Red Flames-revelaties Sari Kees en Nicky Evrard: ‘Je moet het niet altijd met elkaar eens zijn’
Sari Kees (21) en Nicky Evrard (27) waren respectievelijk revelatie en uitblinker van de Red Flames die op het EK voor het eerst ooit de kwartfinales op een groot toernooi bereikten. Een complementair duo, op en naast het veld, zo wordt snel duidelijk.
Door Aurélie Herman en Matthias Stockmans
Op het moment dat we ons voor het interview aandienen aan het King Power at Den Dreefstadion heeft OH Leuven Women zich net tot herfstkampioen in de Super League gekroond. Met een feilloze 33 op 33 prijken ze dan aan de kop van het klassement.
Sari Kees en Nicky Evrard, beiden dragende figuren in de Leuvense kleedkamer, verstoppen zich niet. ‘We willen kampioen worden, ja, en dat mogen we hardop zeggen’, poneert de 21-jarige Sari Kees met een vastberadenheid die haar typeert. Haar evolutie binnen het Belgische vrouwenvoetbal verloopt stormachtig: pas een dik jaar geleden maakte ze haar debuut bij de Flames en afgelopen zomer ontpopte ze zich op het EK in Engeland al meteen tot basisspeler en sterkhouder. Bij OH Leuven, club waar ze opgeleid werd, kreeg ze bovendien de aanvoerdersband toegeschoven.
Voor Evrard werd 2022 evenzeer een doorbraakjaar, zij het op een iets andere manier: na jaren van knokken voor een plaatsje in het doel bij de Flames wordt ze nu geroemd als een van de topkeepers in Europa. Haar naam staat hoog op het verlanglijstje van diverse gerenommeerde clubs, waaronder Chelsea. Maar eerst dus die titel met OH Leuven – het zou de eerste in de clubgeschiedenis zijn – want daarvoor is ze enkele maanden geleden van KAA Gent Ladies overgekomen.
Na vijf jaar op rij Anderlecht aan het feest lijkt OH Leuven dit seizoen de hiërarchie om te gooien. Wat is het aandeel van nieuwkomers Ella Van Kerkhoven en Nicky Evrard daarin?
Sari Kees: ‘Ervaring. Vorig seizoen werden we ook herfstkampioen, het liep goed tot de play-offs, maar we misten ervaring om in die cruciale fase het hoofd koel te houden. Nicky en Ella (die in de zomer van Anderlecht overkwam,nvdr) kunnen de vele jongeren hier begeleiden en met de voetjes op de grond houden.’
Nicky Evrard: ‘Dat is ook de reden waarom wij gehaald zijn. Dat schept natuurlijk verwachtingen, maar ik hou wel van wat druk, anders wordt het snel saai… Het voordeel is dat ik de meeste speelsters in de ploeg al kende van bij de Flames of door hen vaak tegen te komen in de competitie – zo groot is het wereldje niet. OHL heeft een jonge en gedreven groep, die soms wat bijsturing kan gebruiken, maar het werkt in twee richtingen. Het is gewoon heel fijn dat we hier open en eerlijk kunnen zijn tegen elkaar.’
Dat ontbreekt dikwijls nog in het Belgische vrouwenvoetbal, gaf ook Red Flame Justin Vanhaevermaet, zelf aan de slag in Engeland, al eens aan. Is directe communicatie de sleutel tot succes?
Kees: ‘Voor jonge meisjes is het soms nog moeilijk om kritiek te accepteren. Zelf kan ik wel tegen wat kritiek, maar het moet onderbouwd zijn. Ik moet weten waarom iets anders moet.’
Evrard: ‘Je moet het niet altijd met elkaar eens zijn, want zo leer je ook bij.’
Sari, jij bent deze zomer tot aanvoerder gebombardeerd bij dit ambitieuze OH Leuven. Wat doet dat met iemand van 21 jaar, een jeugdproduct van deze club dan nog?
Kees: ‘Die band op zich vind ik niet zo belangrijk. Het belangrijkste vind ik dat ik een verbindende figuur kan zijn: ik moet met iedereen van de ploeg op restaurant kunnen gaan, bij wijze van spreken. Daarin vullen Nicky en ik elkaar wel aan, zij zal de zaken heel direct benoemen, en dat waarderen de mensen ook aan haar, terwijl ik wat meer rekening houd met de gevoeligheden van een kleedkamer. Nicky en ik merkten tijdens het EK al dat we een goede connectie hebben. In de relatie verdediger en doelvrouw is dat toch een groot voordeel, zowel bij Leuven als bij de nationale ploeg.’
Vorig jaar grepen jullie uiteindelijk nipt naast de titel, wat geeft jullie het gevoel dat het dit keer anders zal zijn?
Kees: ‘Naast het mentale was er ook het fysieke aspect. Ik denk dat we net iets te vroeg gepiekt hebben en dat bij ons het beste ervan af was tegen dat de play-offs begonnen. Dat wordt dit seizoen meer gemanaged. ’
Evrard: ‘Er wordt vaak verwezen naar vorig seizoen, zowel door speelsters, staf als bestuur. Iedereen heeft daaruit geleerd, merk ik. We mogen niet te snel willen gaan: het is een marathon, geen sprint.’
Wie zien jullie als de grootste concurrenten, naast Anderlecht?
Kees: ‘Ik vind Genk Ladies een lastige tegenstander. We geraken moeilijk door hun organisatie. Vorig seizoen wilden we het dan overhaasten, nu blijven we geduldig zoeken naar een opening, ook al komt die er pas in de slotfase. Daaruit blijkt ook de progressie die wij maakten als ploeg.’
Evrard: ‘Ik vind Genk ook sterk. Tactisch heel gedisciplineerd. Ze hebben een goede coach (Guido Brepoels, nvdr), die vaak een goed plan uitdoktert, dat de speelsters dan goed uitvoeren. Ze hebben met Luna Vanzeir (de zus van Dante, nvdr) bovendien iemand die de ballen kan leggen waar ze wil. Maar volgens mij ligt een belangrijke factor richting titel bij de zogezegde makkelijkere wedstrijden, genre Woluwe of Charleroi. Met Gent vorig seizoen lieten we in die wedstrijden vaak punten liggen, wat ons de play-offs kostte.’
OH Leuven kreeg het voorbije jaar veel aandacht en lof. Voelen jullie dat de club toch wat gezien wordt als trendsetter voor het vrouwenvoetbal in België?
Evrard: ‘Dat is een van de redenen dat ik hier tekende. Het is nog niet allemaal zoals het op profniveau zou moeten, maar qua omkadering, structuur en training kan je niet beter vinden in België. Dit is een grote stap vooruit. We hebben een fitnesscoach, een videoanalist… de hele staf is van hoog niveau.’
Kees: ‘En onze kleren worden gewassen door de club, dat is een enorme troef.’
Evrard: ‘Inderdaad. Daar wordt soms lacherig over gedaan, maar de meeste meisjes hier hebben nog een job of studeren, als je dan ’s avonds na de training nog moet zorgen dat al je materiaal proper is tegen de volgende training, is dat allerminst evident.’
Schuren en botsen
Hoe ziet een doorsnee week eruit voor jullie?
Kees: ‘Ik studeer fysiotherapie aan de Universiteit van Hasselt en daar kruipt veel tijd in. Ik ga wel alleen naar de les als ik geen training heb. Maandag trainen we om 17 u, dinsdag om 8u30 en 10u30, donderdag om 16 u en vrijdag om 17 u. Woensdag is vrij. In het weekend match.’
Evrard: ‘Ik heb een bedrijfje (in verhuur van springkastelen, nvdr), maar dat draait vooral in de zomer op volle toeren. Vorig seizoen gaf ik bij Gent ook nog twee keer per week voetbaltraining aan de topsportschool, dat heb ik nu moeten stopzetten. Voor mezelf doe ik elke week nog individuele trainingen met een physical coach, vooral gericht op blessurepreventie.’
Kees: ‘Ik doe dat ook drie keer per week.’
Die focus en professionaliteit hebben jullie gemeen. Net als mentale kracht. Jullie stralen allebei zoveel rust en zelfvertrouwen uit op een veld. Hebben jullie dat van nature of is daarop gewerkt?
Kees: ‘Ik heb dat uit mezelf, ik ben een kalme. Tenzij iets mij echt te hoog zit, dan komt het er vaak emotioneel uit.’
Evrard: ‘Ik was vroeger nogal heftig, maar je leert dat het nergens toe leidt om je op te winden. De 18-jarige Nicky was helemaal anders dan de huidige. Al is het rebelse niet helemaal weg. Van mij mag het soms wel wat schuren of botsen. Ik daag graag uit. Bijvoorbeeld als Kees hier op training weer eens niet kan scoren tegen mij.’ (grijnst)
Kees: ‘Ik ben al opgewarmd hoor, zegt ze dan.’ (lacht)
Evrard: ‘Er is wel een groot verschil met hoe ik ben tijdens een training en tijdens een wedstrijd. Voor een wedstrijd kom ik helemaal in the zone. Dan probeer ik in de eerste plaats rust uit te stralen. Onder meer door rituelen te hanteren. Je hebt er die zingen of lachen voor de match, maar dat lukt mij niet. Ik ben meer bezig met visualiseren van bepaalde fases, of ik gebruik een programma op de iPad om mijn ‘denken’ aan te zetten.’
Wat vinden jullie van het algemene niveau in de Belgische vrouwencompetitie? Zit er evolutie in?
Kees: ‘Als ik eerlijk ben, moet ik zeggen dat ik soms meer bijleer op onze trainingen bij OHL dan in het weekend. Je hebt wel affiches die uitdagend zijn natuurlijk, zoals tegen Anderlecht of Standard, maar soms ligt de intensiteit op onze trainingen hoger dan in onze competitiewedstrijden. Mij motiveert dat. Ik wil zo goed mogelijk trainen en zelf progressie maken. Om dan hopelijk volgend seizoen van de Champions League te kunnen proeven. In de toekomst zal er ook een Nations League georganiseerd worden waarbij de beste Europese landen tegen elkaar uitkomen. Dat zal nodig zijn om het niveau van ons Belgisch voetbal op te krikken.’
Evrard: ‘Het is jammer dat er nog zoveel meisjes het voetbal moeten combineren met een job of studies. Als iedereen volledig zou kunnen focussen op voetbal, zal het niveau van onze competitie vanzelf stijgen en krijg je misschien aansluiting bij bijvoorbeeld de Nederlandse competitie. Ik denk dat OH Leuven daar het mooiste bewijs van is.’
Kees: ‘Ze steken hier veel geld en tijd in de vrouwenafdeling en je ziet toch dat dat loont. Hopelijk kan dat een voorbeeld zijn voor andere clubs.’
Moet je nog naar het buitenland om als prof te kunnen voetballen?
Evrard: ‘In de meeste gevallen jammer genoeg wel. Je kunt prof zijn bij Leuven (Evrard heeft een profcontract bij OHL,nvdr), maar het zou leuk zijn om na je voetbalcarrière nog iets over te houden, en dan kijk je toch eerder naar het buitenland. Ik zie het als de taak van mijn generatie om die opening naar het buitenland te vergroten. Net zoals de generatie van Heleen Jaques, Aline Zeler of Lenie Onzia dat voor ons gedaan heeft. Er zijn nog veel zaken om je over te frustreren, maar dat lost niets op. Dus focus ik liever op het positieve, want er zijn in vergelijking met tien jaar geleden wel degelijk stappen gezet. Naast meer professionalisme wordt het een bijkomende uitdaging om al die mensen die naar de Flames komen kijken ook in de weekends naar de Belgische voetbalvelden te krijgen.’
Maar dus: het buitenland wenkt?
Evrard: ‘Ik heb al eens twee jaar bij FC Twente gespeeld, dat heeft mijn carrière serieus vooruit geholpen want ik heb er veel geleerd. Het eerste jaar speelde ik samen met veel toppers, de zomer daarop vertrokken die, maar vervolgens hebben we de titel gepakt door teamspirit en karakter te tonen. Dat was toch een ervaring die ik meenam naar Gent en nu OHL.’
Na die titel met Twente ben je naar het Spaanse Huelva vertrokken, maar je stond snel weer in België.
Evrard: ‘Bij Huelva werden verschillende beloftes niet nagekomen, de omstandigheden daar waren schrijnend. Daarom geef ik aan jonge speelsters die naar het buitenland willen het advies om zorgvuldig alle details na te gaan voor ze hun handtekening zetten. Soms klinkt het buitenland aanlokkelijk, maar je moet verder kijken dan die paar topploegen.’
Kees: ‘Wat mij tegenhoudt zijn enerzijds mijn studies, die ik toch eerst wil afmaken, en anderzijds het sociale aspect. Ik ben bang om daar alleen te zitten. Wij verdienen niet genoeg om zomaar wat mensen uit de entourage mee te nemen, zoals bij de mannen vaak gebeurt.’
Heeft de ervaring op het EK in Engeland, een land dat voetbal uitademt, jullie goesting aangewakkerd om toch die stap te zetten?
Kees: ‘Ik heb tijdens het EK een paar keer op de kamer gezeten en gedacht: amai, dit is een eenzaam bestaan. Ook al waren we daar omringd door de ploegmaats.’
Evrard: ‘We hadden één familiedag, maar verder zit je daar gewoon drie weken op hotel. Zonder de afleiding van eens met vrienden of familie te kunnen afspreken, even dat voetbal los te laten. Dat sociale aspect valt niet te onderschatten bij een overgang naar het buitenland.’
Euforie en ontnuchtering
We zijn ongeveer een half jaar na dat voor de Flames historische EK, welk gevoel houden jullie daar uiteindelijk aan over?
Evrard: ‘We hebben daar met een selectie die grotendeels uit semiprofs bestaat een kwartfinale bereikt en daarmee onze ambitie waargemaakt. We hebben het landen als Frankrijk en Zweden – die volledig uit profs bestaan – zeer moeilijk gemaakt. Je zag bij hen de ontlading toen ze van ons wonnen en daar mogen we trots op zijn. Al blijf ik wel met de vraag zitten: stel dat we allemaal prof zouden zijn…’
Voor jullie twee werd het individueel ook een triomf. Sari, jij kreeg na de zege tegen Italië de officiële ‘Woman of the match’-award. Nicky, jij kreeg meermaals de trofee van ‘Flame of the game’ en werd tegen Zweden verkozen tot ‘Woman of the match’. Dat moet geweldig deugd gedaan hebben?
Evrard: ‘Voor mij was het een mooie beloning na jaren geduld uitoefenen. Het vorige EK in 2017 was ik bankzitter, nu kon ik tonen: dit is Nicky Evrard en dit is wat ik kan.’
Kees: ‘Het is inderdaad zo dat ‘player of the match’-awards meestal naar aanvallers of middenvelders gaan. Een verdediger of keeper krijgt eigenlijk alleen maar aandacht als er iets misgaat. Andere spelers krijgen constant aandacht, zoals Messi of Ronaldo, terwijl achter hen dikwijls verdedigers staan die zoveel goeie dingen doen.’
Waarom heeft het zo lang geduurd voor we die ‘echte Nicky Evrard’ te zien kregen?
Evrard: ‘Ik heb vroeger ook wel goeie wedstrijden gespeeld, maar toen bleef dat onder de radar. En wanneer er eens iets minder was, werd dat enorm uitvergroot, had ik het gevoel.’
Het niveau van de doelvrouwen lag dit EK hoger dan ooit, dat was wel opvallend. En ook nodig, na de teleurstellende prestaties op vorige toernooien.
Evrard: ‘De commentaren op sociale media kunnen soms hard zijn. En er is geen ontsnappen aan. Ik ga me niet uitspreken over het niveau op de vorige toernooien, maar ik kan wel zeggen dat het dit EK hoog lag. Ik hoor vaak zeggen: die bal had een man wel gepakt. Op het voorbije EK heb ik zo geen enkel doelpunt gezien.’
Onderschatten wij soms dat het voor vrouwelijke keepers toch net iets moeilijker is, aangezien ze doorgaans kleiner zijn van gestalte maar de doelen wel even groot zijn als bij de mannen?
Evrard: ‘Ik ben een 1m76, Thibaut Courtois is een dubbele meter. Dat maakt uiteraard een verschil. Daarom is een goede positionering nog crucialer bij de vrouwelijke keepers. Ik móét goed staan, want ik kan niets compenseren met een grote reikwijdte.’
Na het succesvolle EK volgde de ontnuchtering met het missen van het WK. Jullie verloren begin oktober de barragewedstrijd tegen Portugal. Wordt er zo weer een stap achteruit gezet?
Evrard: ‘Voor een stuk wel, maar ik vind het jammer dat door die nederlaag tegen Portugal ons historische EK snel weer vergeten werd. We moeten ons nu richten op het EK in 2025, er zit niets anders op.’
2022 een jaar van records
91.648Het aantal toeschouwers dat op 23 april in Camp Nou zat voor de wedstrijd tussen Barça Feminí en VfL Wolfsburg in de halve finales van de Champions League (5-1 voor Barça). Een wereldrecord in het vrouwenvoetbal. Drie weken daarvoor zaten er ook al 91.553 liefhebbers in datzelfde stadion voor de vrouwelijke clásico tegen Real Madrid.
87.192In diezelfde categorie bleek het EK deze zomer een voltreffer. Tijdens de finale in Wembley tussen gastland Engeland en Duitsland tekenden liefst 87.192 toeschouwers present. Een EK-record, zowel in het mannen- als vrouwenvoetbal. Zij zagen hoe de Three Lionesses voor het eerst sinds 1966 een groot toernooi wonnen voor Engeland. Football is coming home… dankzij de vrouwen.
8.832Ook het Belgische vrouwenvoetbal wint aan populariteit. Op 2 september jongstleden speelden de Red Flames in een uitverkocht King Power at Den Dreefstadion tegen Noorwegen.
1/4 finaleOp 18 juli klopten de Red Flames Italië (1-0) in de laatste poulewedstrijd van het EK in Engeland en dwongen zo een kwartfinale af tegen topland Zweden (1-0-verlies). Voor het eerst in de geschiedenis van het vrouwenvoetbal haalde onze nationale ploeg de knock-outfase op een groot toernooi.
460.000Neen, het gaat hier niet om het weeksalaris van Kylian Mbappé of Kevin De Bruyne, maar om de recordtransfer in het vrouwenvoetbal. De eer is weggelegd voor Keira Walsh, middenvelder van Engeland. Het succesvolle EK met haar land wist ze te verzilveren met een toptransfer naar FC Barcelona, dat 460.000 euro betaalde aan Man City. Het vorige transferrecord stond op naam van Pernille Harder, toen die in 2020 voor 350.000 euro van Wolfsburg naar Chelsea verhuisde.