Napoli-Juventus, symbool voor de rivaliteit tussen het zuiden en het noorden van Italië
Zondag staat in de Serie A de kraker tussen Napoli en Juventus op het menu.
Met de terugkeer van Massimiliano Allegri hebben ze in Turijn een trainer die weet hoe je kampioen moet spelen. Maar hoe je het ook draait of keert, het vertrek van Cristiano Ronaldo naar Manchester United is een aderlating. Met 36 doelpunten in 44 wedstrijden vorig seizoen was de 36-jarige Portugees nog altijd een garantie op goals. Alvaro Morata legde er 20 in het mandje. Niet slecht, maar toch een pak minder dan Ronaldo. Benieuwd wie de leemte na Ronaldo zal opvullen. Langs de andere kant zou het zomaar kunnen dat spelers opnieuw floreren nu niet alle ballen richting de Portugese goaltjesdief gaan.
De grootste bedreiging voor Juventus kwam de afgelopen jaren veelal uit Napels.
Bij Napoli geen extreme uitschieters, maar wel zes spelers die vorig seizoen goed waren voor 10 of meer doelpunten. Onder hen: Dries Mertens. Afwachten welke rol van betekenis onze landgenoot nog kan hebben na zijn schouderblessure. Ook recordaankoop Victor Osimhen moet dit seizoen volledig tot ontploffing komen na een moeilijk eerste jaar in Napels.
Met één punt uit twee wedstrijden kunnen ze bij Juventus niet van een geslaagde start van de competitie spreken. Napoli daarentegen is mee met de kopgroep van vijf ploegen die nog over het maximum van de punten beschikken in de race naar een nieuwe landstitel.
Het was het Inter van Romelu Lukaku dat vorig seizoen het monopolie van Juventus wist te doorbreken. Voor het eerst sinds 2012 ging de landstitel niet naar Turijn, maar richting Milaan. Toch kwam de grootste bedreiging voor Juventus de afgelopen jaren veelal uit Napels.
De strijd om de titel van de afgelopen jaren werd er vorig seizoen een om het laatste ticket dat recht gaf op een plaats in de groepsfase van de Champions League. Voor een ploeg als Juventus is de vierde plaats van vorig jaar niet voor herhaling vatbaar en door de gekende financiële problemen bij Inter wordt er ook dit jaar terug in de richting van de Oude Dame gekeken. Bij Napoli hopen ze zich na een vijfde plaats en het missen van de Champions League terug in de top van het klassement te nestelen.
De rivaliteit tussen de twee teams gaat veel verder terug in de tijd dan de concurrentie in het kampioenschap van de afgelopen jaren. Zowel Turijn, in het noorden van Italië, als Napels, in het zuiden, zijn belangrijke steden in hun regio. Net daarom vertegenwoordigen Juventus en Napoli veel meer dan alleen een voetbalteam wanneer ze de degens kruisen in de competitie.
Sinds december vorig jaar speelt Napoli zijn wedstrijden niet langer in het Stadio San Paolo, maar wel in het Stadio Diego Armando Maradona. Een eerbetoon aan de overleden Diego Maradona. Het was onder de impuls van de Argentijnse superster dat Napoli in de jaren 80 echt een titelkandidaat werd. Juventus had toen al 22 landstitels in de prijzenkast staan.
In het seizoen 1986/87 werden de Gli Azzurri voor het eerst in de geschiedenis van de club landskampioen. Het was ook de allereerste keer dat een team uit het zuiden van het land de scudetto wist te pakken. Een kunstje dat ze drie seizoenen later nog eens herhaalden.
Sinds het begin van vorig decennium werd de rivaliteit terug op de spits gedreven. In de allerlaatste wedstrijd van Juventuslegende Alessandro Del Piero versloeg Napoli de rivaal met 2-0 in de bekerfinale. Een paar jaar later, in 2016, was er de transfer van Gonzalo Higuaín van Napoli naar Juventus. De woede in Napels was zo groot dat de fans van de zuiderse club een tijdje niet welkom waren in het stadion van Juventus.
Het belooft een spannend seizoen te worden in Italië. Het treffen met Napoli zal een eerste waardemeter worden voor de troepen van Allegri. In Napels, maar ook in Milaan en Rome staan ze te trappelen om de Oude Dame het leven zuur te maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier