Trainer Georges Leekens legde in 1996 al modern voetbal op de mat.
Ik herinner me vooral de euforie. De buitenwereld dacht dat Moeskroen zou moeten vechten tegen de degradatie. De club was net gepromoveerd uit tweede klasse. Veel spelers twijfelden of ze het niveau wel aan zouden kunnen.
Zelf had ik die twijfels niet, maar dat mijn ploeg zo sterk zou presteren had ook ik niet voorzien.
De meeste aandacht ging naar de sensationele broers Mpenza, die het al snel tot Rode Duivel zouden schoppen. Achter Mbo en Emile Mpenza stond Dominique Lemoine, een regisseur die de ploeg op sleeptouw nam en een geweldig wapen op stilstaande fasen.
Onze drie sterren werden ondersteund door een werkende achterlijn met samenhang, loopvermogen, duelkracht en intensiteit. In feite legden wij in 1996 al het moderne voetbal op de mat dat alle grote ploegen vandaag spelen.
Tot ieders verbazing voerde Moeskroen aan de winterstop het klassement aan. De grote verdienste ligt bij de spelers, mijn rol bestond erin dat ik er schwung in bracht en hen deed geloven dat het kon. Wanneer zoiets lukt, is dat het mooiste wat een trainer kan meemaken.
Het sympathieke Moeskroen beleefde een droom. Wij wonnen overal en waren desondanks geliefd en gewaardeerd. Een kleine, plezierige club met supporters die altijd positief bleven. Een prachtig voetbalverhaal, waar heel het land mee van genoot.
In februari kreeg ik het aanbod om de nationale ploeg te coachen. Natuurlijk ontstond er commotie: de competitieleider verliest zijn trainer in de laatste rechte lijn naar de titel. Maar de uitdaging om de Rode Duivels weer naar de top te brengen, kon ik niet weigeren.
Mijn eerste interland verloren we met 3-0 van Noord-Ierland. Een rampzalig resultaat, maar het beste wat ons kon overkomen. De spelers werden afgemaakt in de pers, wat revanchegevoelens losmaakte. De Rode Duivels zaten zo diep dat niemand nog iets van ons verwachtte.
Toch hebben we ons vanuit een haast onmogelijke positie nog geplaatst voor het WK, na razend spannende barragematchen tegen Ierland. Ook hier: van depressie en negativisme naar euforie. Daar doe je het voor als trainer.
Kippenvelmoment voor sprintster Kim Gevaert: ‘Ik was totaal van de kaart’