Met coach Vrancken door het seizoen van KV Mechelen: ‘De beste speelde, zo simpel werkt het’
KV Mechelen, dat nipt naast een Europees ticket greep, wist zich toch (opnieuw) te manifesteren als revelatie in onze Jupiler Pro League. Samen met coach Wouter Vrancken gaan we op zoek naar de ‘keynotes’ in dat succesverhaal.
Het was de achttiende speeldag en KV Mechelen had net met 0-3 verloren van Club Brugge. Samen met Mouscron en STVV deelden de fiere Maneblussers de laatste plaats in het klassement. Nochtans werd er alles behalve slecht gevoetbald, daarover was vriend en vijand het eens.
Sportief directeur Tom Caluwé, adviseur Fi Vanhoof, coach Wouter Vrancken en zijn assistenten Fred Vanderbiest en Kevin van Dessel,… allen bleven ze kalm en wisten ze: dit komt goed. Alle lof dus voor de rust die Mechelen, hoewel er ook nu extra-sportieve beslommeringen waren met de hetze rond het faillissement en de aanhouding van hoofdaandeelhouder Dieter Penninckx, wist te bewaren. Uiteindelijk resulteerde dat in een indrukwekkende terugronde en fantastische play-offs.
Dit waren vijf bepalende factoren in dat succes.
Indrukwekkende fysieke paraatheid
In de Europe Play-offs viel nogmaals op hoe sterk dit Mechelen staat op conditioneel vlak. Op de voorlaatste speeldag tegen Oostende zagen we de ploeg na rust een 2-0 achterstand ophalen met wervelend bewegingsvoetbal en een strakke pressing. Van verslapping bij Mechelen viel in deze laatste fase van het kampioenschap weinig te merken.
Nochtans niet evident, want het is de eerste keer in drie seizoenen dat ze zo lang voetballen. De voorbije campagnes was het in maart telkens al afgelopen voor Malinwa. In 2017/2018 door de degradatie, in 2018/2019 restte er na de promotietitel enkel nog de bekerfinale tegen Gent, vorig seizoen werd de competitie vroegtijdig stopgezet door de coronacrisis.
Veel eer is weggelegd voor physical coach Glenn Vanrijckegem, stipt T1 Wouter Vrancken aan. ‘De tijd is voorbij dat de hele groep zich in de voorbereiding kapot loopt in de bossen om conditie op te bouwen voor de rest van het seizoen’, aldus de coach. ‘Wij gaan heel individueel te werk en gespreid over een gans seizoen. De fysieke parameters van onze ploeg waren in de play-offs niet beter dan tijdens die moeilijke winterperiode. Alleen werd dat in de heenronde niet beloond met punten, door een gebrek aan efficiëntie.’
Spelers die uit een andere competitie komen, hebben tijd nodig om te wennen aan ons voetbal en aan ons systeem.’
Wouter Vrancken
Tactisch bijsturen
Samen met die stevige conditie hangt de mentale weerbaarheid en tactische intelligentie van dit team. En dat heeft dan weer te maken met het aanreiken van de juiste tools. Dat gebeurt bij Mechelen al sinds vorig seizoen, onder meer door beelden te tonen tijdens de rust. Vaak met een sterke tweede helft tot gevolg.
Vrancken: ‘Met begrippen als inzet of scherpte ben je weinig als coach tegenover een groep, het is veel effectiever om via fragmenten concreet aan te tonen wat beter kan en waar mogelijkheden liggen. Aster Vranckx op Oostende was daarvan een goed voorbeeld: door bij zijn balaanname opengedraaid te staan in plaats van met zijn rug naar de tegenstander kon hij veel meer van de ruimtes gebruik maken en was hij moeilijker onder druk te zetten. Door het gebruik van beelden maak je het ook minder een gevoelskwestie.’
Eindelijk defensieve stabiliteit
Het was voor Vrancken lang zoeken naar defensieve stabiliteit. Het vertrek van Arjan Swinkels en Jules Van Cleemput liet zich voelen. Vaak gingen punten verloren door persoonlijke blunders. Vooral Issa Kabore en Rocky Bushiri toonden zich achterin kwetsbaar en twijfelend. Linksachter Lucas Bijker had het dan weer lastig om zijn goede vorm te vinden bij aanvang van het seizoen en diens vervanger Victor Wernersson kende aanpassingsproblemen. De jonge doelman Gaëtan Coucke, gehaald voor zijn voetballend vermogen, viel weinig te verwijten, maar een echte puntenpakker toonde hij zich evenmin.
Enkel laste minute transfer Sandy Walsh en ‘ancien’ Thibaut Peyre haalden in die eerste maanden een constant niveau. De zonder vertrouwen spelende Bushiri werd centraal achterin afgelost door Siemen Voet, Sheldon Bateau en Jordi Vanlerberghe. Maar het was pas toen die laatste in de terugronde de vaste partner van Peyre werd dat Mechelen defensieve automatismen wist te kweken. Geholpen door Bijker die opnieuw naar zijn beste vorm toegroeide en Yannick Thoelen terug in doel, die meer (en luider) coacht dan zijn jonge collega Coucke.
Een extra shot ervaring
Een kantelpunt in het seizoen van Malinwa was de zege tegen OH Leuven op 20 december. Nadien volgden zeven overwinningen en twee gelijke spelen in tien wedstrijden. De remonte was ingezet. Dat ging niet toevallig gepaard met de inbreng van een aantal ervaren spelers: de terugkeer van Thoelen (30) in doel, Steven Defour (33) die eindelijk een periode blessurevrij bleef, en ‘diesel’ Igor de Camargo (38) die – bijna traditioneel ondertussen – weer begon te scoren na de winterstop.
Toptalenten Kaboré en Vranckx verdwenen, na heel wat speelminuten en basisplaatsen in de eerste maanden, naar het achterplan. Vrancken: ‘Er kwam meer ervaring in de ploeg, maar dat was geen bewuste strategie. De beste speelt, zo simpel werkt het.
‘Aster is 18 jaar, Issa 20, dat blijft zeer jong, maar in deze moderne tijden wordt van zulke gasten na hun doorbraak verwacht dat ze alles kapot spelen. Niet vergeten: Kaboré heeft zijn transfer naar Manchester City te danken aan vijf goeie matchen eind vorig seizoen, hè. Daar kan hij weinig aan doen, maar het schept misschien te hoge verwachtingen. Ook bij hemzelf. Op de mentaliteit van Issa valt helemaal niets aan te merken. Hij was zelfs té gefocust, waardoor het spelplezier wat verloren ging. En ondertussen deed zijn vervanger, Walsh, het heel goed.
‘Aster kende geen slecht seizoen, alleen was hij op een bepaald moment vergeten dat hij simpel moet spelen, hij ging te vaak lopen met de bal. In de play-offs presteerde hij weer sterk. Jammer van die rode kaart en dat hij op zo’n manier afscheid moest nemen van het team.’
Dat andere jonkies als Trova Boni, Lars Coveliers, Niklo Dailly, Dylan Dassy, Bas Van den Eynden amper in de wedstrijdkern geraakten, heeft volgens Vrancken vooral te maken met het ontbreken van een beloftecompetitie dit seizoen. ‘Daardoor is het voor tieners nog moeilijker geworden om het niveau van de A-kern op te pikken of matchritme op te doen.’
Het topseizoen van aanvoerder Rob Schoofs
Rob Schoofs was de enige Kakker die zijn niveau een hele campagne lang aanhield en zich nog meer dan de voorbije seizoenen opwierp als leider van de ploeg. Omnipresent, in balrecuperatie en opbouw, in afwerking (7 goals) en voorbereiding (9 assists). Vrancken beaamt: ‘Hij wordt vaak over het hoofd gezien bij verkiezingen zoals de Gouden Schoen. Rob is nochtans op alle domeinen present. Hij was al een leider in de groep, op zijn manier – zonder luid te roepen, maar hij durft wel dingen bij naam noemen – maar dit seizoen komt hij nog meer tot zijn recht in ons systeem.’
Schoofs profileerde zich dermate dat het uitvallen van Joachim Van Damme, de voorbije seizoenen de patron van de ploeg, nooit een thema werd. Hetzelfde na het uitvallen van Defour. Knap van de minzame Limburger.
Het late rendement van de nieuwkomers
Wernersson, Coucke, Maryan Shved, Voet, Bushiri, Ferdy Druijf, Walsh, Kerim Mrabti. Dat waren afgelopen seizoen de nieuwkomers bij KV Mechelen. Enkel die laatste twee bleken van meet af aan een meerwaarde. Shved toonde zich pas na een flinke bolwassing van coach Vrancken midden december en winteraankoop Druijf stond er in de play-offs, na tegenvallende eerste maanden.
Bushiri was nooit zichzelf in het Mechelse shirt en vertrok alweer na een half jaar (naar Eupen). De beloftevolle doelman Coucke (22) genoot lange tijd het vertrouwen, maar verloor zijn plaats aan de meer ervaren Thoelen. Wernersson en Voet kwamen na de winterstop nog nauwelijks aan de bak.
Toch is Vrancken tevreden met de inbreng van de transfers. ‘Als je geen voorbereiding meemaakt, is het heel moeilijk om er meteen te staan’, legt de T1 uit. ‘Walsh heeft ons op dat vlak positief verrast. Spelers die uit een andere competitie komen, hebben tijd nodig om te wennen aan ons voetbal en aan ons systeem.
‘Ik ga uit van een georkestreerde chaos, waarbij de nadruk ligt op het ruimte creëren voor elkaar, met veel combinaties en beweging. Dat verder doordrijven was een volgende stap. Vorig seizoen hadden we het moeilijk om tegen een laag blok oplossingen te vinden en hanteerden we nog te vaak de lange bal. Een spits moet bij ons niet enkel als targetman functioneren, hij moet meedraaien in het combinatievoetbal. João Klauss ( nu Standard, nvdr) en Druijf stonden bovenaan ons lijstje qua profiel. Wij zijn tevreden van Ferdy: los van het scoren voert hij zijn taken uit en hij ligt goed in de groep.’
Dat laatste is niet onbelangrijk, want het was iets waar introverte types als Shved en Wernersson mee worstelden. ‘Je mag introvert zijn’, zegt Vrancken, ‘maar je moet wel bereidheid tonen om mee te gaan in ons verhaal. Ik heb, tegen mijn principes in, Shved effectief eens publiekelijk aangepakt. Na enkele persoonlijke gesprekken zonder reactie was ik het echt beu. Kort na die uithaal liet hij een reactie zien op training en kwam hij in de ploeg.’
Het liet Vrancken ook toe om te roteren met Nikola Storm, die wat op zijn tandvlees zat. ‘Niko legt altijd veel energie in zijn spel, maar om die scherpte te houden, is het goed dat hij eens kan rusten. En dan zie je dat hij in de play-offs weer gevaarlijk kon zijn.’ Ook Mrabti, aanvankelijk op de flank of als diepe spits uitgespeeld, vond helemaal zijn draai als hangende spits. ‘Samen met Engvall, stilaan weer inzetbaar na veel blessureleed, past dat perfect in het voetbal dat wij beogen’, kijkt Vrancken al enthousiast uit naar volgend seizoen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier