Machtspositie van wereldvoetbalbond FIFA staat op losse schroeven na klacht bij Europese Commissie

Gianni Infantino, voorzitter van FIFA, op archiefbeeld uit 2023. © FIFA via Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Met een klacht bij de Europese Commissie wil de spelersvakbond FIFPRO het welzijn van topvoetballers beschermen.

In maart 2023 kondigde de wereldvoetbalbond FIFA een nieuwe format aan voor haar wereldbeker voor clubteams in 2025. Om meer inkomsten te genereren breidde ze het aantal deelnemers uit tot 32. Tot de laatste editie in 2023 waren dat er zeven: de zes continentale kampioenen (zoals de winnaar van de Champions League in Europa) en de kampioen van het organiserende land. Het toernooi zal voortaan vier weken in plaats van elf dagen duren. Die wereldbeker zal tussen 15 juni en 13 juli in de Verenigde Staten worden gehouden, als aanloop naar het WK voor landenteams, dat in 2026 ook grotendeels in de VS plaatsvindt. Ook daar zal een recordaantal van 48 teams deelnemen.

De plannen van de FIFA zijn niet naar de zin van de internationale spelersvakbond FIFPRO. Die vindt dat de wereldvoetbalbond de kalender, naast de nationale en continentale competities, volpropt. Topspelers moeten te veel matchen spelen en krijgen amper nog rust. Dat brengt volgens de FIFPRO hun fysieke (gezien de verhoogde kans op blessures) en mentale gezondheid in gevaar.

Mededingingsrecht

Half oktober diende de spelersvakbond, met de steun van nationale liga’s in Spanje, Nederland en België, een klacht in bij de Europese Commissie, gebaseerd op het mededingingsrecht. ‘Een partij kan dat doen wanneer ze vindt dat een organisatie of bedrijf misbruik maakt van een monopoliepositie en de markt verstoort’, zegt professor sportrecht Frank Hendrickx (KU Leuven).

De klacht is niet gebaseerd op het arbeidsrecht, maar daaruit kunnen wel elementen worden meegenomen die de klacht over de schending van het mededingingsrecht versterken. Hendrickx onderzocht dat voor de FIFPRO. ‘In het internationale arbeidsrecht zijn er basisprincipes en normen opgenomen die het fysieke en mentale welzijn van werknemers beschermen. In het verleden is er discussie ontstaan in welke mate die gelden in de topsport, omdat die afwijkt van “normale” economische sectoren. Maar het Europees recht is duidelijk: daar moeten bonden of clubs ook preventief inschatten of hun beslissingen het welzijn van hun sporters in het gedrang kunnen brengen. De FIFA heeft dat met haar nieuwe format voor het WK voor clubs niet gedaan.’

Monsterboete

De Europese Commissie zal volgens Hendrickx vermoedelijk pas over een paar maanden een uitspraak doen. ‘Als ze de klacht gegrond vindt, kan ze de FIFA een zeer hoge boete geven, zoals we in de techsector al hebben gezien. De Commissie kan ook maatregelen opleggen die de machtspositie van de FIFA beperken. Mogelijk neemt de FIFA wel de vlucht vooruit en zal ze nog voor de uitspraak van de Commissie met de FIFPRO onderhandelen. Om zo tot een oplossing op langere termijn te komen, want ik vermoed dat de FIFA het WK voor clubs in 2025 qua format niet meer gaat aanpassen. Indien de FIFA weigert mee te werken, kan de Commissie nog naar het Europees Hof van Justitie stappen, om maatregelen af te dwingen. Dat kan ook de FIFPRO nog doen, als de Commissie de klacht zou verwerpen.’

‘Het gaat hier over de fundamentele discussie hoe topsport zich verhoudt tot het internationaal recht.’

Frank Hendrickx, professor sportrecht (KU Leuven)

Professor Hendrickx vindt deze zaak even belangrijk als de zaak-Diarra, waarover het Europees Hof van Justitie begin oktober een uitspraak deed. Het Hof vond het transfersysteem in het internationale voetbal strijdig met het vrije verkeer van werknemers. De zeer grote transferbedragen voor spelers zouden daardoor verleden tijd kunnen zijn. ‘Als de Europese Commissie de klacht van de FIFPRO gegrond acht, zal een eventuele monsterboete de FIFA meer pijn doen dan als ze haar transferreglement moet aanpassen. Maar bovenal gaat het hier over een fundamentele discussie. Over hoe topsport zich verhoudt tot het internationaal recht, en over hoever de machtspositie van een internationale sportbond kan worden beperkt als die dat recht onzorgvuldig, te weinig transparant en op een discriminerende manier toepast.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content