KV Mechelen onder de loep: het zware jaar van de bevestiging
Elke week neemt Sport/Voetbalmagazine een Belgische club onder de loep. We kijken terug op de lessen van het voorbije seizoen en blikken vooruit op de (transfer)plannen voor het komende jaar. Deze aflevering: hoe KV Mechelen zich voorbereidt op het jaar van de bevestiging.
Nog geen jaar geleden was KV Mechelen niet eens zeker van de effectieve promotie naar 1A. Nadat het Beerschot in de 1B-finale klopte was het wachten tot 10 juli voor de definitieve uitspraak. De bekerwinnaar mocht Europa niet in, maar steeg wel naar de hoogste klasse, het hoofddoel toch.
Malinwa surfte dit seizoen gewoon verder op die golf van enthousiasme in en rond de club. Met een 10 op 12 tegen Zulte, Genk, Anderlecht en Cercle op de eerste vier speeldagen wist KV Mechelen zich al te verzekeren van een rustig seizoen. Na enkele pieken en dalen, zoals de 7 nederlagen in 10 matchen tussen half november en begin februari, moest KV het in een rechtstreeks duel met Racing Genk uitmaken wie naar PO I mocht. Maar die match zal wellicht, we moeten tegenwoordig met twee woorden spreken, nooit plaatsvinden.
Efficiëntie en progressie
De mooie resultaten heeft Malinwa in grote mate te danken aan de efficiëntie voorin, vooral dan in het begin van het seizoen. Van alle eersteklassers wisten enkel Charleroi en Mouscron meer te scoren uit de kansen die ze kregen dan KV Mechelen. Onderstaande grafiek toont dat de jongens van Wouter Vrancken vaker scoorden (rode lijn), dan te verwachten was op basis van de kwaliteit van hun kansen (Expected Goals, gele lijn).
Achterin gaf KV redelijk wat kansen weg, te veel eigenlijk om echt aanspraak te kunnen maken op een plaats in de top zes, en de doelmannen slaagden er niet in om er meer ballen uit te houden dan gemiddeld. Maar dat werd dus grotendeels gecompenseerd door de efficiëntie van De Camargo en co. Ter vergelijking: Zulte Waregem had dit seizoen ongeveer evenveel en even goede doelpogingen voor en tegen als KV, maar scoorde 5 doelpunten minder (en kreeg er ook 6 meer tegen) en pakte zo 9 punten minder dan de Kakkers. Of hoe efficiëntie het verschil kan maken tussen PO I of PO II.
Om volgend jaar te bevestigen of nog beter te doen, moet KV Mechelen dus hopen dat het torinstinct van de intussen 37-jarige Igor de Camargo (10 goals, 7 Expected Goals) en William Togui (9 goals, 6 Expected Goals) intact blijft. Anders zal de doelpuntenproductie, en bijgevolg de puntenwinst, snel dalen.
Het goede nieuws: naarmate het seizoen vorderde, begon Malinwa wel meer én betere kansen te creëren (gele stippellijn op de grafiek). Dat terwijl het aantal toegestane doelpogingen flink daalde na een aantal zwakke verdedigende prestaties in het begin van het seizoen tegen Mouscron, Gent, Kortrijk en Club Brugge.
Kortom, de ploeg van Wouter Vrancken bleef progressie boeken in de aanvallende én verdedigende prestaties, terwijl de ‘1B- kern’ volgens velen al aan zijn top zat en bovendien weinig versterking kreeg. Vrancken, die 10 jaar geleden zijn trainerscarrière begon in vierde provinviale, verdient een pluim voor de manier waarop hij KV Mechelen terug naar eerste heeft gebracht en zijn spelers ook nu nog verder helpt ontwikkelen.
Luchtmacht Malinwa
Igor De Camargo bleek in zijn rol als targetman een belangrijke schakel dit seizoen, zowel in de opbouw, als op voorzetten. Per match vocht hij gemiddeld 10 luchtduels uit, waarvan hij er meer dan de helft won, niemand deed beter. Bovendien scoorde de 1,87 meter grote Braziliaan ook 3 keer met het hoofd, enkel bij topschutter Mbokani lukte dat vaker. Ook spitsbroeder Togui (1,81m) maakte 3 kopbalgoals. Met ook nog eens het op één na hoogste aantal doelpunten op hoekschoppen (9, na Club Brugge met 11) bleek Malinwa dit seizoen een echte luchtmacht.
Een beetje tactiek
Het geraamte van de ploeg zag er dit seizoen dus grotendeels hetzelfde uit als vorig jaar. Van de 13 spelers die meer dan 1000 minuten speelden in de competitie, waren er slechts 2 die het jaar in 1B niet meemaakten: doelman Yannick Thoelen en huurling Jordi Vanlerberghe. Dat betekent niet dat nieuwkomers als Vanzeir, Hairemans, Kaboré en jeugdproduct Vranckx niets bijbrachten, maar het wil toch iets zeggen over de kwaliteiten (en de sterke automatismen) van de kampioenenploeg van 1B.
Achterin volgde Thoelen de vertrokken Verrips op en kende naar 1A-normen een gemiddeld seizoen. Aan het einde van het seizoen verraste rechtsachter Issa Kaboré vriend en vijand met zijn sterke (aanvallende) prestaties ter vervanging van de geblesseerde Van Cleemput. Het centrale duo Swinkels – Peyre kreeg concurrentie van nog een teruggekeerde speler, Sheldon Bateau, maar die kon zich nooit echt opwerpen als titularis. Op links bleef de wisselvallige Bijker de eerste keus, met Alexander Corryn als back-up. Toch opvallend: met de Braziliaanse Nederlander tussen de lijnen pakte KV de meeste punten (2,17 per match).
Die viermansdefensie had net als vorig seizoen met Joachim Van Damme een stevig slot op de deur. Met zijn duelkracht en loopvermogen zorgde hij er eigenhandig voor dat Wouter Vrancken zijn ploeg meestal in een 4-4-2 kon laten spelen, terwijl de meeste ploegen 3 centrale middenvelders nodig hebben om de juiste balans te houden. Op de vleugels kunnen Storm en Kaya/Hairemans dan strooien met (pre)assists, zonder te veel te moeten denken aan hun verdedigende taak. Het aanvallende duo, met Togui of Engvall rond De Camargo, werkte erg hard in balverlies om de man minder op het middenveld te compenseren.
Toch zag Vrancken zich de laatste wedstrijden genoodzaakt een aanvaller op te offeren voor een extra middenvelder, Aster Vranckx. Het 17-jarige talent deed dat schitterend, vooral dan als een soort vooruitgeschoven mandekker, zoals tegen Anderlecht (op Zulj). Maar ook in balbezit wist Vranckx vaak de juiste ruimtes te vinden, zodat zijn nog niet perfecte techniek hem geen parten speelde. Met zijn infiltraties voegde hij ook iets toe aan het Mechelse spel wat ontbrak door de blessures van Engvall. Met Togui als tweede spits verloopt het aanvalsspel meestal iets fysieker en meer onvoorspelbaar, wat in bepaalde omstandigheden zeker nuttig kan zijn.
De fans als basis voor groei
Deze zomer valt de oude kampioenenploeg verder uit elkaar. Malinwa kiest voor verjonging in de hoop het niveau verder op te krikken. De contracten van Swinkels, Corryn, Tainmont en Castro worden niet verlengd. Ook huurlingen Vanzeir en Vanlerberghe mogen niet blijven. Die beslissingen hebben zowel een sportieve als een financiële kant. Tainmont en Castro dienden vooral als invallers, van Swinkels dacht het bestuur niet dat hij zijn prestaties nog eens kon herhalen (in tegenstelling tot de technische staf), Vanzeir, Vanlerberghe en Corryn bleken te duur om op de bank te zetten.
Dat wil niet per se zeggen dat KV Mechelen financieel in moeilijke papieren zit. Uiteraard kostten het jaar in 1B, de uitbreiding van het stadion en de coronacrisis handenvol geld. En dan waren er nog de financiële problemen van het bedrijf van Dieter Penninckx, de hoofdaandeelhouder van Malinwa.
Toch beweert de club nog altijd gezond te zijn, vooral dan dankzij de enorme fanbasis. Ook al is het nog niet duidelijk wanneer er weer met publiek gespeeld kan worden, toch kochten opnieuw al meer dan 10.000 fans een abonnement. Dat biedt de club financieel ademruimte en slagkracht op de transfermarkt.
Want er moet wel wat gebeuren. Door de knieblessure van Thoelen moet er een concurrent voor hem bijkomen. De naam van Gaëtan Coucke deed al de ronde. In Mechelen kennen ze hem goed van de vier confrontaties met Lommel in 1B en bij Genk moet hij weg na een minder jaar. Ook centraal achterin zal er ongetwijfeld versterking komen, wellicht een profiel met meer snelheid dan Swinkels, wiens leiderschap op en naast het veld zeker zal gemist worden.
Voor het middenveld zoekt sportief directeur Tom Caluwé vooral een polyvalent type dat centraal kan spelen, maar ook voor concurrentie kan zorgen op de flank, vooral dan voor Nikola Storm. In dat opzicht bleek de transfer van Hairemans een ideale zet, want hij is quasi overal op het middenveld inzetbaar. Vermoedelijk gaat KV opnieuw voor zo iemand die bij een topploeg net naast de basiself valt, een type Brecht Dejaegere zeg maar.
Voorin hoopt Vrancken in eerste instantie Engvall langer fit te houden. De Zweed bezit de kwaliteiten om met één ingeving een match te beslissen. Naast Togui en De Camargo mag er zeker nog iemand bij, al is het maar om de 37-jarige topschutter wat rust te gunnen. Vanzeir was een heel ander type, maar nu zou KV eerder voor nog een targetman gaan. Want als De Camargo uitvalt, moet Vrancken zijn systeem omgooien. Mogelijk is Zinho Gano, die van Antwerp terugkeert naar Genk, een optie.
De markt zit op dit moment evenwel muurvast, dus het kan nog wel even duren vooraleer die versterkingen komen. Bovendien is er een overaanbod aan spelers die einde contract zijn. Daar kan Malinwa misschien van profiteren door spelers te halen die anders te hoog gegrepen zouden zijn. Laat het duidelijk zijn: KV Mechelen wil groeien en meedoen voor de top zes (of komend seizoen dus de top 8) en zal daarvoor investeren.
Aan uitgaande zijde zal er normaal niet meer veel bewegen. De scouts van de Europese topploegen hebben Vranckx en Kaboré op hun lijstje gezet, maar laat ons niet vergeten dat ze allebei nog geen 10 volledige matchen hebben afgewerkt. Ook voor hen, net als voor heel Malinwa, komt nu het zware jaar van de bevestiging.
* PDO berekent het scoringspercentage voor en tegen (goals/aantal doelpogingen voor of tegen). Als PDO hoog is, betekent dat dat een ploeg zijn kansen efficiënter afwerkt dan de tegenstander dat doet. Eén van de veronderstellingen bij PDO is echter dat elke schot evenwaardig is, wat niet klopt in het voetbal. Niet elke doelpoging heeft even veel kans om een goal te worden (dichtbij of veraf, scherpe hoek of recht voor doel, open goal of veel verdedigers in de buurt). Om deze metric nuttig te maken, moeten we die dus koppelen aan de kwaliteit van de kansen. Waar PDO rekent met goals en doelpogingen rekent Expected PDO (xPDO) met Expected Goals en doelpogingen. Het verschil van die twee getallen resulteert in de efficiëntie voorin en achterin van een ploeg op basis van de kwaliteit van de doelpogingen voor en tegen.
Als we het verschil tussen PDO en xPDO afzetten tegen de Expected Goals voor en tegen (Netto xG/90) krijgen we inzicht in welke ploegen sterk presteren, dus veel kansen creëren en weinig weggeven, en welke ploegen ook efficiënt afwerken of doelpunten verijdelen.
Dit seizoen valt het dus op dat KV Mechelen exact evenveel kansen voor en tegen had als Zulte Waregem. Malinwa werkte evenwel veel efficiënter af. De vraag is of die efficiënte ook over langere termijn standhoudt. Statistisch onderzoek heeft immers aangetoond dat uiteindelijk alle ploegen, behalve enkele absolute topteams, op termijn even efficiënt afwerken en tegendoelpunten verijdelen (en dus allemaal op of rond de horizontale x-as komen te liggen).
Een ander voorbeeld is het geval van KV Kortrijk en Cercle Brugge. Die twee ploegen hadden een gelijkaardig kansensaldo, maar Cercle verdedigde vooral minder efficiënt dan KVK en ook aanvallend vlotte het niet echt. Groen-zwart moest zo een heel seizoen vechten tegen de degradatie, terwijl Kortrijk met een gemiddelde efficiëntie voorin en achterin nooit in de problemen kwam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier