Na de zaak-Diarra: komt er een eind aan de torenhoge transfersommen in het voetbal?
Opschudding in voetballand. Een nieuwe ‘zaak-Bosman’ kan de juridische bodem onder het hele transfersysteem inslaan. Uitspraak door het Europees Hof van Justitie op 4 oktober.
Augustus 2014. De Franse voetballer Lassana Diarra moet loon inleveren bij het Russische Lokomotiv Moskou. Daar is hij het grondig mee oneens, en hij verbreekt eenzijdig zijn contract. Hij onderhandelt daarna met verschillende clubs, waaronder Sporting Charleroi, waar hij in februari 2015 een contract tekent. Maar Charleroi haakt af omdat de wereldvoetbalbond FIFA de club mee zou laten opdraaien voor de schadevergoeding van 10,5 miljoen euro die Diarra aan Moskou moet betalen vanwege het eenzijdig verbreken van zijn contract. Een schadevergoeding die het Internationaal Sporttribunaal (TAS) later bevestigt. Bovendien mag de Russische voetbalbond geen internationaal transfercertificaat voor Diarra afleveren zolang er een juridisch dispuut bestaat tussen Diarra en Lokomotiv Moskou.
Die situatie is het gevolg van artikel 17 van het FIFA-reglement, de ‘Regulations on the Status and Transfer of Players’. Dat reglement is er gekomen na het Bosman-arrest (1995) waarin het Hof van Justitie het toenmalige FIFA-transferreglement ongeldig verklaarde, waaronder de transfervergoedingen voor spelers die einde contract waren.
We springen jaren verder. Omdat Diarra zijn contract bij Charleroi misliep door het dispuut met zijn ex-werkgever en een hele tijd werkloos bleef, eisen zijn advocaten (die ook al in de Bosman-zaak hadden gepleit) een compensatie van de FIFA van 6 miljoen euro voor de rechtbank van koophandel in Henegouwen. Volgens zijn advocaten belemmerde het artikel 17 in het transferreglement het vrije verkeer van werknemers in de Europese Unie.
Draconisch
De zaak belandde uiteindelijk bij het hof van beroep van Bergen, dat op zijn beurt doorverwees naar het Europees Hof van Justitie. Eind mei sprak de eerste advocaat-generaal van het Hof, de Poolse magistraat Maciej Szpunar, een advies uit. Op 4 oktober volgt een arrest van de rechters van het Hof. ‘De kans is reëel dat zij het advies zullen volgen’, zegt professor sportrecht Frank Hendrickx (KU Leuven). ‘Zo’n advies is weliswaar niet bindend, maar wel gezaghebbend. Het zet belangrijke krijtlijnen uit waarbinnen het Hof zijn oordeel zal vellen.’
‘Het Bosman-arrest bepaalde al dat voetbalspelers werknemers zijn, geen koopwaar.’
Frank Hendrickx
Hoogleraar sportrecht
Volgens Hendrickx nam de advocaat-generaal van het Hof echter geen finale positie in. ‘Hij vindt dat de FIFA argumenten op tafel moet leggen om twee zaken beter te verantwoorden: de zogenaamde hoofdelijke aansprakelijkheid van de nieuwe club, die moet opdraaien voor een verbrekingsvergoeding van een speler, en de weigering van een transfercertificaat aan die club door de voetbalbond. In de 87 paragrafen die aan zijn conclusie voorafgaan is Szpunar wel heel kritisch. Met name voor de schadevergoedingen bij een contractbreuk door een speler. Hij noemt die ‘buitensporig en draconisch’ – zeer opvallende bewoordingen – en potentieel in strijd met het Europese mededingingsrecht en het vrij verkeer van werknemers.’
Hendrickx merkt ook op dat de FIFA volgens de advocaat-generaal zich met haar hoge verbrekingsvergoeding niet kan verschuilen achter de noodzaak van contractstabiliteit. ‘Niet onbelangrijk in dat opzicht is de uitspraak in de zaak-Bernard van 2010, over opleidingsvergoedingen voor jeugdspelers en hoeveel die bedragen. Het Europees Hof vond dat clubs die konden vragen, maar ook dat ze proportioneel moesten zijn en beperkt moesten worden tot de echte opleidingskosten, niet de commerciële marktwaarde van de jeugdspeler. Dezelfde redenering geldt ook in deze zaak.’
Spelers ‘verkopen’
Hendrickx wijst nog op een andere opvallende passage in de conclusie van Szpunar: ‘Hij vindt dat artikel 15 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie rechtstreeks moet worden toegepast op de zaak, met name het grondrecht om een beroep vrij te kiezen en uit te oefenen. Dat is te vergelijken met artikel 45 van het Europese Verdrag waarin het vrije verkeer van werknemers is bepaald. Een benadering die ook het fundament van het Bosman-arrest was: werknemers, in dit geval voetbalspelers, mogen geen koopwaar zijn. De FIFA heeft daarna, na overleg met de Europese Commissie, haar nieuwe transferreglement opgesteld, inclusief het fameuze artikel 17. Met als gevolg dat contractbreuken onmogelijk werden of zeer duur, en clubs daardoor geen spelers meer in dienst namen die hun contract verbraken.’
Zo ontstond er volgens Hendrickx een marktpraktijk waarbij clubs spelers ‘afkopen’ op basis van een niet-objectiveerbare, zogenaamd commerciële marktwaarde. ‘Een praktijk die alleen in het voetbal bestaat en waarvan veel clubs trouwens aangeven dat die levensnoodzakelijk is, omdat ze alleen het hoofd boven water kunnen houden door – zoals dat dan heet – ‘spelers te verkopen’. Maar die onderlinge prijsafspraken tussen clubs verstoren het vrije verkeer van werknemers. En zijn dus mogelijk strijdig met de Europese wetgeving.’
Dé vraag is: zal het Europees Hof van Justitie het advies van Szpunar volgen? ‘De rechters van het Europees Hof kunnen met zijn aangehaalde overwegingen twee kanten op’, zegt Hendrickx. ‘Ze kunnen zich in hun conclusie beperken tot het beoordelen van de hoofdelijke aansprakelijkheid van clubs, en of voetbalbonden bij zo’n contractbreuk een transfer kunnen weigeren tot het geschil tussen de clubs beslist is. Ik verwacht echter dat het Hof daar heel wat elementen aan zal toevoegen. Al dan niet in zijn bijkomende overwegingen die ook richtinggevend kunnen zijn voor toekomstige rechtszaken over hoe de vrijheid van verkeer en het mededingingsrecht in de sport moeten worden toegepast. De manier waarop Szpunar zijn advies heeft opgebouwd doet in elk geval denken aan de redeneringen in het Bosman-arrest. Toen dachten velen dat het Hof een milde tussenweg zou bewandelen, maar het arrest was veel scherper: het transfersysteem was strijdig met het Europees recht.’
Proportioneel
De kans is volgens Hendrickx reëel dat het Europees Hof de cirkel nu zal rondmaken met een even verregaand en duidelijk arrest over spelers die nog onder contract liggen. ‘Het zou me verwonderen als de olifant in de kamer niet wordt aangepakt. Met name de legitimiteit van artikel 17 van het FIFA-reglement over de verbrekingsvergoedingen, en hoe overdreven die zijn. Zo’n arrest zou ook stroken met de duidelijke richtlijnen die het Europees Hof in december 2023 heeft gegeven in zijn arrest over de Super League in het voetbal. Het Hof erkende toen de monopoliepositie van de Europese voetbalbond UEFA en de zeggenschap die ze met bepaalde regels en voorwaarden over een nieuwe competitie kan hebben. Maar het oordeelde ook dat dit via een transparante, objectieve en niet-discriminerende regelgeving moest gebeuren.’
‘Alleen in het voetbal kunnen clubs spelers ‘afkopen’ op basis van hun marktwaarde.’
Frank Hendrickx
Hoogleraar sportrecht
Hendrickx vermoedt dat het Europees Hof schadevergoedingen om een contract te verbreken wel nog zal toelaten. ‘In elk arbeidsrechtelijk systeem is dat ingebouwd. Die schadevergoedingen mogen in de sport zelfs afwijken van het gewone arbeidsrecht. Maar ze moeten wel proportioneel zijn, op basis van barema’s of van een forfait van x maanden loon. Zo zegt de Belgische wet van 1978 dat een professionele sportbeoefenaar die zijn contract wil verbreken een schadevergoeding moet betalen die gelijkstaat aan het salaris van de resterende duur van zijn contract, met een maximum van 36 maanden.’
Bijzondere cao
Als het Europees Hof het advies van de advocaat-generaal volgt met een verregaand arrest zullen de gevolgen verdragend zijn. ‘Mogelijk nog meer dan die van het Bosman-arrest: het volledige transfersysteem in het voetbal, dat momenteel steunt op het ‘afkopen’ van spelers die onder contract liggen, zal op de helling komen te staan. De kans is dan reëel dat de torenhoge transfersommen verdwijnen’, zegt Hendrickx. ‘Als het “makkelijker” wordt om een contract te verbreken – met een proportionele vergoeding – dan blijft de vraag of een club nog 50 miljoen euro wil (of zelfs mag) betalen voor een voetballer. Dan zal een speler ook niet de onderhandelingen tussen clubs hoeven af te wachten als hij per se naar een andere ploeg wil. Een sanctie hoeft hij dan niet meer vrezen.’
Komt het zover, dan is de vraag welke weg het voetbal zal bewandelen. ‘De spelersvakbond FIFpro en de European Club Association (de organisatie die alle Europese voetbalclubs vertegenwoordigt, nvdr) kunnen bijvoorbeeld een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst opmaken’, zegt Hendrickx. ‘Op basis van een eerdere uitspraak in de Albany-zaak uit 1999 (over het aanvullend pensioen van de werknemers bij dat Nederlands bedrijf, nvdr) zou zo’n cao dan zelfs loon- en arbeidsvoorwaarden kunnen opstellen die de belangen van alle partijen in het voetbal beschermen. Die zouden dan mogelijk minder streng getoetst worden aan het Europese mededingingsrecht. De spelersvakbond en de clubs moeten daar wel mee akkoord gaan. Bovendien moeten de algemene krijtlijnen ook overeenstemmen met het Europees recht: ze moeten transparant zijn, niet discriminerend en mogen het vrije verkeer van werknemers niet belemmeren.’
Professor sportrecht Frank Hendrickx: ‘De kans is reëel dat de torenhoge transfersommen in het voetbal zullen verdwijnen’
Ook in het wielrennen
Zo’n cao zou volgens Hendrickx een complete omslag betekenen in de voetbalwereld. ‘Het zwaartepunt van zo’n regeling zou dan minder bij de FIFA liggen, maar eerder bij de clubs zelf en de spelersvakbonden. Het is daarom waarschijnlijker dat de FIFA zulke onderhandelingen niet afwacht en eerder haar reglementen zal aanpassen. Misschien wordt artikel 17 herwerkt, door bijvoorbeeld in forfaitaire schadevergoedingen in geval van contractbreuk te voorzien. Bedragen die objectiever maar lager zijn, en die meer rechtszekerheid aan alle partijen verschaffen.’
‘Er kan ook nog worden onderzocht of de FIFA sportieve sancties zou kunnen verbinden aan het verbreken van een contract, om de contractstabiliteit te beschermen’, zegt Hendrickx. ‘Je kan opwerpen dat zo’n contractbreuk concurrentieverstorend is. Maar ook een soort van wachtperiode, een periode die moet verstreken zijn vooraleer een speler weer speelgerechtigd is, zal getoetst moeten worden aan het vrije verkeer van werknemers. In het Belgische arbeidsrecht bestaat dat al in de vorm van een niet-concurrentiebeding, een verbod om tijdelijk in dienst te treden bij een concurrerende werkgever. Maar in de sport is het verboden, vanwege de Belgische wet van 1978. En ook voor een gesloten wereld als het voetbal kan dat een probleem zijn. De manoeuvreerruimte voor de FIFA is dus beperkt.’
Rest nog de vraag of het arrest van het Europees Hof ook voor andere sporten gevolgen zal hebben. Hendrickx: ‘Zeker de sporten die met een soortgelijk model zouden willen beginnen. Zo is in het wielrennen al langer sprake van transfervergoedingen. Maar als het transfersysteem in het voetbal bijna helemaal op schop gaat, zullen die sporten dat moeilijk kunnen invoeren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier