Portret van Iniesta: ‘Hij deed dingen die ik nog nooit gezien had’
Zes weken lang kiest Sport/Voetbalmagazine de beste voetballer aller tijden uit een bepaald land. Deel 5: het verhaal van Andrés Iniesta, een Spaanse artiest die te frêle leek voor het topvoetbal maar die alles en iedereen lik op stuk gaf. Zelfs zijn depressie.
Andrés Iniesta is een man van weinig woorden. Een interview met hem is geen rit op een achtbaan waarbij je van opwinding met moeite een gil kunt onderdrukken. Het is doorgaans één langgerekte geeuw van dooddoeners. Toch is dat niet de échte Iniesta. Om toegang te krijgen tot de essentie van don Andrés moet je andere mensen aan het woord laten, getuigen die de wonderlijke voetballer én mens van dichtbij hebben meegemaakt.
Want Iniesta is meer dan een Wikipediapagina volgestouwd met trofeeën, hij is veel meer dan de Bleekscheet uit Fuentealbilla, hij is een artiest, een van de weinige voetballers ooit die het spelletje tot kunst heeft verheven. En bovenal misschien: hij is een goede en bescheiden kerel.
Als je hem zag op La Masía, had je zin om hem mee naar huis te nemen. Alsof het je kleine broer was.’
Pere Guardiola
De deur van Pep
Pep Guardiola werd in de zomer van 2008 aangesteld als T1 van FC Barcelona. Op dat moment was hij nog niet de grote trainer die hij nu is. Hij was een debutant die op voorspraak van Johan Cruijff de eerste ploeg in handen had gekregen. Het seizoensbegin was moeilijk. Barça verloor de eerste match tegen het kleine Numancia met 1-0.
Toen daarop de thuiswedstrijd tegen Racing Santander werd afgesloten op 1-1, stak de kritiek de kop op. Twee weken ver en nog niet gewonnen. De druk nam toe. Sergio Busquets en Pedro Rodríguez, op dat moment twee nobody’s, bleven in de ploeg staan. Want Guardiola hield koppig vast aan zijn principes.
In de media is er slechts één iemand die de trainer verdedigt, maar het is niet de minste: Johan Cruijff. ‘Dit Barcelona ziet er heel goed uit’, schrijft hij in zijn wekelijkse column voor El Periódico de Cataluña. ‘Ik weet niet welke wedstrijd jullie allemaal gezien hebben, maar diegene die ik zag, had ik al lang niet meer gezien in Camp Nou.’
Hij is de enige die pal achter Guardiola blijft staan in de storm van kritiek. ‘Het is de slechtste seizoensstart in vele jaren. Slechts één goal gemaakt, en dat was dan nog een penalty. Dat is de harde waarheid, als je naar de cijfers kijkt’, geeft Cruijff toe. ‘Maar in voetbaltermen moet je dit op een andere manier lezen. En Guardiola leest het op een andere manier. Hij is geen nieuweling zonder ervaring, en hij is ook niet suïcidaal. Hij kijkt, hij ziet, hij analyseert en neemt beslissingen.’
Maar Guardiola zelf ziet af. In de kelder van Camp Nou, waar hij een kantoortje heeft zonder natuurlijk licht, breekt hij zich dagenlang het hoofd. Hij spoelt video’s terug, speelt spelfases steeds weer opnieuw af, neemt zijn notities er nog maar eens bij en vraagt zich af wat hij in godsnaam toch moet veranderen. Aan één ding weigert hij echter te raken: zijn idee, de idee van Cruijff, moest behouden blijven.
Terwijl Guardiola daar zat, werd er plots op de deur geklopt. ‘Kom binnen.’
Een hoofd verscheen aan de deur en zei: ‘Maak u geen zorgen, míster. We gaan alles winnen. We zijn op de goeie weg. Doe zo verder, oké? We spelen briljant, we genieten van de trainingen. Verander alstublieft niks.’ Woorden die uit de mond kwamen van Andrés Iniesta.
Guardiola wist even niet wat te zeggen. Hij was geraakt door de eenvoudige boodschap. En ook verrast dat die uitgerekend door Iniesta, de stille jongen, gebracht werd. Het was een soort shock, zeker toen Iniesta net voor hij vertrok nog zei: ‘ Vamos de puta madre!’ Vrij vertaald: we zijn steengoed bezig. En toen ging de deur dicht.
Zo is Andrés. Hij zegt niet veel, alleen wanneer het echt nodig is. Op het einde van dat seizoen 2008/09 had Barça alles gewonnen wat er te winnen viel: Champions League, titel en beker.
Spaghetti carbonara
Pere Guardiola, de broer van Pep, moest jonge talenten aanwerven voor Nike toen hij Iniesta ontdekte. ‘De eerste keer dat ik hem zag, was bij de U16 van FC Barcelona’, vertelt Pere in La jugada de mi vida, de geautoriseerde biografie van Iniesta van de auteurs Ramon Besa en Marcos López. ‘Ik had een heel goeie relatie met Albert Benaiges, destijds een van de jeugdcoördinatoren van La Masía.’
‘Er waren toen drie of vier spelers die erbovenuit staken, maar Andrés was de beste. ‘Vergis je niet, Pere, diegene die je moet bekijken is Andrés’, zei Benaiges. We waren ons ervan bewust dat je op die leeftijd, veertien à vijftien jaar, niks mag forceren, maar we wilden hem ook niet verliezen want we wisten dat hij ook een aanbod van Adidas had. Andrés zette zijn handtekening bij ons net voor de Nike Premier Cup in Camp Nou.’
Pere Guardiola ondervond dat het heel moeilijk was om door te dringen tot de jonge Andrés. ‘Af en toe kwam ik langs op La Masía en vroeg ik toestemming om hem mee uit eten te nemen naar een restaurant in de buurt. Hij vroeg dan altijd spaghetti carbonara.’
‘Vanaf de eerste minuut begon ik te praten, maar hij, daarentegen, opende nauwelijks zijn mond. ‘Ja, nee, goed, oké,…’ Dat waren zowat de enige woorden die ik hoorde op 45 minuten tijd. Maar ik dacht wel dat ik een goeie feeling met hem had, ook met zijn vader en zijn familie. Beetje bij beetje leerden we elkaar beter kennen. Andrés was, en is, heel innemend. Vanaf het eerste moment zag je hem graag. Je had zin om hem mee naar huis te nemen, alsof het je kleine broer was. Dat gevoel leefde trouwens niet alleen bij mij, maar bij iedereen op La Masía.’
Wonderlijke controles
Luis Enrique voetbalde van 1996 tot 2004 bij FC Barcelona. Hij maakte de intrede van Andrés Iniesta in de A-kern mee. En later had hij hem onder zijn hoede als trainer, van 2014 tot 2017. ‘Toen hij erbij kwam, kende ik hem helemaal niet’, vertelt Enrique in de autobiografie van Iniesta. ‘Sommige van mijn ploegmaats kenden hem wel al. Ze zeiden dat hij een van de parels uit de opleiding was. In het begin kwamen ze allemaal samen naar de training: Xavi, Puyi ( Carles Puyol, nvdr), Gabri, Andrés, … Het viel ons op dat ze klein waren, zoals de kleine spelers van het dreamteam vroeger: Chapi ( Albert Ferrer, nvdr), Sergi ( Barjuán, nvdr) of Juan Carlos ( Rodríguez Moreno, nvdr).
‘Toen ik wegging bij Barcelona in 2004, werd Xavi erg bekritiseerd. Diegenen die hem toen aanvielen, waren later dan weer vol lof over hem. In het begin zagen ze hem niet zoals hij altijd geweest is: een buitengewone speler. Godverdomme! Ze hebben hun fout ingezien en zijn nu ‘xavistas’ voor heel hun leven. Iets gelijkaardigs gebeurde met Andrés Iniesta.
‘Net zoals Xavi heeft hij de gave om de bal bij te houden, maar hij heeft bovendien een dribbel en een versnelling. Xavi liet de anderen voetballen, hij had vista en hij kon in de zestien komen: hij was een geweldige speler. Maar Andrés, dat is magie, pure magie. We noemden hem Harry Potter omdat hij voor betovering zorgde op het veld. Ik heb nooit iemand zulke dingen zien doen’, zegt Enrique stellig, om meteen toch te nuanceren: ‘Of ja, toch, eentje: Leo Messi natuurlijk.’
‘Maar de controles van Andrés zijn van een ongeëvenaarde plasticiteit en schoonheid. Hij deed me paf staan op training: hij deed dingen die ik nog nooit gezien had en die ik misschien nooit meer zal zien. Wonderlijke controles, soms zelfs zonder naar de bal te kijken. Hij zit in een ander sterrenstelsel, geen twijfel mogelijk. Hij is een unieke speler, er zijn geen spelers zoals hij. En er zullen er ook geen meer zijn, dat is praktisch onmogelijk.’
De belangrijkste spier
Xavi, de maestro die jarenlang samen met Iniesta het hart van FC Barcelona uitmaakte, schreef een open brief aan zijn makker toen die zijn laatste wedstrijd voor Barça speelde in de lente van 2018. ‘Andrés is voor mij de meest getalenteerde speler in de geschiedenis van het Spaanse voetbal. Hij is ongelooflijk.
‘Hij is voorbeeldig, empathisch, een teamspeler, een winnaar en een leider op het veld. Hij wil de bal altijd. Beseffen mensen wel wat dat betekent? In een moeilijke situatie zijn er veel spelers die de bal liever niet krijgen, maar Andrés vroeg er altijd om. Hij hield van de bal en wanneer anderen ‘nee, nee, geef me alsjeblieft geen pass’ zegden, dan zei Andrés ‘komaan, geef me die bal, alsjeblieft’. Dat is een zegen voor zijn ploegmaats, dat is wat je noemt ‘persoonlijkheid hebben’, dat is een echte leider. Een stille leider misschien, maar wel een authentieke.’
Xavi haatte ook het vooroordeel over voetballers als Iniesta en hij, dat ze te klein, te frêle en te zwak waren voor topvoetbal. ‘Mensen die vonden dat Barça spierbundels nodig had, waar waren die over aan het praten? De belangrijkste spier om te kunnen voetballen, is het brein, zoals Johan Cruijff zei. Daarom kwamen Andrés en ik ook zo goed overeen: we zijn allebei stille jongens die het op het veld willen laten zien. Als de club drie nieuwe spelers aantrekt, oké, dan zou ik de concurrentie aangaan met die klootzakken ook al kosten ze 250 miljoen pesetas. Ik ga bewijzen dat ik een Barcelonaspeler ben. Andrés had dezelfde mentaliteit toen hij jong was. Net als Busquets toen hij YayaTourés plaats wou. Als je zo niet denkt, haal je het niet.
‘Ik herinner me de Champions Leaguecampagne van 2006. Toen ik geblesseerd was, nam hij alle verantwoordelijkheid op zich en speelde hij als defensieve middenvelder tegen Benfica ( in de kwartfinales, nvdr) en tegen AC Milan ( in de halve finales, nvdr). Wat een ongelooflijke prestaties zette hij daar neer. We bereikten de finale en toen zette Frank Rijkaard hem niet in de basiself. Ik vroeg aan Puyol: ‘Hoe komt het dat Andrés niet speelt? Waarom speelt hij niet?’ Carles keek me aan en zei: ‘Ik weet het niet, ik weet het niet.’ Niemand wist het en niemand begreep het.
Andrés, dat is magie, pure magie. We noemden hem Harry Potter omdat hij voor betovering zorgde op het veld.’
Luis Enrique
‘Maar toen hij er in de tweede helft op kwam, veranderde alles. Samen met Henrik Larsson en Samuel Eto’o maakte hij het verschil. Vanbinnen was hij waarschijnlijk razend, maar zijn eerste gedachte was hoe hij de ploeg kon helpen. Die woede hielp hem om nog nuttiger te zijn, een andere speler zou misschien de handdoek gegooid hebben en aan het mokken geslagen zijn, maar hij deed dat niet, hij zei geen woord en liet dan op het veld zien waarom de trainer een fout had gemaakt. Dat is Andrés.’
Leeg van binnen
Maar het leven van Andrés Iniesta was niet een en al halleluja. Het had ook een schaduwzijde. Een periode van duisternis die verborgen had kunnen blijven voor de buitenwereld, ware het niet dat hij er zelf openlijk over vertelde in zijn autobiografie. ‘Ik wil vertellen over het jaar, of beter gezegd de periode, dat ik er het slechtst aan toe was. En dan heb ik het niet over meer of minder spelen, meer prijzen winnen of niet, maar over momenten dat ik het licht niet meer zag en de weg niet meer vond, momenten dat ik het vertrouwen in mezelf verloor. In Andrés. In Iniesta. Het vertrouwen dat ik altijd gehad had, dat de motor van mijn leven is geweest. Dat was iets verschrikkelijks, ondraaglijk. Het is heel moeilijk om het gevoel te hebben dat je jezelf niet meer bent. Je schrikt daarvan. Ik toch. Ik weet niet of dat voor anderen ook zo is.
‘Het is allemaal begonnen na wat de meest glorieuze zomer van mijn carrière had moeten zijn ( Iniesta verwijst naar de zomer van 2009, nadat hij met FC Barcelona de treble won, nvdr). Glorieus betekent niet dat het niet moeilijk was, dat er geen spanning was. Die zomer was moeilijk, er waren veel zenuwen, je bent altijd verplicht om méér te geven dan wat je in je hebt. En plots begin je je slecht te voelen. Je weet niet waarom, maar op een dag gaat het slecht. En de dag erna ook. En zo ging het dag na dag, zonder beterschap. Het probleem is dat je niet echt weet wat er aan de hand is. Er werden heel wat tests afgenomen. Allemaal perfect. Maar mijn lichaam en mijn geest vonden elkaar niet meer. Niets veroorzaakt meer verdriet dan niet te weten wat er met je aan de hand is. Tezelfdertijd moet je genieten van je gelukzalige vakantie. En je moet ook herstellen van de blessure die je al had en die nog erger werd in de Champions Leaguefinale in Rome.
‘Het probleem wordt steeds groter. Je voelt je slecht en de mensen die je omringen, begrijpen het niet. De Andrés die iedereen kent, voelt zich leeg vanbinnen. Dat is hard, heel hard… Het zomert, het voorseizoen komt eraan, en dus ook het moment van de medische tests. Als je je goed voelt, is dat routine, maar tijdens de eerste training doe ik me een beetje pijn aan het been dat al geblesseerd was. Tot op zekere hoogte was dat ook logisch. Het was onmogelijk dat die spier dan al sterk zou zijn. Uit de medische tests bleek dat ook: de spier was in orde, maar was niet versterkt. Kortom, ik ga geblesseerd mee op stage naar de Verenigde Staten. Leuk begin! Twee weken apart trainen, weg van de groep.
‘Ik probeer altijd alles voor mezelf te houden, om de mensen uit mijn omgeving niet ongerust te maken, zodat zij het goed stellen, maar er komt een moment dat het onvermijdelijk is. Er waren trainingen die ik niet kon afmaken door dat rare gevoel in mijn lichaam…’
Net op het moment dat het iets beter begint te gaan met Andrés Iniesta, ontving hij een bericht, zo vertelt hij. ‘De laatste dag van de stage in de Verenigde Staten kwam Puyol naar me toe en hij zei dat hij een telefoontje had gekregen van Ivan de la Peña. Die had hem gezegd: ‘ Dani is dood.’ Het enige wat ik kon zeggen, was: ‘Is dat bevestigd? Is het zeker?’ Ja, het was zo, het was zeker. Ik was sprakeloos, ik begreep er niks van. Ik kon het niet geloven. Dani, mijn vriend Dani, was dood ( Daniel Jarque, op dat moment speler van RCD Espanyol, stierf op 8 augustus 2009 door hartfalen, nvdr). Het nieuws bevroor mijn hart. De dagen na de terugkeer in Barcelona waren verschrikkelijk. Vanaf dat moment ging ik in vrije val naar een onbekende plaats… Ik zag de afgrond. En toen zei ik tegen de dokter: ‘Ik kan niet meer.”
Zijn depressie duurde maanden. In alle stilte werkte hij eraan, met de hulp van een psychologe. Nochtans speelde hij dat seizoen in totaal nog 42 wedstrijden. En toen kwam het WK eraan…
Huilen voor de tv
Het was 11 juli 2010, de dag van de WK- finale tussen Spanje en Nederland in het Zuid-Afrikaanse Johannesburg. Het zou een speciale dag worden voor Andrés Iniesta, want in de 116e minuut van die wedstrijd maakte hij de beslissende 1-0 en schonk hij La Roja de wereldtitel.
Jessica Alvárez had al bijna een jaar geen voetbalwedstrijd meer gezien. Sinds de plotse dood van haar man Dani Jarque, kon ze het niet meer opbrengen om naar voetbal te kijken. Maar die dag, thuis in Spanje, had ze een voorgevoel, vertelt ze in de biografie van Iniesta. ‘Ik keek niet naar voetbal, ik zette zelfs de tv niet aan. Ik had stilte nodig. Stilte om alleen te zijn met de pijn. Maar die avond besloot ik naar de finale te kijken. Vraag me niet waarom. Ik was thuis, met mijn moeder en mijn dochtertje Martina. Ze was toen tien maanden oud. Ik herinner me dat ik net uit de douche kwam, met mijn haar nog in een handdoek gewikkeld. Ik ging nerveus voor de tv zitten. Mijn moeder keek me bezorgd aan: ‘Ben je zeker, Jessica?’ Ze vroeg het omdat ze wist dat het de eerste keer was dat ik een voetbalwedstrijd zou zien sinds Dani ons verliet.
‘Vroeger keek ik alleen naar zijn matchen om me verbonden te voelen met hem, met zijn zenuwen, zijn dromen, zijn volharding … en op een bepaalde manier om met hem zijn kinderdroom, het voetbal, te delen. Bovendien probeerde ik positieve energie op hem over te brengen. Daarom had ik ook nooit meer een match bekeken. Er was niemand meer om me verbonden mee te voelen… En toen zat ik plots die finale te bekijken.
‘Ik weet nog altijd niet waarom ik het deed. Iets bracht me tot voor dat toestel. Ik wist dat ik er niet meer van kon genieten, maar ik voelde dat er iets ging gebeuren. Enkele seconden voor de goal had ik een voorgevoel. Ik begon al te huilen nog vóór hij scoorde. Ik herinner me het moment van de pass naar Andrés, een pass waardoor hij alleen voor doel komt. Hij maakt de goal en… ik wilde het niet zien, ik hield mijn handen voor mijn ogen. De boodschap op zijn shirt ( Iniesta trok zijn voetbaltruitje uit en liet een wit T-shirt zien waarop stond: Dani Jarque, siempre con nosotros,voor altijd bij ons, nvdr) maakte mijn moeder emotioneel en ze riep: ‘Kijk, kijk, kijk!’ Ik wilde niet kijken omdat ik wist dat zijn naam daar zou staan. Ik weet niet waarom, maar ik wist het. Ik kan het ook niet uitleggen, maar ik wist dat alles zo ging gebeuren. Noem het intuïtie, voorgevoel, lotsbestemming, wat ook, maar Andrés is iemand die dat doelpunt aan zijn familie, zijn vrouw, zijn kinderen had kunnen opdragen. Aan zoveel mensen. En hij droeg het op aan Dani!’
Stem op de beste Italiaanse voetballer aller tijden
Deze week kan u op sportmagazine.be voor de laatste keer stemmen, nu op de beste Italiaanse voetballer aller tijden. Sport/Voetbalmagazine maakte een preselectie van tien namen: RobertoBaggio, Franco Baresi, Gianluigi Buffon, Alessandro Del Piero, Giacinto Facchetti, Paolo Maldini, Giuseppe Meazza, Gianni Rivera, Francesco Totti en Dino Zoff. Op onze site kan u uw persoonlijke top drie samenstellen en bovendien nog een prijs winnen.