
Afscheid van legendarische voetbaltrainer Leo Beenhakker: ‘Zijn hart bleef in De Kuip in Rotterdam’
Voormalig voetbaltrainer Leo Beenhakker is op 82-jarige leeftijd overleden. De Nederlander boekte successen bij onder meer Ajax, Feyenoord en Real Madrid.
Van de vele odes aan Beenhakker bleef er één kleven: die van voormalig tv-maker Harry Vermeegen op zijn YouTubekanaal. Hij had Beenhakker vaak geïnterviewd, overal op de planeet. ‘Hij begreep wat televisie was’, zei Vermeegen.
‘Hij was gemaakt voor televisie. Ik maakte hem populair. En hij mij.’ Maar de laatste jaren zagen ze elkaar niet meer. Zijn oude gabber was een beetje zuur geworden. ‘Leo en het leven begrepen elkaar niet meer.’ Omdat zijn twee grootste liefdes weg waren: Feyenoord en Saskia.
En toch wilde Vermeegen Beenhakker vooral herinneren zoals hij was: die ongelofelijk geestige gozer uit Rotterdam. Rooie Leo. De man die voor 250.000 mensen op de Coolsingel in Rotterdam stond, op de ene dag in 1999 dat Feyenoord kampioen was, en alleen maar aan ‘die oude’ kon denken daarboven. Wat hij ervan zou vinden.
Zijn vader Hendrik sterft jong. Dertien is Leo dan. Als enig kind groeit hij op met zijn moeder in een bescheiden appartement aan de Urkersingel 39a in Rotterdam – ze gaan het binnenkort slopen. Moeder en zoon leven van de bijstand. Maar de jonge Beenhakker is een echte Rotterdammer: gul met decibels en bravoure in overvloed. Het stadion van Feyenoord zorgt voor kleur. Ontelbare avonden brengt hij door in De Kuip.
‘Rooie Leo werd in Madrid Don Leo.’
Hij voetbalt ook, maar zonder talent. Verder dan een paar lokale ploegen met exotische namen, zoals Tediro, Xerxes en Zwart-Wit’28, schopt hij het niet. Al heel vroeg heeft hij een andere droom: trainer worden. Zijn docent op het CIOS (Centraal Instituut Opleiding Sportleiders) wijst naar hem wanneer SV Epe ‘een jonge en ambitieuze trainer zoekt’.
‘Ik ken SV Epe niet’, antwoordt hij. ‘Maar ik ben wel jong en ambitieus.’ Beenhakker krijgt zijn kans, maar SV Epe degradeert. Een paar jaar later wordt hij ook ontslagen bij Go Ahead Eagles in Deventer, en dan begint hij toch te twijfelen. Zeker als journalisten spotten met zijn mislukte voetbalcarrière.
‘Je kunt ook een goeie melkboer zijn zonder een koe geweest te zijn,’ repliceert hij. En hij krijgt nog gelijk ook, wanneer Ajax hem inlijft als hoofd opleidingen, en later als trainer van het eerste elftal. In 1980 wordt Beenhakker kampioen met een droomelftal: Ruud Krol, Søren Lerby, Frank Arnesen, Piet Schrijvers en Simon Tahamata. Zijn spelers dragen hem op handen. ‘Beenhakker lult je de match in,’ zeggen ze.
De jaren tachtig worden zijn jaren. Drie keer op rij viert hij de titel bij Real Madrid. In Bernabéu wordt Rooie Leo Don Leo. Maar die ene titel met Feyenoord in 1999 is hem dierbaarder: de club zit in zijn bloed. Daarna zwerft hij de wereld rond, van Mexico tot Polen. Hij loodst zelfs een onooglijk eiland als Trinidad en Tobago naar het WK.
‘Je kunt ook een goeie melkboer zijn zonder een koe geweest te zijn.’
Alleen tussen Oranje en hem wordt het nooit wat. Twee keer is hij bondscoach van het Nederlands elftal, twee keer een sof. Al levert het wel een magistraal beeld op: Beenhakker in een regenjas op een koude winterdag in 1985, schrijdend door de lege gangen van De Kuip, nadat Georges Grün de Rode Duivels naar Mexico had getrapt. En Rik De Saedeleer die zegt: ‘Dat is de eenzaamheid van de trainer die het net niet haalt.’
Het moest eindigen waar het ooit begon: bij Feyenoord, in 2009, waar hij wordt binnengehaald als technisch adviseur. ‘Ik wil de club graag weer naar de Coolsingel brengen’, zegt hij. ‘Desnoods ga ik er met een rollator heen.’
Maar het loopt goed fout tussen hem en zijn club. Ze vinden hem te oud, te eigenwijs. De breuk heelt nooit. ‘Ik weet dat ik te lastig voor ze ben geweest’, zegt hij in een interview. ‘Maar ze hebben op mijn ziel getrapt.’
Vanuit het raam van zijn appartement in De Veranda in Rotterdam kijkt hij elke dag naar De Kuip. Zoals je naar een oude liefde kijkt: met weemoed om wat voorbij is. Maar de gevoelsmens Beenhakker gaat er nooit meer heen.