Komt het WK vrouwenvoetbal naar België?
Als Duitsland, Nederland en België in 2027 samen het WK voor vrouwen mogen organiseren, zou dat bestaande stadionprojecten een duw in de rug kunnen geven.
Als ze het WK voor vrouwen in 2027 willen organiseren, moeten de Duitse, Nederlandse en Belgische voetbalfederaties op 8 december hun gezamenlijke bidbook indienen bij de wereldvoetbalbond FIFA. De WK- kandidatuur kreeg de slogan Breaking New Ground mee. Daarmee onderstrepen de drie landen dat ze een baanbrekend toernooi willen organiseren. Met name op ecologisch vlak. ‘De wedstrijden worden gespeeld in een compacte omgeving, nabij de grenzen van de drie landen. Het is de ambitie om het reizen te beperken en een duurzaam toernooi te organiseren’, zo luidde het in de perscommunicatie.
Voor België zijn er vier kandidaat-speelsteden: Brussel (met het Lotto Park van Anderlecht), Gent, Genk en Charleroi. Maar RSC Anderlecht wacht nog op een akkoord van de gemeenteraad. KAA Gent en KRC Genk onderhandelen over de kostprijs van noodzakelijke stadionaanpassingen – lees: ze willen eerst weten hoeveel subsidies ze daarvoor krijgen. Sporting Charleroi wil dan weer een geheel nieuw complex uit de grond stampen, met steun van de Waalse overheid. Vlaams minister van Sport Ben Weyts (N-VA) liet weten dat er een financiële inspanning geleverd zal worden die evenwel ‘niet in de miljoenen loopt’. Want: ‘Onze subsidie mag de club geen concurrentieel voordeel opleveren op andere clubs.’
Op 8 december moet er sowieso duidelijkheid zijn over de speelsteden. Op 17 mei 2024 wordt dan de winnende kandidatuur bekendgemaakt. Concurrentie is er van Brazilië, Zuid-Afrika en een gezamenlijk bid van de Verenigde Staten en Mexico.
De winnende kandidatuur wordt pas op 17 mei 2024 bekendgemaakt.
Eurostadion-debacle
België ziet het WK als een kans om het vrouwenvoetbal een boost te geven en te professionaliseren. Tegelijkertijd wil de Belgische Voetbalbond het evenement aangrijpen om de stadionproblematiek in ons land aan te pakken. Al jaren lopen verscheidene bouwprojecten aan tegen vertragende klachtprocedures of worden ze helemaal overboord gekieperd. Denk aan de stadionprojecten van Club Brugge, Union, Anderlecht en Antwerp.
Of aan het Eurostadion-debacle enkele jaren geleden. Naar aanleiding van het EK in 2020, dat werd gespeeld in verschillende landen, hoopte de KBVB uit te pakken met een gloednieuw nationaal stadion op de terreinen van Parking C aan de Brusselse Heizel. Anderlecht zou het stadion huren en er buiten de interlandperiodes spelen. Het plan stierf een stille dood door communautair gekissebis en protest van enkele buurtbewoners. Zo zag ons land de openingswedstrijd of finale van dat EK aan zich voorbijgaan, aangezien geen enkel ander Belgisch stadion voldoet aan de UEFA-normen voor zulke evenementen. Een blamage.
Wake-upcall
Het resultaat is dat de Rode Duivels nog altijd in het gedateerde Koning Boudewijnstadion voetballen, waarvoor de voetbalbond 150.000 euro per wedstrijd huur betaalt aan de Stad Brussel. Die investeerde vorig jaar wel 7 miljoen euro in aanpassingen (nieuwe zitjes, nieuwe atletiekpiste, renovatie van de kleedkamers) die noodzakelijk waren om internationale evenementen zoals de Memorial Van Damme en de wedstrijden van de Rode Duivels te blijven aanbieden. Er ligt ook een budget klaar om op termijn de verlichting en het dak aan te pakken, verzekerden zowel de Stad Brussel als de KBVB eerder al. ‘Maar het WK 2027 komt te vroeg’, zegt Manu Leroy, ceo ad interim van de KBVB. Het blijft hoe dan ook oplapwerk, geen duurzame oplossing. Maar is een nationaal voetbalstadion wel nodig? Niet echt, bewijzen landen als Spanje en Duitsland, maar daar hebben ze voldoende alternatieven omdat heel wat clubs over moderne voetbaltempels beschikken.
In die optiek kwamen de recente problemen met het onbespeelbare veld van het Koning Boudewijnstadion, waardoor de Rode Duivels voor hun oefenwedstrijd tegen Servië moesten uitwijken naar het lege stadion van eersteklasser OHL, van pas. Leroy hoopt dat het een wake-upcall is om bestaande stadionprojecten een duw in de rug te geven. ‘Voornamelijk de politiek en de administratie dan. Zij moeten de regelgeving rond bouwvergunningen vereenvoudigen’, zo vertelde hij onlangs op Sporza. Een mening die hij deelt met Lorin Parys, ceo van de Pro League en ex-politicus van de N-VA. Parys’ verleden in de politiek kan in die debatten een voordeel blijken. Tegelijkertijd drukte Leroy de hoop uit dat de organisatie van het WK van 2027 als hefboom kan fungeren.