Orel Mangala breekt eindelijk door: ‘Hamburg is opnieuw van ons’
Hij bracht Anderlecht 2,5 miljoen euro op zonder een minuut te hebben gespeeld. Na 2 jaar Borussia Dortmund en Stuttgart lijkt de carrière van Orel Mangala eindelijk in een stroomversnelling te komen bij Hamburger Sport-Verein in tweede klasse.
Wie langs de noordoostelijke ingang van het Volksparkstadion slentert, komt oog in oog te staan met de reuzegrote rechtervoet van Uwe Seeler. De bronzen mastodont van goed drie meter hoog is een hommage aan de volksheld van HSV die 500 keer raak trof in 570 duels. Daarrond werden de voetzolen of handpalmen vereeuwigd van enkele clubiconen zoals Mladen Petric, Kevin Keegan, Ernst Happel en Horst Hrubesch. Het is, zeg maar, de Hamburgse versie van de wereldbekende walk of fame in Hollywoord. Orel Mangala zou met veel plezier zijn voet willen zetten naast die van zijn legendarische voorgangers. Al is er wel een kanttekening: de 21-jarige stofzuiger op het middenveld is enkel een transitspeler van Hamburg. Na dit seizoen keert hij terug naar zijn moederclub Stuttgart om zijn comeback te maken in de Bundesliga. En wie weet kan hij later zelfs een plaatsje veroveren bij de Rode Duivels.
Supporters die keihard op de spelerstunnel kloppen, overal doodskoppen en het opschrift “Welkom in de hel”… Ik houd daar wel van.
Orel Mangala
In de lente van 2018 sloot je je eerste seizoen in de Bundesliga af bij Stuttgart met 20 wedstrijden en 7 basisplaatsen. Was een uitleenbeurt aan Hamburg een logische stap in jouw carrière?
OREL MANGALA: ‘Stuttgart wilde mij absoluut houden. Ik was echter toe aan de volgende etappe in mijn carrière en dat betekende dat ik vaker moest gaan spelen. Na de komst van Gonzalo Castro, die gehaald werd voor mijn positie, heb ik de gesprekken opgestart om te vertrekken. Het waren moeilijke onderhandelingen, maar ze hebben uiteindelijk mijn beslissing gerespecteerd. Voor het bestuur was er maar een ding onbespreekbaar: een opstapclausule opnemen in het contract.’
Zijn er contacten geweest met Belgische clubs?
MANGALA: ‘Nee. En voor mij was het sowieso belangrijk om in Duitsland te blijven. Ik zit hier al twee jaar en ik wilde mijn status verzilveren. Ik had vooral aanbiedingen van andere clubs uit de Bundesliga, maar Stuttgart wilde zijn rechtstreekse concurrenten niet versterken. Toen Hamburg aanklopte, lag mijn besluit vast.’
In november kondigde Stuttgart aan dat je op het einde van het seizoen zou terugkeren. Waarom werd dat zo vroeg gecommuniceerd?
MANGALA: ‘Ik was aan een goede heenronde bezig en mijn naam dook zowel in de Bundesliga als in het buitenland op. Stuttgart heeft de interesse van andere clubs dus willen temperen. Maar er is nooit een plan geweest om mij in januari terug te halen. Van in het begin was het de bedoeling dat ik een heel seizoen ervaring zou opdoen bij dezelfde club.’
MACHTSOVERNAME
Hamburg zakte vorig seizoen voor het eerst in zijn geschiedenis uit de Bundesliga. In welke toestand heb je de club aangetroffen?
MANGALA: ‘Ik ben hier half augustus aangekomen na de 0-3-huisnederlaag tegen Kiel op de eerste speeldag… Je kon op de gezichten aflezen dat iedereen erg te lijden had onder de situatie. De druk om te promoveren was van bij de start van het seizoen gigantisch! Ik werd gelukkig goed ontvangen en binnenskamers lieten de mensen merken dat ik een belangrijke speler zou worden.’
Ondanks de degradatie loopt het Volksparkstadion, dat plaats biedt aan 57.000 toeschouwers, elke thuismatch goed vol.
MANGALA: ‘De sfeer in de 2. Bundesliga is veel indrukwekkender dan in sommige stadions in eerste klasse. Dat kan ook niet anders met clubs als St. Pauli, FC Köln, Dynamo Dresden en Union Berlin.’
Je speelt elke week voor duizenden toeschouwers tegen traditieclubs die niet zouden misstaan in de Bundesliga. In zekere zin is de 2. Bundesliga de aantrekkelijkste tweede klasse ter wereld?
MANGALA: ‘Bepaalde ploegen hebben zeker het niveau om mee te draaien in de Bundesliga. En toch ligt de competitie helemaal open. Elke week laat er een titelkandidaat ergens punten liggen. Bij Hamburg hebben we geen keuze: we móéten promoveren. De titel is daarbij niet van belang.’
Je speelde dit seizoen de twee derby’s tegen St. Pauli. Wat stelt die wedstrijd voor in Hamburg?
MANGALA: ‘De dag voor de heenmatch werden we op training toegezongen door 500 supporters. Een paar van die gasten hebben ons daarna aangeklampt om te zeggen dat een zege tegen St. Pauli veel zaken zou rechttrekken in de stad. Wat ze daarmee wilden aangeven? De laatste officiële confrontatie dateerde al van acht jaar geleden en toen won St. Pauli met 0-1 (16 februari 2011, nvdr). Hamburg werd al die jaren als een topclub beschouwd in Duitsland, maar St. Pauli had min of meer de macht overgenomen in de stad. Nu is Hamburg weer integraal van ons.’
Het ging zelfs zover dat de supporters van St. Pauli in jullie bezoekersvak onthaald werden met stinkbommen en uitwerpselen…
MANGALA: ‘Daar heb ik niets van meegekregen. (lacht) Toen we vorige maand bij hen zijn gaan spelen, was de ontvangst ook hartstochtelijk. Toen we van de bus stapten, kregen we eieren en bierblikjes naar ons hoofd gesmeten. Het ergste moest dan nog komen. Beeld je het volgende in: supporters die keihard op de spelerstunnel kloppen, overal doodskoppen op de muren en het opschrift Welkom in de hel voor we het veld moesten betreden… Ik hou wel van zo’n opgefokte ambiance – het geeft mij nog meer zin om op het veld te staan.’
ROLSTOELPATIËNT
Wat voor een jeugd heb je gehad in de Brusselse deelgemeente Etterbeek?
MANGALA: ‘Ik ben opgegroeid in de omgeving van de wijk La Chasse, in een straat waar het verkeer maar met mondjesmaat passeerde. We deden van alles op straat: fietsen, met de step crossen en voetballen tussen geparkeerde auto’s. Voor de ‘grote’ matchen moesten we in het Jubelpark zijn. Daar heb ik echt de smaak van het voetbal te pakken gekregen.’
Je ouders zijn Congo ontvlucht tijdens de burgeroorlog. Wat hebben ze jou verteld over die periode?
MANGALA: ‘Weinig. Als kind werd dat onderwerp zelden aangesneden. Ik ben zelf nog niet in Congo geweest, maar er rijpen enkele ideeën in mijn hoofd die in de toekomst in concrete plannen kunnen uitmonden. Op dit moment ben ik gefascineerd door het gevangeniswezen. Ik kijk naar documentaires en ik volg de serie Locked up, die het dagelijkse leven van bajesklanten in de VS en in Zuid-Amerika volgt. Het doet bij mij tal van vragen rijzen. Hoe is het leven tussen die vier muren? Wat verleidt een mens om illegale feiten te plegen? Maar ik trek mij bovenal het lot aan van jonge gevangenen. Ik zou hen willen helpen. En daarom zou ik willen begrijpen waarom zoveel van die gasten moeite hebben om bij zichzelf te rade te gaan.’
Een incident heeft jouw bestaan compleet ondersteboven gehaald…
MANGALA: (knikt) ‘De herinneringen zijn aan het vervagen, maar ik weet ongeveer wat er gebeurd is… Mijn broer stak de straat over om bij een buurjongen aan te bellen en ik – een broekventje van een jaar of twee – zette de achtervolging in. Voor hij het goed en wel besefte, werd ik opgeschept door een auto. Hoe lang ik in een kunstmatige coma werd gehouden, heb ik nooit willen weten. In dat tijdsbestek had ik de indruk in een ander universum te zijn. Het eerste gezicht dat ik zag toen ik wakker werd, was dat van mijn mama. Ik ben meteen beginnen te huilen omdat ik wist dat er mij iets ergs was overkomen. Soms krijg ik een flashback: ik zie mezelf in een ziekenhuisbed liggen dat naar beneden blijft tuimelen. Rond mij is er veel lawaai, maar voor de rest voelt het niet onaangenaam aan.’
Hoe lang ik in een kunstmatige coma werd gehouden, heb ik nooit willen weten. In dat tijdsbestek had ik de indruk in een ander universum te zijn.
Orel Mangala
Heb je blijvende letsels overgehouden aan dat ongeval?
MANGALA: ‘De dokters waren er vrij zeker van: ik zou de rest van mijn leven in een rolstoel doorbrengen. Maar ik heb vrij snel mijn bed verlaten en daarna was het een kwestie van tijd voor ik opnieuw kon stappen. Mijn vader en moeder feliciteerden mij bij elke geslaagde pas die ik zette. Ze waren net zo enthousiast als ouders die hun peuter voor het eerst zien stappen.’
Vijf jaar later kwam je bij Anderlecht terecht.
MANGALA: ‘Ik had geen zin om naar Anderlecht te gaan. Het zou immers betekenen dat ik niet meer met mijn vrienden uit Etterbeek zou kunnen voetballen. Ik kende Anderlecht niet, ik wist niet eens dat die club bestond. Ik voetbalde toen puur voor de fun. Mijn vader drong echter aan. Anderlecht was volgens hem de beste club in België en voor mijn eigen bestwil moest ik het tenminste proberen. Toen we op weg waren naar mijn eerste training heb ik een potje zitten huilen. We zijn nooit op Neerpede geraakt omdat we ons vastgereden hebben in de file en eerlijk gezegd was ik daar niet rouwig om… Een dag later heb ik mij wel op training gemeld en alles is goed verlopen.’
DUITSE INGESTELDHEID
Je hebt bijna alle jeugdcategorieën doorlopen bij Anderlecht. Maar de deur van het eerste elftal bleef dicht voor jou. Hoe heb je die afwijzing verteerd?
MANGALA: ‘Ik werd niet geweigerd. Ik heb simpelweg nooit een uitnodiging gekregen om mee te trainen. In het begin heb ik dat niet verkeerd opgevat. Mijn beurt zou wel komen. Dacht ik.’
Waarom heb je dan toch voor de B-ploeg van Borussia Dortmund gekozen?
MANGALA: ‘Na een tijdje had ik door dat een plekje afdwingen bij Anderlecht er niet inzat. En: een aanbod van Dortmund sla je niet zomaar af.’
Neem je het Anderlecht kwalijk dat ze niet in jou geloofden?
MANGALA: ‘Als tiener had ik er werkelijk alles voor over om voor Anderlecht te spelen. Maar ik heb geen spijt dat ik mijn profcarrière in Duitsland heb opgestart.’
Wat is jou het meeste bijgebleven bij Dortmund? De wetenschappelijke aanpak van Thomas Tuchel? Of de omgang met sterren als Mario Götze en Marco Reus?
MANGALA: ‘Ik heb de voorbereiding met de A-ploeg afgewerkt en het was genieten om elke dag te trainen met een Mario Götze of een Marco Reus. De gasten die op mijn positie speelden, maakten praktisch geen technische fouten… Van hen heb ik geleerd om mij te concentreren bij elke balaanname en elke pass. Ik was ook onder de indruk van de ingesteldheid van de spelers. Ze blijven lopen en vechten tot de training of wedstrijd is afgefloten.’
Is dat iets dat jij hebt moeten aanleren?
MANGALA: ‘Ik was een echte nummer tien en op die positie moet je in België nauwelijks verdedigen. (lacht) Door in Duitsland te voetballen, heb ik begrepen dat iedereen moet verdedigen.’
Wilde Dortmund jou houden na het seizoen?
MANGALA: ‘Ik had veel voorstanders binnen de club, maar het bleef aanslepen… Ik wilde fulltime profvoetballer worden in de A-kern, maar de concurrentie op het middenveld was groot waardoor ik vaak teruggezet zou worden naar de U23. Ik dacht: ik heb veel geleerd in Dortmund en met die basis zal ik elders ook mijn plan kunnen trekken.’
Waar was jij toen de spelersbus van Dortmund in april 2017 aangevallen werd?
MANGALA: ‘Ik had net het huis van mijn gastgezin verlaten om naar het stadion te wandelen toen ik een bericht kreeg in het WhatsAppgroepje van de U19. Onderweg naar het stadion zag ik veel mensen rechtsomkeer maken. Ik hoorde roepen: de match is uitgesteld. In de dagen die volgden, proefde ik een vreemde sfeer op de club. Ik weet nog dat Nuri Sahin fors had uitgehaald in de media. Het heeft toch even geduurd voor de sereniteit terugkeerde.’
‘Vijftig procent kans dat ik naar het EK ga’
Wat zou Johan Walem kunnen overtuigen om je te selecteren voor het EK U21?
OREL MANGALA: ‘Ik zit in de goede flow. Als ik dat kan vasthouden, dan mag ik de hoop koesteren om er in juni bij te zijn in Italië. Op dit moment zeg ik: er is vijftig procent kans dat ik naar het EK ga.’
Alleen al voor je talent als entertainer moet Walem je meenemen. Je bent blijkbaar de sfeermaker van de groep.
MANGALA: ‘Af en toe plug ik de speakers in, draai ik de volumeknop helemaal open en dan begin ik een liedje van rapper Naza te coveren. Ik ben meestal goedgezind en ik probeer dat door te geven aan de rest van het team.’
Je bent een van de weinige overlevers van de generatie die op het WK 2015 voor U17 derde eindigde. Waar is de rest gebleven?
MANGALA: ‘Er zal veel kwaliteit in die lichting. Daarom vind ik het veel te vroeg om conclusies te trekken. Sommige jongens hebben hun carrière in een verkeerde richting geduwd. Anderen, denk maar aan Ismail Azzaoui, sukkelen met een vervelende blessure. Maar we zijn allemaal nog heel jong. Er is nog niets verloren.’
Youngsters zoals Youri Tielemans en Leander Dendoncker zijn wel al titularis bij de Rode Duivels. Haal je daar inspiratie uit?
MANGALA: ‘Ik ben blij voor Youri en Leander. Ik ben min of meer met hen opgegroeid bij Anderlecht en ze pushen mij om te geloven dat het niet onmogelijk is om een bepaald niveau te halen. Maar ik heb nog niet met Roberto Martínez of iemand uit de omkadering gesproken. Ik mag dagdromen over de Rode Duivels, maar nu telt vooral het EK met de beloften.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier