Ivan De Witte (KAA Gent): ‘Het is aan de top van de club dat het gebeurt, de rest is een vervolg’
KAA Gentvoorzitter Ivan De Witte ziet zijn club een goed seizoen maken en de organisatie verder uitbouwen. Uit het moeilijke vorige seizoen heeft hij lessen getrokken.
Het blijft indrukwekkend om vanaf de autosnelweg naar de Ghelamco Arena te rijden. Een landmark, waar ook voorzitter Ivan De Witte nog energie uit put, vanuit zijn lounge met een fantastisch uitzicht op het veld.
Terwijl topchef Danny Horseele een uitstekende maaltijd serveert, blikt de voorzitter van KAA Gent vooruit, na wat voor zijn club toch een tegenvallend seizoen was – al blijft het moeilijk om de totale impact van de pandemie op het voetbal in te schatten. ‘Over de twee laatste seizoenen kost covid ons zo’n 20 miljoen euro’, becijfert de Witte. ‘Wij zijn een club die goed functioneert, maar wel honderd procent afhangt van haar exploitatie. Supporters, horeca, publiciteit, transfers, Europees voetbal en tv-rechten: dat is ons verdienmodel. Voor clubs zonder extra financiering of buitenlandse inbreng, zoals KRC Genk en wij, hakt deze pandemie er nog sterker in. Ook daarom hebben we transfers gedaan waarvan we denken dat die weloverwogen zijn. Altijd in nauw overleg met onze trainer, die we overal bij betrekken. Hein Vanhaezebrouck is een veeleisend man, maar zijn eisen liggen binnen de redelijkheid. Nu al durven we te zeggen dat we een goed seizoen gaan maken, waarin we het schip recht gaan houden. Hein stelde een plaats binnen de eerste vier als doel en daar kon ik me in vinden. Ik ga daar zelf geen uitspraken meer over doen. Liever focus ik op het versterken van de organisatie binnen onze club.’
Ik ben geen dromer, maar ik durf wel te springen.’
Ivan De Witte
Daarvoor haalde u ook een paar ex-spelers terug, Nicolas Lombaerts en Danijel Milicevic.
Ivan De Witte: ‘Dat hebben we bewust gedaan. Nieuw bloed en met name mensen die hier veel betekend hebben: Nicolas voor de verdedigende zone en Danijel voor de aanval. Ex-spelers met een hart voor de club terughalen vergroot de verbondenheid en brengt wat meer sprankel.
‘Ook de komst van Emilio Ferrera naar onze beloften is veelbetekenend. Emilio heeft bij Seraing toch de promotie naar 1A afgedwongen. Hij ging tot onze aangename verrassing in op ons bod. Emilio is een man die wil winnen, en die mentaliteit is iets wat jongeren oppikken. Bovendien is zijn komst goed voor hun algemene ontwikkeling, want laat ons eerlijk zijn: van de beloftecompetitie zoals die nu bestaat, word je niet vrolijk. Dat komend jaar de eerste vier in die competitie de promotie naar 1B kunnen afdwingen, heeft meegespeeld bij het halen van Emilio. Omdat ik overtuigd ben dat het inzetten op jong talent voor de toekomst een noodzaak is.’
Dat is nieuw voor Gent. Een mentaliteit die hier tevoren niet was.
De Witte: ‘Het is nieuw, maar ik zou het eerder een evolutie noemen dan een verandering in mentaliteit. In een eerste fase waren we bezig met overleven. Daarna zijn we aan dit stadion gaan werken. Voor een club als Gent zou het niet meer gaan zonder een nieuw stadion zoals we er nu een hebben. In een derde fase haalden we vroeger dan verwacht succes. Daarna probeer je dat niveau dat je onverwacht vroeg haalde, te bestendigen. Je kunt niet alles tegelijk doen. Daar heb je op eenzelfde moment noch de energie noch de financiële draagkracht voor.’
Zelfs u niet, met uw zin voor ondernemerschap?
De Witte: ‘Ik ben een ondernemer pur sang, maar ik heb altijd sprongen gewaagd binnen een redelijk kader. Het grootste risico dat ik ooit genomen heb, was bij Sidmar ( nu Arcelor Mittal, nvdr) weggaan. Ik had er een goeie job in een groot bedrijf. Daar weggaan, met een gezin met drie kinderen en gelukkig een vrouw die als psychologe werkte terwijl ik zelf terugviel op nul euro inkomen, was waarschijnlijk de grootste sprong die ik ooit gemaakt heb. Ik ben drie keer de lange gang in gestapt om mijn ontslag te geven. Twee keer ben ik op mijn stappen teruggekeerd, pas de derde keer heb ik doorgezet.
‘Altijd heb ik stappen gezet met een gevoel: we gaan dit managen, met een zeker risico dat altijd aan de redelijkheid verbonden was. Ik ben geen dromer, maar ik durf wel te springen. Dan is het Michel Louwagie die me soms afremt. Want ik ben toch degene die het meeste risico durft te nemen. Uiteindelijk is het altijd goed gekomen, ook na een turbulent seizoen zoals het vorige.’
Bent u daar al een beetje van bekomen?
De Witte: ‘Op mijn bureau hangt een gezegde: ‘ When the sea is down, all sailors are good.’ Anders gezegd: pas wanneer er storm is, zie je de goede zeilers. Hier heeft vorig jaar een storm gewoed, een hevige zelfs. Maar het schip is wel recht én op koers gebleven, mede dankzij de komst van Hein. Hij is een man met wie je rekening moet houden, maar het voordeel van zo aanwezig te zijn als Hein, is dat hij ook de groep onder controle krijgt. Dat we weer goed op koers gekomen zijn, daar heeft hij een belangrijk aandeel in gehad.’
Vindt u hem veranderd tegenover zijn vorige verblijf hier, toen hij geschiedenis schreef met AA Gent?
De Witte: ‘Hij heeft nog altijd behoorlijk vaste ideeën, maar is wel soepeler geworden in het overleg. Ondertussen kent hij zeer goed de mogelijkheden en beperkingen van deze club. Hij gaat geen spelers voorstellen die we niet kunnen halen. Maar ik hou wel van mensen die ergens voor staan, ook in mijn bedrijf. Mensen die durven.’
Inspireert hij u nog? U zei vorig jaar nog dat u graag trainers hebt die u inspireren.
De Witte: ‘Ja. Hij heeft nog altijd een goed verhaal, en ook een goeie bovenkamer.’
Gaat dat niet samen?
De Witte: ‘Je hebt er ook die altijd hetzelfde verhaal brengen, een vast patroon hebben. Hein niet. Dat vind ik nog altijd boeiend.’
Thorup
Was het afgelopen seizoen het moeilijkste sinds u in 1999 voorzitter werd?
De Witte: ‘Het moeilijkste was toch wel het eerste jaar toen we die onvoorstelbare schuldenberg voor ons zagen opdoemen. Toen ik in juni 1999 aan de slag ging, was de schuld berekend op 450 miljoen Belgische frank ( 11,15 miljoen euro, nvdr), maar toen ik dat door KPMG liet narekenen, kwam het uit op 900 miljoen. Toen lag ik wel eens wakker.
‘Vorig jaar heb ik niet wakker gelegen. Ik vond het wel moeilijk omdat ik een aantal commentaren op de sociale media niet fair vond. Laat ons zeggen dat Michel en ik deze club toch uit het moeras getrokken hebben. Bij één moeilijk moment al het voorgaande in vraag stellen, deed emotioneel pijn.
‘Het wás vorig jaar niet goed. We hebben toen een aantal foute beslissingen genomen, daar heb ik geen enkel probleem mee om dat toe te geven.’
Dat overkomt u niet vaak, verkeerde beslissingen nemen.
De Witte: ‘Neen, eigenlijk niet.’
Welke fouten hebt u vorig seizoen gemaakt?
De Witte: ‘Afscheid nemen van Jess Thorup na twee wedstrijden was niet goed, de keuze voor László Bölöni meteen daarop evenmin. Hij is geen slechte trainer, maar voor ons was hij op dat moment niet de juiste oplossing. Die twee verkeerde keuzes samen hebben wel wat teweeggebracht. Daar heb ik ook uit geleerd.’
Wat hebt u daaruit geleerd?
De Witte: ‘Dat je niet zorgvuldig genoeg kunt zijn met het ontslaan en aanstellen van trainers. De invloed die dat heeft, mag je niet onderschatten. Die fout reken ik ook mezelf aan. Gelukkig hebben we dat nog een beetje recht gekregen met de hulp van Hein.’
Waarom hebt u dan die foute ingrepen gedaan?
De Witte: ‘Met Thorup speelden we fantastisch voetbal, we hadden ons Europees ook kunnen plaatsen tegen AS Roma. Maar we namen verdedigend te veel risico’s. Toen dachten we: als we daar nog wat zekerheid kunnen inbrengen, kunnen we nog sterker zijn. Bölöni had bij Antwerp toch bewezen dat hij dat kon. Maar met de spelers die we op dat ogenblik hadden, was dat geen goeie beslissing.’
Thorup ontslaan en Bölöni aannemen, waren twee fouten vorig seizoen.’
Ivan De Witte
Was u ook ontgoocheld in uw spelers, die toch stuk voor stuk veel talent hadden?
De Witte: ‘Het makkelijkste wanneer het verkeerd gaat, is schuldigen zoeken. Als kapitein op een schip moet je durven de oorzaak bij jezelf te leggen. Het is aan de top dat het gebeurt. Al de rest is een vervolg.
Dat is wel groot van u, dat u dat durft toe te geven.
De Witte: ‘Als je de sleutel in handen hebt om ja of nee te zeggen, moet je die gebruiken. Natuurlijk zijn er veel bijkomende elementen, maar het daar op af schuiven is veel te gemakkelijk. Ik vind wel dat, als het zeer goed gaat, ook mag gezegd worden: je had gelijk.
Maar ik herhaal, en ik heb dat ook buiten het voetbal vaak gezien bij veel bedrijven: het is altijd aan de top dat het gebeurt, in elke organisatie.’
Hier is het simpel: al twintig jaar is KAA Gent het duo De Witte-Louwagie.
De Witte: ‘Een voetbalclub kan niet geleid worden door twaalf mensen. Er moet duidelijkheid zijn.’
Dat betekent wel dat u alleen staat als het moeilijk gaat.
De Witte: ‘Michel en ik zijn een goed want complementair duo. Ik kan nog steeds om met de situatie waarin je zelf moet sturen. Vorig jaar verloren we in mijn bedrijf op een bepaald moment door covid de ene opdracht na de andere. Dan is het belangrijk hoe jij je als leidinggevende gedraagt, wetende dat er 300 salarissen van afhangen. Op zo’n moment is het goed dat de mensen voelen dat het aan de top rustig blijft.’
Dorsch
Denkt u dat covid een blijvende impact gaat hebben op het voetbal?
De Witte: ‘Als er geen nieuwe golf komt en de clubs blijven voorzichtig, zal dit over twee jaar verteerd zijn. Ik hoop wel dat covid een stuk redelijkheid in het voetbal terugbrengt. Het financiële aspect van het voetbal, in België maar zeker internationaal, is Spel zonder Grenzen geworden. Qua transfers, salarissen en andere invloeden die veel te weinig gecontroleerd worden. Als het niet in handen genomen wordt door de wetgevende en regulerende instanties, gaat het ook Spel zonder Grenzen blijven.’
Als je geen goed kompas hebt, vaar je blind en bots je altijd wel ergens tegenaan.’
Ivan De Witte
Hoe moet u daar als club mee omgaan?
De Witte: ‘Je wordt meegesleurd, of je beslist: ik stop ermee. De voetbalwereld evolueert razendsnel. Dezelfde spelers die vijf jaar geleden een jaarloon van 250.000 euro hadden, verdienen nu 800.000 euro. Ik vrees dat de nationale bonden, de UEFA en de FIFA dat niet in handen hebben. Het enige wat kan helpen, is ingrijpen door de wetgever, regionaal, nationaal of Europees.’
Als zelfs Club Brugge, dat financieel toch zijn zaakjes voor mekaar heeft, twintig procent aandelen aan Amerikanen verkoopt, moet u dan ook niet volgen?
De Witte: ‘Dat is op dit moment niet aan de orde. Wij willen zolang mogelijk onze zaken zelf op orde houden. In die zin moet je ook de transfer van Niklas Dorsch zien. Die was geen noodzaak, maar we deden het omdat we een mooi bedrag konden krijgen.’
U had ook kunnen zeggen: we houden hem. Dan zijn we sportief nog sterker.
De Witte: ‘Alle sportieve beslissingen gebeuren in overleg met de coach. In die zone hebben we nog spelers, onder meer Julien de Sart die we transfervrij overgenomen hebben van Kortrijk. De coach zag op die positie nog voldoende mogelijkheden.’
Als Hein had gezegd: ‘Dorsch is een pijler in mijn systeem’…
De Witte: ‘…dan hadden we Dorsch niet verkocht.’
David
Hoe belangrijk is een goeie competitiestart voor u?
De Witte: ‘Heel belangrijk. Een goeie start brengt enthousiasme in een club en vertrouwen bij de spelers. Dat brengt ook een aantal punten mee die je al hebt wanneer het wat moeilijker wordt.’
Heb je als club een goeie start in de hand of speelt toeval een grote rol?
De Witte: ‘Het attractieve van voetbal is zijn onvoorspelbaarheid. Clubs proberen die onvoorspelbaarheid zo klein mogelijk te maken door het reduceren van de onvoorspelbaarheidsfactor tot zo’n 25 procent. Ik denk dat Club Brugge door goed beleid die factor heel klein heeft gemaakt. Vroeger had Anderlecht dat ook. Wij kunnen dat nog verbeteren, al hebben we al een aantal stappen gezet. We haalden ook een paar goeie spelers: Julien de Sart is een aanwinst voor het middenveld en Gianni Bruno heeft een enorme VO2max en is een aanwinst qua scorend vermogen.’
Hoe moeilijk is dat, inschatten wat nieuwe spelers brengen? Een jaar geleden dacht niemand dat Alessio Castro Montes de uitblinker zou worden bij Gent.
De Witte: ‘Dat is heel moeilijk in te schatten. De één aardt wel in het ene nest, maar niet in het andere. Dat is altijd afwachten. Spelers zijn en blijven mensen, dat vergeten we soms. Ze worden te vaak enkel gezien als pionnen op een schaakbord.’
Denkt u dat ook wanneer Roman Jaremtsjoek uithaalt op een persconferentie?
De Witte: ‘Je moet altijd beseffen dat dat iemand is van vlees en bloed, met gevoelens, met een ander verhaal naast zijn voetbaltalent. Voetbaltalent bepaalt 50 procent van het verhaal. Daarnaast heb je nog 50 procent andere zaken, die evenveel impact hebben.’
Spreekt u daarom de spelers nog altijd toe voor het seizoen?
De Witte: ‘Ja. Ik zeg hen dan dat ze deel uitmaken van een club die behoort tot een hele gemeenschap, en dat ze zich daar bewust moeten van zijn.’
Heeft dat impact?
De Witte: ‘Meer dan men soms denkt. Toen we onlangs bij Lille een vriendschappelijke wedstrijd speelden, kwam Jonathan David spontaan bij ons zitten. Die komt van Canada, belandt bij ons, vertrekt weer, maar weet nog steeds wat KAA Gent is.’
Club Brugge koos er de laatste jaren voor om te steunen op cultuurdragers als Van Aken, Vormer en Mignolet.
De Witte: ‘Door de stappen die Club gezet heeft, hebben ze meer stabiliteit gecreëerd. Om die stabiliteit te krijgen moeten wij nog een stap zetten. Door zijn deelnames aan de Champions League is Club minder afhankelijk van veel transfers, wat bij ons nog altijd het verdienmodel is.’
Besluit: u moet ook vaker de Champions League in.
De Witte: ‘Dat wordt moeilijk met de huidige evolutie in het Europese voetbal. Daarom moeten we blijven steunen op ons verdienmodel. Je kunt niet zeggen dat het één keer gelukt is, we doen dat al jaren. Het is geen toeval meer, het is bijna een stabiele factor in ons verhaal.’
Biden
Wat drijft u nog, op uw leeftijd?
De Witte: ‘Op de persconferentie voor het seizoen vroeg iemand of de tegenslag van vorig jaar me geïnspireerd had om vol energie weer op te staan. Ik had iets willen zeggen wat ik uiteindelijk niet heb gezegd: mijn inspiratie is Joe Biden, die geen 74 is zoals ik, maar 78. Ik heb lang in een Amerikaanse omgeving gewerkt, in New York. Nooit had ik daar het gevoel dat het leeftijdsaspect een rol speelde. Het enige wat daar telt, is: wat breng je bij? Hier voel ik soms dat het passé zou moeten zijn vanaf een zekere leeftijd. Terwijl het enkel zou moeten gaan over toegevoegde waarde. Los daarvan moeten we wel denken aan een goeie opvolging. ‘Er is ook nog een kloof tussen wat wij nu zijn en wat we zouden kunnen zijn. Die kloof wil ik proberen dicht te rijden.’
Dat klinkt voorzichtig.
De Witte: ‘Toen ik mijn bedrijf opstartte met mijn toenmalige vennoot Maarten Morel, dachten we aan een bedrijf met vijftien werknemers. Ik heb nooit gezegd dat ik een bedrijf wilde bouwen met 300 mensen. Altijd wil ik de grenzen verleggen, binnen de haalbaarheid. Club Brugge moet ook nog een stap zetten, als je ons stadion hier ziet. Die stappen zetten en mijn opvolging, dat drijft mij nog.’
Nog eens een prijs winnen, zegt u daar niet meer bij?
De Witte: ‘Ik heb dat wel eens gezegd, maar dat ga ik niet meer doen. Onze titel en ons optreden in de Champions League, dat was wel wat. Natuurlijk denk je dan: dat wil ik nog eens meemaken. Maar die wereld is ondertussen zo veranderd door het financiële dat je moet redelijk blijven en zeggen: we hebben dat op het juiste moment meegemaakt. Vandaag zou dat een stuk moeilijker zijn, nu de rechtstreekse kwalificatie moeilijker wordt voor een club zoals Gent, zeker mocht er een Super League komen met aangeduide deelnemers. Ook in België is het allemaal snel veranderd. Hoeveel profclubs waren vijf jaar geleden in buitenlandse handen?’
Twee. Lierse en Eupen.
De Witte: ‘Vandaag is dat een veelvoud. Ik heb veel clubs en bedrijven zien komen, maar ik heb er ook onderweg veel zien weggaan.’
Maar u doet dit nog altijd graag?
De Witte: ‘Ik kom hier elke dag nog met veel plezier naartoe.’
Was u vandaag ook met veel plezier naar de club gekomen als hier niet dit fantastische nieuwe stadion had gestaan?
De Witte: ‘Da’s een goeie vraag… ( denkt na) Ik denk het niet. Je hebt overal the smell of the place. Elke plaats heeft een eigen gevoel. Hier heb je dat ook. Dat geeft mij nog veel energie.’
Had u, toen u hier de leiding nam, ooit gedacht dat u op een dag voorzitter zou zijn van de club met het op één na hoogste budget van België?
De Witte: ‘Helemaal niet. Toen ik er in juni 1999 mee begon, vroeg ik mij vooral af: hoe gaan we dat hier oplossen? Vooral omdat we geconfronteerd werden met een nieuwe toestand die ons duidelijk maakte dat de schuldenlast het dubbele was van wat we toen wisten. Ik ben nog altijd blij dat ik toen heel vroeg KPMG op dat dossier heb gezet, met de vraag om dat helemaal uit te pluizen. Dat was een van de betere beslissingen die ik ooit genomen heb.’
Wat was er gebeurd als u dat toen niet had gedaan?
De Witte: ‘Dan vaar je blind, en als je blind vaart, bots je altijd ergens tegenaan. Als je geen goed kompas hebt, gaat het niet. Michel Louwagie heeft vanaf toen de kosten sterk onder controle gehouden en is dat blijven doen, waardoor we al vrij vlug, na één of twee jaar, een begroting in evenwicht hadden. Als je even je kompas weglegt, ben je eraan. Maar ik ben van nature een ondernemer die durft iets aan te pakken om dat tot een goed einde te brengen. Weet u, mijn eerste idee toen ik voorzitter werd, was: ik ga dit doen voor twee jaar.
U wist toen niet dat er nog een nul achter die twee zou komen te staan?
De Witte: ‘Neen. Dat was een kleine rekenfout.’
‘De slaagkans van een BeNeLeague is vrij laag’
Een jaar geleden noemde u een BeNeLeague nog een noodzaak voor het Belgisch voetbal. Hoe kijkt u daar vandaag naar?
Ivan De Witte: ‘Ik voel dat de appetijt in Nederland voor dat project laag is, al liet Ajax onlangs wel een ander geluid horen. Ik ben nog altijd voorstander, ik vind het een goed idee, maar voor een huwelijk heb je wel twee partijen nodig. Qua organisatiemechanisme zie ik ook te weinig stuurkracht. Met één of twee man lukt het niet. Daarnaast gebruikt men nog een consultancybureau als uitvoerder. Zo gaat dat niet. Een consultancybureau moet je als adviseur gebruiken, niet als uitvoerder. Als je ervoor gaat langs beide kanten, moet je alle mechanismen in werking stellen: praten met de regeringen, bijvoorbeeld. Dat moet allemaal goed vastzitten, met regelingen die op elkaar afgestemd zijn, maar daar voel ik geen vooruitgang. Samengevat: BeneLeague? Voorstander! Haalbaarheid? In zijn huidige vorm schat ik de kans op slagen vrij laag in.’
Wat kan het wel nog doen slagen?
De Witte: ‘Laat ons met de clubs die er wel in geloven aan beide kanten van de grens, vier of acht, er voluit tegenaan gaan. Niet met een werkgroep, maar met een werkende groep. Dat is belangrijk.’
Wat is het alternatief voor het Belgische voetbal als één partner in dit BeNeLeagueverhaal niet mee wil?
De Witte: ( denkt lang na) ‘Ik ben voor een competitie met een beperkt aantal deelnemers. Zeker geen achttien. Veertien zou goed zijn voor een land met elf miljoen inwoners. Maar ook hier in België zijn niet alle gesprekspartners die mee aan tafel zitten gemandateerd om te beslissen. Met alle respect: OHL hangt af van Thailand en Kortrijk van Maleisië…’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier