Seizoensrevelatie Westerlo: een analyse van het succes
Promovendus verovert dit jaar de harten in de eerste klasse. Wat is het recept van coach Jonas De Roeck?
Het regent tegenwoordig doelpunten in de Kempen. Nochtans zijn er boven het Kuipje dezer dagen nauwelijks donderwolken te bespeuren. In het eerste seizoen na hun terugkeer in de hoogste afdeling doen de Kempenaars meteen mee in de strijd om de top vier. Met dank aan hun spectaculaire aanval, de op twee na doeltreffendste in eerste klasse. In enkele maanden tijd heeft de geel-blauwe hype van Jonas De Roeck de coming man van het nationale trainersgild gemaakt, van Maxim De Cuyper een potentiële Rode Duivel en van Lyle Foster een transfer met een bedrag van acht cijfers. Dat alles overgoten met complimenten van alle waarnemers, die gecharmeerd zijn door het energieke spel en het niet te stuiten bewegingsvoetbal.
Na een geslaagde seizoensopener (2-0 tegen Cercle Brugge) was er nochtans twijfel gerezen toen Westerlo op de zevende speeldag al zijn vijfde nederlaag leed, tegen Antwerp op de Bosuil. Maar in de twintig wedstrijden die volgden, verloren de Kemphanen nog slechts vier keer, onder meer tweemaal tegen de autoritaire leider Racing Genk.
Gaandeweg werden de tegenstanders wel beducht voor de razendsnelle Westelse omschakeling, maar dat kon niet verhinderen dat ze in het Kuipje al beginnen te dromen van een hoger doel. En dat terwijl ze tijdens de transferperiode van januari hun topschutter naar de andere kant van het Kanaal zagen vertrekken. Maar de 4-4-2 van Jonas De Roeck, waar soms nog aan af te lezen valt dat hij zijn eerste pasjes als coach aan de zijde van Vincent Kompany mocht zetten, lijkt geknipt om alle uitdagingen van dit seizoen het hoofd te bieden.
Er zijn wel verschillen. Kompany was nogal gehecht aan de strikte posities die hij zelf geleerd had van zijn mentor Pep Guardiola, terwijl De Roeck bij balbezit ruimte laat voor wat gestructureerde chaos. Ook al is dat balbezit voor de Kempenaars niet het allerbelangrijkste (met hun gemiddelde van 50,4 procent per match bekleden ze wat dat betreft de elfde plaats), ze houden wel van een goed passenspel en korte combinaties (met 416 passes gemiddeld staan ze op een vijfde plaats).
Ze verzamelen veel spelers rond de bal om een numerieke meerderheid te creëren. En als ze daar niet meteen gebruik van kunnen maken, hebben ze genoeg tegenstanders aangetrokken zodat aan de overkant van het veld ruimte gecreëerd wordt. Zo lijkt het of veel aanvallen over links gaan, waar de haardos van De Cuyper erg opvalt, maar de offensieve acties vertonen een vrijwel symmetrische verdeling: 34 procent over links, 34 procent door het centrum en 32 procent over rechts. Kortom, qua offensieve patronen hebben de Kempenaars geen heilige huisjes, ze hebben alleen het steeds sterker wordende geloof dat ze hun tegenstanders pijn kunnen doen in alle hoeken van het veld.
Zichzelf heruitvinden
In het begin van het seizoen was de ploeg van Jonas De Roeck vooral gefocust op bliksemsnelle tegenaanvallen (met tien goals op de counter doen ze drie stuks beter dan de tweede in dat klassement), maar toen de tegenstanders zich daarop begonnen in te stellen en minder ruimte weggaven, boorde de ploeg nieuwe ideeën aan. Al duiken de Kempenaars nog altijd graag in de diepte, omdat hun eigen blok zo laag staat: Westerlo is een van de vier ploegen die meer dan de helft van de ballen recupereert in het achterste derde deel van het veld, en na Seraing is het de ploeg die de tegenstander de minste passes laat geven voor er een defensieve tussenkomst volgt.
Omdat de tegenstanders meer verdedigende zekerheid gingen inbouwen, moest de ploeg naar andere aanvallende automatismen grijpen. Op links kiest ze nu voor passenspel, zodat De Cuyper tussen de linies naar het centrum kan lopen, een pass krijgen in de rug van de verdediging en kan afwerken. Op rechts daarentegen trapt Westerlo voorzetten, soms van ver: zeven van de acht doelpunten die het uit een ‘verre’ voorzet maakte, kwamen van op die flank.
Daarvoor zorgen vooral de haarfijne trap van Bryan Reynolds en de infiltraties van De Cuyper of Nacer Chadli, die ondanks zijn leeftijd en een fragiel lichaam nog altijd beslissend is (vijf goals en een assist in minder dan duizend speelminuten). Westerlo creëert veel kansen, op elk van beide flanken en met de energie en de loopacties van Madsen ook door het centrum: met 46,7 expected goals is Westerlo de op twee na offensiefste ploeg van de Pro League.
Door het vertrek van Foster, onmisbaar bij de offensieve omschakeling en vaak vervangen door de minder snelle Kyan Vaesen, moest de coach ook Mathias Fixelles in het team inpassen. Die is beter in het veroveren van de bal op de helft van de tegenstander, zodat de afstand tussen de plaats van de balrecuperatie en het vijandelijke doel minder groot wordt. Om te blijven scoren is de Kempenaar in staat zichzelf opnieuw uit te vinden.
Ruimte in de rug
Daarbij dient gezegd te worden dat geregeld scoren onontbeerlijk is. Want een beetje zoals Beerschot dat deed onder Hernán Losada incasseert Westerlo veel doelpunten. Zeker van op links, waar de avontuurlijke ingesteldheid van De Cuyper ook een zwakte kan worden zodra de tegenstander de bal afpakt.
In het lage blok dat Jonas De Roeck bij balverlies wil zien, kan een snelle balverovering vlug ruimte creëren op de flanken. De Cuyper, die van Club Brugge geleend wordt, laat daarbij vaak te veel ruimte in zijn rug en de tegenstanders maken daar gretig gebruik van. Zo komen 20 van de 45 tegengoals uit een voorzet, zowel van op de achterlijn als van lager in het veld, en van die 20 succesvolle voorzetten vertrokken er 14 vanop de Westelse linkerflank.
Het is de bluts met de buil: de Kempenaars zijn als ploeg in staat om het veld uit te rekken zodat Maxim De Cuyper, Nicolas Madsen of de spectaculaire Dorgeles Nene tussen de linies kunnen schitteren, maar ze hebben anderzijds moeite om die ruimtes snel te dichten wanneer het doel van Sinan Bolat verdedigd moet worden.
Het leidt tot wedstrijden die bol staan van doelpunten en verrassende wendingen. En sinds het begin van de herfst valt het dubbeltje daarbij heel vaak naar de Westelse kant.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier