In memoriam Thyl Gheyselinck: de man die de Limburgse mijnen sloot en voetbalclub KRC Genk oprichtte
Op 1 februari overleed in zijn Portugese woonplaats Thyl Gheyselinck, op 83-jarige leeftijd. Gehaald om de Limburgse mijnen te sluiten, richtte hij en passant de Belgische topclub op. Zonder Thyl geen KRC Genk.
Als een probleem helemaal vastzit, heb je een deus ex machina nodig. In het kader van de Belgische staatshervorming was in 1984 beslist om de verliezen van de nationale sectoren niet langer te laten dragen door de nationale maar wel door de regionale overheid.
Het voor 1986 geplande verlies in de Limburgse steenkoolsector werd begroot op 400 miljoen euro. Door de regionalisering dreigde Vlaanderen op te draaien voor die verliezen. Daarom werd een tienjarenplan opgesteld om die verliezen te beperken, waarbij de mijnen in het oostelijk bekken zo snel mogelijk dicht moesten.
In 1986 ging de Belgische overheid op zoek naar een man die de mijnsluitingen tot een goed einde kon brengen. De eerste kandidaat-manager, de Belg José Dedeurwaerder, haakte af.
Een ander bureau prees Thyl Gheyselinck aan. De Belg die in Indonesië was geboren en in Nederland gestudeerd had, werkte op dat moment voor Shell in Portugal en kreeg daar in 1986 bezoek van de Belgische regering.
In juli ging Gheyselinck op verkenning. Hij bezocht vijf Limburgse mijnsites en liet de dag erna weten dat hij voor de uitdaging ging. Half december presenteerde hij zijn herstructureringsplan. Het was slechts zes pagina’s dik, met één tekening en twee pagina’s uitleg inbegrepen. Op 21 december maakte de regering 2,5 miljard euro vrij. ‘Als het met die som lukt, hebben we geluk gehad’, klonk het in Brussel.
Berg geld
Omdat Thyl zo snel zijn opdracht uitvoerde en niet alleen de oostelijke maar ook westelijke mijnbekkens voortijdig sloot, hield hij bijna de helft van het voorziene bedrag over. Plots zat hij op een berg geld, waarvan hij dacht dat hij dat mocht besteden, maar waar ook anderen recht op meenden te hebben.
Gheyselinck was tevreden dat zijn plan werkte: ‘De Kempische Steenkoolmijnen was de kurk op de champagnefles die Limburg is. Het enige wat ik gedaan heb, was de conclusie trekken: weg die kurk. Binnen een straal van 250 kilometer wonen meer dan vijftig miljoen mensen.’
Die moeten niet alleen werken, maar ook aan vrijetijdsbesteding doen. Zo ontstond het idee voor een stadion met 20.000 zitplaatsen waar niet alleen gevoetbald werd maar waar ook concerten en meetings konden plaatsvinden: het ERC-project. ‘In welke sectoren komen laaggeschoolde arbeiders terecht? In de bouw en het toerisme. Die twee wilde ik combineren. Europa heeft al veel themaparken, maar nog geen gebaseerd op de mythen en legenden van alle lidstaten’, vond Gheyselinck.
Vergadering met twee voozitters
Uiteindelijk ging het prestigieuze project niet door. De eerste stap lukte wel. Op een dag belde Gheyselinck Albert Bijnens, voorzitter van voetbalclub Waterschei. Of die samen met Jan Vandermeulen, de voorzitter van Winterslag, naar zijn bureau in Houthalen wilde komen?
Bijnens: ‘Daar vroeg hij ons: “Mijne heren, hoeveel kost een nieuw voetbalstadion?” “Vijftien miljoen euro”, antwoordde Vandermeulen. “En hoeveel kost een goeie ploeg?” Vijf miljoen euro, rekende ik snel uit. “En hoeveel om bij te sturen als dat niet meteen lukt?” “Twee en een half miljoen”, zeiden we samen.’
Waarop Gheyselinck een snelle rekensom maakte, 22,5 miljoen aan de voorzitters toonde en vroeg: ‘Als ik u dit bied, fuseren jullie dan?’ Vandermeulen vroeg nog waar er gespeeld zal worden. ‘In Waterschei’, zei Gheyselinck. Daar was ruimte zat voor het immense project dat hij op dat moment nog in zijn hoofd had.
Genkse samenleving samengebracht
‘Wat mij het meest verbaasd heeft in het hele verhaal van KRC Genk,’ blikt de toenmalige Genkse burgemeester Jef Gabriels op die periode terug, ‘was hoe snel de nieuwe club in de harten van de mensen zat. De voetbalfusie was het eerste geslaagde reconversieproject. Dat blauw-witte wonder heeft de Genkse samenleving samengebracht. Thyl verstond de kunst om iets eenvoudigs op een magistrale manier te verkopen.’
In 1988 start de nieuwe club met de kleuren van Europa, in eerste klasse. Na een moeilijke start is KRC Genk vandaag een topclub. Gheyselinck heeft het niet meer meegemaakt, al kreeg het stadion eerst nog zijn naam: ‘Na de herstructurering van de mijnen zat mijn werk erop. Ineens zat ik op een berg geld. Maar geld om het geld, interesseerde me niet. Ik heb fouten gemaakt, maar ik heb me nooit persoonlijk verrijkt. In mei 1991 heb ik mijn ontslagbrief geschreven.’
Zaterdag herdenkt KRC Genk zijn stichter met een minuut applaus voor de thuismatch tegen Cercle Brugge.
Geert Foutré werkte 35 jaar als journalist voor Sport/Voetbalmagazine en schreef in 2023 het verhaal van de groei en het ontstaan van KRC Genk in het boek ‘Racing Limburg.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier