoals Donetsk en Loehansk. Tweehonderd van hen leven in de vipruimte boven in het stadion. Ze slapen op houten bedden en drogen hun was op rekken die ze voor de brede panoramische ramen plaatsen. De dag voor de wedstrijd heeft Jovicvic hen bezocht. Met de vluchtelingenkinderen trapte hij een balletje. Hij luisterde naar hun zorgen, sprak hen moed in en deelde handtekeningen uit. Hij doet het voor elke wedstrijd. Het lot van deze mensen raakt hem. ‘Wij vechten om wedstrijden te winnen, zij vechten voor hun leven.’

Door de oorlog heeft Sjachtar Donetsk zichzelf moeten heruitvinden. Het team bestaat voornamelijk uit jonge Oekraïense spelers die zonder de oorlog wellicht nooit een kans hadden gekregen in het basiselftal. Voordien stond de club bekend om zijn Braziliaanse topvoetballers. Na de invasie zijn ze allemaal naar hun thuisland gevlucht. Het clubbestuur is er niet over te spreken hoe dat precies is verlopen. De wereldvoetbalbond FIFA verordonneerde al in maart vorig jaar dat buitenlandse spelers gratis onder hun contract uit konden komen. Dat kostte Sjachtar zo’n 40 miljoen euro aan transfergeld.

Huilende spelers

Afgelopen oktober, één dag voor de Champions Leaguewedstrijd tegen Real Madrid, trof coach Jovicvic huilende spelers aan bij het ontbijtbuffet. Kiev was getroffen door een zware raketaanval, maar de spelers konden hun gezinnen niet bereiken. ‘Hoe kun je onder zulke omstandigheden een voetbalwedstrijd voorbereiden?’ Toch speelde Sjachtar gelijk tegen het grote Real Madrid. Real-coach Carlo Ancelotti zei na afloop: ‘Onze tegenstander verdiende de overwinning.’

Op zich ontbreekt het de voetballers van Sjachtar aan niets in hun resort in Lviv, maar ze hebben gemengde gevoelens bij die luxe. ‘Het voelt als een gouden kooi. Tot rust komen is er onmogelijk’, zegt Jovicvic. Een paar maanden geleden werd een elektriciteitscentrale in de buurt van Lviv getroffen door een raket. ‘De hotelmuren trilden’, vertelt Jovicvic. Hij probeert zich af te schermen van de oorlog, maar in de praktijk lukt dat niet goed. Voortdurend rinkelt de luchtalarmapp op zijn telefoon, die bij ieder Russisch projectiel een waarschuwing zendt. Jovicvic zegt dat hij ervan droomt om terug te keren naar Donetsk. Van wedstrijden in een uitverkocht stadion. Van vrede. Hij citeert het nationale volkslied: ‘In Oekraïne zullen glorie en vrijheid nooit sterven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content