Jacques Sys
‘Rode Duivels: tijd voor reflectie’
Bondscoach Roberto Martinez moet vooral een juiste balans vinden, zegt Jacques Sys. ‘Daarvoor blijven nog zeven maanden.’
De verrassende maar weloverwogen uithaal van Kevin De Bruyne over de tactiek van de Rode Duivels moet op zijn minst leiden naar reflectie over een systeem dat tal van haperingen vertoont. Dat is veel belangrijker dan je af te vragen welke beweegreden De Bruyne ook mag hebben om dat te doen. Wie dagelijks met een vakman als Pep Guardiola werkt, legt de lat zeer hoog. Dat moet je ook doen als je straks met een groot verwachtingspatroon naar het WK trekt. Je kan niet blijven herhalen hoe uitzonderlijk getalenteerd deze generatie is als je dat op het hoogste niveau niet toont.
Ooit was er een tijd dat eendracht en tactische geslepenheid de wapens waren waarop de successen van de Rode Duivels werden gebouwd. De correcties kwamen vaak ook vanuit de groep. Dat er, zoals vrijdag tegen Mexico, met vijf verdedigers tegen drie aanvallers gevoetbald wordt en daardoor de slag op het middenveld verloren ging, zou vroeger onmogelijk zijn geweest. Nu was er niemand die dat veranderde. Zonder Vincent Kompany zijn er geen leiders op het veld.
Kevin De Bruyne heeft geen ongelijk als hij zegt dat er te veel wordt geteerd op het talent. Veel grillige curves zitten er in het spel van de ploeg. Soms is het voetbal sprankelend, dan weer ongeïnspireerd. Bij momenten lijkt er ook een bepaalde gemakzucht in de ploeg te sluipen. Dat Roberto Martínez een paar weken geleden na de zege in Bosnië-Herzegovina de winnaarsmentaliteit in de verf zette, was eigenlijk al een teken aan de wand. Alsof dat niet de normaalste zaak van de wereld hoort te zijn voor rijkelijk betaalde voetballers.
Het verleden heeft geleerd dat de Rode Duivels het tegen sterkere tegenstanders moeilijk hebben in de huidige veldbezetting, met drie centrale verdedigers. Los van de dinsdagavond gespeelde wedstrijd tegen Japan houdt Martínez daaraan vast.
Er werd Marc Wilmots vaak een gebrek aan tactische flexibiliteit verweten. Zowel op het WK van 2014 als op het EK van 2016 brak dat zuur op. Aanvankelijk waren wedstrijden tegen de Verenigde Staten en Hongarije voldoende om iedereen in een jubelstemming te brengen. De ontnuchtering volgde snel. Nu staan we amper verder. En dreigt straks op het WK in Rusland weer hetzelfde scenario. Want in de enige wedstrijd die tegen een echt topland werd gespeeld, thuis tegen Spanje, werden de Rode Duivels op alle niveaus afgetroefd. Omdat het de eerste match van Martínez was, werd dat snel onder het stof geveegd.
Rode Duivels: tijd voor reflectie
Nu zijn we vijftien maanden verder en moet ook Roberto Martínez zichzelf evalueren. Je kan als trainer kribbig reageren op de opmerkingen van Kevin De Bruyne, maar je kan ook tijd nemen voor bezinning. Met sluimerende fricties is niemand gebaat. Er moet vooral een juiste balans worden gevonden. Daarvoor blijven nog zeven maanden. Om eventueel ook weer Radja Nainggolan in te passen, al staat de volgende match pas in maart geprogrammeerd. Vreemd was het wel om te horen dat Nainggolan in de wedstrijden tegen Mexico en Japan de kans zou krijgen om zich te bewijzen. Dat klonk vernederend voor een van de beste middenvelders uit de Italiaanse Serie A. En ergens ook niet consequent. Iemand als Thomas Vermaelen bijvoorbeeld mag zonder competitieritme wel meteen spelen.
Volgend weekend herneemt de competitie. Met intussen acht trainerswissels in eerste klasse A en 12 op 24 in het profvoetbal. Er zullen er ongetwijfeld nog volgen. Steeds meer verdringt de emotie een rationele manier van denken.
Aan ieder trainersontslag ligt een verkeerde inschatting ten gronde. Maar het zijn niet de bestuurders die daarvoor verantwoordelijk zijn die voor beleidsfouten moeten opdraaien. Het blijft wachten op de eerste die in zo’n situatie de eer aan zichzelf houdt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier