Op bezoek bij Mario Stanic: ‘Club Brugge heeft veel betekend voor mijn carrière’
Halfweg de jaren negentig werd België met de snelheid van een raket doorkruist door Mario Stanic. In enkele maanden tijd won de Kroaat de dubbel met Club Brugge en kaapte hij de titel van topschutter weg alvorens door te reizen naar Parma en Chelsea. Interview in biografievorm met een instant legend van Club Brugge.
Zijn kortgeschoren kapsel en het gladde aangezicht heeft hij al lang ingeruild voor een paardenstaartje en een mooi gesnoeid baardje. In een van de veelkleurige divans in Kaptol Boutique, een lounge bar annex cinema in het centrum van Zagreb, zit een verzorgde en elegante versie van de Mario Stanic die twintig jaar geleden in België neerstreek. Stanic 3.0.
Hij moet wel nog even bekomen van de avond ervoor. ‘We hebben gisteren het communiefeest van mijn dochter gevierd en we hebben wat afgedronken’, zegt Stanic bijna verontschuldigend.
Eind vorig seizoen heeft de intussen 47-jarige Kroaat een uitnodiging van Club Brugge naast zich neer moeten leggen omdat hij moest pendelen tussen Parma en Kopenhagen. ‘Ik kom binnenkort zeker op bezoek. Ik blijf gehecht aan Club want ze hebben veel betekend voor mijn carrière.’
Hoe was het om op te groeien in de multi-etnische stad Sarajevo in het voormalige Joegoslavië?
MARIO STANIC: ‘Het is niet simpel om de vooroorlogse situatie te schetsen. Sarajevo was een mierennest van Kroaten die getrouwd waren met Bosnische vrouwen, Bosniërs die verkering hadden met Servische mannen en ga zo maar door. Ik zat in het midden van mijn tienerjaren en het enige waar ik mij mee bezighield waren voetbal en meisjes! Ik dacht niet verder na over de multiculturele samenleving, over de politieke context, over de strubbelingen… Ik was zelfs niet bezig met overmorgen. Ik profiteerde van het leven in Sarajevo. Het was een prachtige stad en ik had mij nooit kunnen inbeelden dat Sarajevo zo snel zou wegzakken in een tragische oorlog. Ik was wellicht een tikkeltje naïef, maar ik leefde in het heden. Het relaas is simpel: ik had een normaal leven, ik ben profvoetballer geworden en toen is de oorlog losgebarsten. Op dat moment ben ik vertrokken. Ik ken flarden van wat er gebeurd is, maar het zijn de mensen die achtergebleven zijn die het echte oorlogsverhaal kennen.’
Ik ben uit Sarajevo gevlucht terwijl de stad aan het branden was en de mensen doodbloedden. Het enige gevecht dat ik aanging, was dat voor mijn eigen voortbestaan.’ Mario Stanic
Maar jouw verhaal is toch ook de moeite waard om te vertellen?
STANIC: ‘Bij het begin van het conflict was ik ervan overtuigd dat het snel gedaan zou zijn. Ik vertrouwde erop dat enkele Europese regeringen – of wie dan ook – zouden ingrijpen en de genocide binnen de tien dagen een halt zouden toeroepen. Ik ben in dat scenario blijven geloven. De eerste zes dagen gebeurde er niets, op dag tien ook niet, en na een maand nog niets… De situatie verslechterde elke dag. We waren op een punt gekomen dat iedereen zijn eigen vel wilde redden. Ik ben uit Sarajevo gevlucht terwijl de stad aan het branden was en de mensen doodbloedden. Het enige gevecht dat ik aanging, was dat voor mijn eigen voortbestaan. Ik was op psychologisch vlak helemaal op. Op dat moment ben ik tot het besef gekomen dat het leven meer was dan voetbal alleen en dat je ook vieze zaken kan tegenkomen. In amper enkele maanden begreep ik dat ik niet meer kon doen wat ik wilde omdat de situatie gekeerd was. Ik kon niet meer ageren, enkel reageren.’
Wat weet je nog van de dag waarop je Sarajevo ontvluchtte?
STANIC: ‘De trainingen bij Zeljeznicar Sarajevo waren al een tijdje opgeschort. Ik woonde in een wijk aan de andere kant van de buurt waar mijn vrienden Goran Vidovic ( ex-Mouscron, nvdr) en Suad Katana ( ex-Anderlecht, nvdr) leefden. We hebben met een interval van enkele dagen de stad verlaten en enkele jaren later hebben we elkaar teruggevonden in eerste klasse in België. Maar het was niet vanzelfsprekend om te vertrekken. Mijn eerste poging mislukte omdat de stad hermetisch afgesloten was. Bij mijn derde poging had ik een zak mee als bagage en ben ik in een auto gesprongen die mij naar het centrum van Bosnië heeft vervoerd. Van daar heb ik een bus genomen, waar toevallig ook Zeljko Pavlovic ( ex-Anderlecht, nvdr) op zat, en we zijn op clandestiene wijze de Kroatische grens overgestoken bij de stad Slavonski Brod door de rivier Sava over te zwemmen. Toen ik eenmaal in Kroatië was aangekomen, leefde ik opnieuw op. Soms heb je geen woorden nodig om je gevoelens neer te pennen. Het leven doet het in jouw plaats. Mijn ervaringen in Bosnië hebben van mij een man gemaakt. Alle ’tragische’ gebeurtenissen die ik meemaakte in het voetbal waren in vergelijking met de rest onbenullige zaken. Twee kansen missen of een finale mislopen, stellen niets voor wanneer je vrienden en familie hebt verloren. Maar het is wel zo dat voetbal mijn leven heeft gered. Ik weet niet wat er van mij was geworden mocht ik geen voetballer geweest zijn. Ik zou allicht in Sarajevo gebleven zijn en net als veel van mijn vrienden gestorven zijn.’
PSYCHOLOGISCHE PROBLEMEN
Hoe ben je bij Croatia Zagreb, de voorloper van Dinamo Zagreb, terechtgekomen?
STANIC: ‘Ik was gewoon een kerel die wilde doen waar hij goed in was: voetballen. Ik ben bij Dinamo uitgekomen omdat mijn naam bekend was in Centraal-Europa aangezien ik voor alle nationale jeugdelftallen van Joegoslavië had gespeeld. Bij Dinamo moest ik weer van nul beginnen en ik kampte met zware psychologische problemen. Ik trainde en speelde met het idee dat ik terug zou keren naar Sarejevo. Ik was niet klaar om de stap naar het professionalisme te zetten, mijn ziel was namelijk in Bosnië achtergebleven. Daardoor waren mijn prestaties niet constant. De ene dag was ik de beste op het veld, de dag erna was ik barslecht. Als je geen mentaal evenwicht hebt gevonden en je brein niet mee wil dan kan je niet presteren. Ik hunkerde naar iets dat nooit zou komen. Toen ik een voorstel kreeg vanuit Spanje ( Sporting Gijón, nvdr) zat ik gevangen tussen twee gedachtes. Een deel van mijn brein zei: waag het erop en je zal wel zien of je het niveau aankan. Het andere deel schreeuwde mij het tegenovergestelde toe: waar ben je mee bezig? Je hebt Sarajevo verlaten terwijl je er niet klaar voor was. Na twee tot drie jaar drong het tot mij door dat het verhaal Sarajevo afgelopen was.’
Wanneer is de klik dan gekomen?
STANIC: ‘Ik kan er niet een specifiek moment uit vissen. Het was een natuurlijk proces. Mijn hersenen hadden tijd nodig om de realiteit te aanvaarden. Ik heb de kentering ingezet toen ik na een jaar Spanje van Sporting Gijón naar Benfica ben gegaan. Ik was gelukkig in Portugal en ik had er gerust kunnen blijven. Maar ik besloot om naar Club Brugge te gaan omdat ik aanvoelde dat ik de concurrentiestrijd met João Pinto en Claudio Caniggia niet kon winnen. Zelfs al was ik nog jong en stond mijn potentieel niet ter discussie. Benfica heeft er nog alles aan gedaan om mij te houden.’
VEREDELDE SCHAAKPARTIJ
Bij Club Brugge leerde je Hugo Broos kennen. Welke herinneringen hou je over aan hem?
STANIC: ‘We hadden een goede verstandhouding, maar we zijn toch enkele keren in aanvaring gekomen met elkaar. Elke dinsdag liet hij ons 45 minuten lopen in het bos, iets wat ik door mijn voetbal-dna maar niet aan kon wennen. Ik had in mijn carrière nooit meer dan twintig minuten na elkaar gelopen en ik was dus niet voorbereid op zo’n krachtsinspanning. Mijn resultaten waren vaak verschrikkelijk. Meestal kwam iedereen gelijktijdig aan, maar ik strompelde lang na mijn ploegmaats over de finish. Ik had daarna twee dagen nodig om zowel op mentaal als fysiek vlak volledig te recupereren. Ik heb geprobeerd om dat aan Broos uit te leggen, maar hij heeft het cultuurverschil nooit willen inzien.’
Ik weet niet wat er van mij was geworden mocht ik geen voetballer geweest zijn. Ik zou allicht net als veel van mijn vrienden in Sarajevo gestorven zijn.’ Mario Stanic
Op 17 augustus 1996 scoorde je vier doelpunten in een 6-1 overwinning tegen Sint-Truiden. Je kreeg een applausvervanging, maar veel mensen kunnen zich herinneringen dat je met een norse blik het veld verliet. Wat was er toen aan de hand?
STANIC: ‘Ik kan mij die match niet meer herinneren, maar mijn reactie verbaast mij niet. Een trainer moest mij niet vervangen wanneer ik vier keer had gescoord. Als ik mij goed voelde op het veld, dan had niemand het recht om mij naar de kant te halen. Ik ben geen circusartiest en het maakte mij geen bal uit om applaus te krijgen. Als ik goed bezig was, dan wilde tot het eindsignaal op het veld blijven staan. Je ziet: voetballers zijn over het algemeen heel egoïstisch ingesteld.’
Klopt het dat je bijna de bekerfinale miste omdat de Kroatische voetbalbond jou niet wilde vrijgeven?
STANIC: ‘Ik ben toen in de clinch moeten gaan met de bondscoach. Tijdens de voorbereiding op het EK ’96 wilde hij mij als rechtsback gebruiken. Voor mij was dat uitgesloten. Ik had net naam gemaakt als aanvaller en ik wilde niet teruggeslagen worden. Miroslav Blazevic bleef aandringen en stelde mij voor een dilemma. Vooraan waren Davor Suker en Alen Boksic zeker van hun plaats en als ik weigerde zou ik op de bank terechtkomen. Na twee dagen reflecteren, heb ik het toch gedaan. Om het elftal klaar te stomen met mij als rechtsachter heeft Blazevic een paar oefensessies en een match aan het programma toegevoegd op dezelfde dag als de bekerfinale. Ik heb de trainer duidelijk gemaakt wat mijn intenties waren. ‘Ik vertrek naar België om de finale te spelen. Wanneer ik terug ben, zullen we de tactische voorbereiding hervatten.’ Hij kon niets anders dan toezeggen. Ik scoorde twee keer in de finale en op het EK werd ik zoals verwacht als vleugelverdediger uitgespeeld. ( lacht) Ik deed het zo goed als verdediger – ik was zelfs een van de beste verdedigers van het tornooi – dat Parma mij opmerkte. De Italianen lijfden mij in als middenvelder en niet als aanvaller… Dat toont nog maar eens aan hoe het leven je soms kan bedonderen.’
ETEN
Jouw passage bij Parma was een succes. Je won de beker, de Italiaanse Supercup en de UEFA Cup. De trainer Carlo Ancelotti stond erom bekend dat hij op een heel eigenwijze manier een team kon smeden.
STANIC: ‘Na twee dagen trainen werd ik door Carlo Ancelotti samen met de andere nieuwkomers uitgenodigd voor een hapje en tijdens het seizoen organiseerde hij in de week of op vrijdag regelmatig etentjes. In het begin was dat vooral om zeker te zijn dat de vrijgezellen de avond niet alleen zouden doorbrengen, finaal was negentig procent van de spelersgroep aanwezig. Het was geen verplichting, maar we hechtten er veel belang aan om samen te eten, te lachen en over andere zaken te praten dan voetbal. Het heeft een positieve uitwerking gehad op onze onderlinge relaties. Ik zou zelfs durven zeggen dat die activiteiten hebben bijgedragen aan het succes op het veld. In Engeland waren dat soort events vooral een excuus om veel te drinken.’ ( lacht)
Bij Östersunds organiseren ze al enkele jaren speciale challenges om spelers en staf dichter bij elkaar te brengen. Ze hebben een boek geschreven, workshops gehouden om te leren schilderen en een theatervoorstelling in elkaar gebokst. Had jij dat soort activiteiten als speler zien zitten?
STANIC: ‘Voor mij is het belangrijk dat de coach zijn spelers een zekere vorm van vrijheid gunt. De algemene regels moeten voor iedereen dezelfde zijn, maar een trainer moet met elk van zijn spelers een andere relatie onderhouden. Wanneer een trainer beweert dat iedereen in zijn ogen gelijk is, vertelt hij onzin. Was ik dezelfde mens als Gianfranco Zola? Nee. Iedereen is uniek. Met alle apparaten die momenteel voorhanden zijn, kan een coach alles checken. Gaande van de bloedwaarden tot de spanning in de spieren. Een ding kan hij niet controleren en dat is jouw psyche. Een gast die een issue heeft met zijn vrouw en mentaal totaal aan de grond zit, kan dat perfect voor de buitenwereld verstoppen. Hij hoeft op training enkel te lachen en de ongeschreven sociale regels te respecteren. En de coach zal niet merken dat er iets aan de hand is. Alles draait dus rond de psychologie en de ruimte die een trainer geeft aan zijn team om het beste uit de spelers te halen.’
Heb je ooit overwogen om trainer te worden?
STANIC: ‘Nee. Ik was niet bereid om heel mijn leven opnieuw voor het voetbal op te offeren ten koste van mijn gezin. En ik ben het type dat het resultaat van een match bijkomstig vindt. In het moderne voetbal is alles gericht op de resultaten, maar mocht ik coach zijn dan zou ik een methode zoeken om mijn spelers individueel beter te maken. De rush naar profijt en direct rendement stoort mij en ik zou mijn spelfilosofie nooit veranderen. Na een maand zou ik dus buiten liggen! Ik hou van clubs als Real, Barcelona en Ajax, die loyaal blijven aan hun gedachtegoed. Ik herinner mij een duel tegen Barça waarin ik als een idioot gelopen heb en in 45 minuten geen enkele bal heb geraakt. Bij het rustsignaal, toen ik op weg was naar de kleedkamer, heb ik aan de scheidsrechter gevraagd of ik de bal even met mijn handen mocht beroeren… We zijn dertig jaar verder en Barcelona voetbalt nog steeds op dezelfde manier.’
De kronieken van Mario
Je publiceert op geregelde basis columns over uiteenlopende onderwerpen. Je schrijft dus graag.
MARIO STANIC: ‘Voor mij is schrijven puur genieten. Twee jaar na het einde van mijn carrière had ik nog altijd geen flauw idee wat ik wilde gaan doen. Die periode was mogelijk de zwaarste beproeving die ik heb moeten doorstaan. Van in mijn kindertijd was ik het gewend om een tegenstander voor mij te hebben en plots moest ik het tegen mezelf opnemen. De transitie was voor mij verwarrend, maar vandaag heb ik geen aanleiding meer nodig om mij gelukkig te voelen.’
Welke thema’s snijd je aan in je columns?
STANIC: ‘Voetbal, mijn persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen die zich in de wereld afspelen. Ik ben niet tijdsgebonden, ik schrijf wanneer ik problemen zie opduiken. Een paar jaar geleden deed het gerucht de ronde dat enkele ex-internationals hun medaille van het WK ’98 hadden doorverkocht. Ik heb die roddels met een humoristische toon gecounterd door te verklaren dat ik mijn medaille al lang van de hand had gedaan… Ik heb de mensen verteld dat ze geen rekening moesten houden met dergelijke praatjes. Maar ik speel niet op de man, ik vecht een model aan. Stel dat jouw entourage onophoudelijk blijft herhalen dat je de beste voetballer bent. Er komt een moment dat je dat oprecht zal geloven. In dat geval zal ik het systeem op de korrel nemen. Uiteindelijk is het normaal dat je je op een bepaalde manier gaat gedragen omdat je het product ben van een leugenachtig systeem.’
In juni 2018 werd Zdravko Mamic, oud-bestuurslid van Dinamo Zagreb, veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens corruptie en verduistering bij enkele transfers waaronder die van Luka Modric. Bondsvoorzitter Davor Suker wordt ervan beschuldigd een marionet te zijn van Mamic. Hoe sta jij tegenover al die corruptieverhalen in jouw land?
STANIC: ‘Voor mij is de democratie heilig. Alle heisa deed mij terugdenken aan de voorzittersverkiezingen bij de voetbalbond ( in 2014, nvdr) toen er amper twee personen hun kandidatuur mochten indienen. Ik heb de bond toen afgemaakt: hoe kan je nu de best mogelijke voorzitter kiezen uit twee kandidaten? Er hadden zich minstens vijf of zes gegadigden moeten melden en je had die mensen genoeg tijd moeten geven om de publieke opinie te overtuigen met hun programma. Met mijn oud-ploegmaats Dario ?imi? en Stipe Pletikosa hebben we ons verzet tegen die gang van zaken. Heel Kroatië stond achter ons, inclusief de media, maar op het einde werd de keuze toevertrouwd aan dezelfde beleidsmakers. De structuren zijn veel te rigide en daartegen trek ik ten strijde. Je kan maar goodwill bij de mensen opwekken wanneer je een transparant beleid voert. En als je het volk mee hebt, kun je de problemen aanpakken. Door de gespannen relatie tussen het noorden en zuiden van het land is het al zeven jaar geleden dat de nationale ploeg een interland heeft afgewerkt in Split. En waarom? Omdat de voetbalbond het verzet uit het zuiden niet tolereert. Vandaag is iedereen blij dat we tweede zijn geëindigd op het WK, maar dat sportieve geluk mag de echte problemen in ons land niet verhullen.’