Imke Courtois
‘Het voetbal móét koste wat kost doorgaan. Maar waarom?’
Columniste Imke Courtois stelt de mentaliteit van het Belgisch voetbal, alles moet koste wat kost doorgaan, in vraag. ‘Hoe onmogelijk is het om dat mooi uitgewerkte trainingsschema op het allerlaatste moment overhoop te gooien?’
Ik zet me neer op een stoel, op mijn vaste plaats aan de eettafel, exact 49 uur voor de deadline van deze column. Eind februari en de zon voorziet dit weekend een slordige 18 graden. De greenkeepers van de Belgische voetbalvelden zuchten opgelucht. De ene draait de schakelaar van de veldverwarming weer om, de andere sleurt zeil en warmteblazer weer naar de berging. De man van het veld zaait naarstig bij, vult elk gaatje en maakt er weer enkele bij waar een uit de hand gelopen sliding de graswortel dreigt te verstikken. Hot topic van afgelopen week: velden vol sneeuw, maar vooral de ‘nalatigheid’ van KV Oostende, Waasland-Beveren en Charleroi.
In ‘het jaar van het binnenblijven’, vroeg ook weerman Frank Deboosere twee weken geleden: wie niet de weg op moet, blijft beter binnen. Een week vol ijsdagen en een koudegolf was het verdict. De ene golf is al dreigender dan de andere, en al zeker voor de greenkeepers van KV Oostende, Charleroi, OH Leuven, STVV en RE Mouscron. Zij streden met zeil en blazer terwijl de rest zelfzeker naar de thermostaat van de veldverwarming keek. Veldverwarming, zeilen en blazers, maar een vervelende strook bleef beenhard op de Freethiel. Het flitste allemaal door mijn hoofd: ijskoude voetbalavonden, het in de jaren negentig dwangmatig afschuimen van Teletekst voor mogelijke algemene afgelastingen, de affectie voor de gele bal, tintelende vingers onder de warme douche en overbelaste adductoren na de glijpartijen.
Een perfecte groene en gezonde grasmat is ondertussen onderdeel van een professionele club en aangenamer voor de voetbalspeler en zijn kijker. Er zijn tal van hardwerkende greenkeepers en er is veldverwarming. De veldverwarming is een investering van ongeveer een half miljoen euro, met de keuze om het zachtjes doorheen alle maanden te laten werken óf het volle bak op te zetten wanneer Frank Deboosere polaire lucht uit Moskou voorspelt.
Het is al langer duidelijk: het voetbal móét koste wat kost doorgaan. Maar waarom?
In tijden van een overvolle kalender met bekerwedstrijden, uitgestelde ‘coronamatchen’ en Europese duels krabt de kalendermanager zich in de haren, buigt CEO Pierre François zich over de boetetarieven en lacht een enkeling uit Amerika met die vreemde Belgische competitie. Het is in tijden van pandemie en onlogische klimatologische verschijnselen al langer duidelijk: het voetbal móét doorgaan. Geluidbandjes, wekelijkse coronatesten, verbannen supporters en nu ook de discussie om veldverwarming te verplichten zodat ze die befaamde winterprik de baas kunnen blijven.
Wat is er mis met het verlangen naar het voetbalweekend dat in tijden van sneeuw gepaard gaat met twijfel of het wel zal kunnen doorgaan? Hoe onmogelijk is het om dat mooi uitgewerkte trainingsschema op het allerlaatste moment overhoop te gooien omdat die zogenaamde piek drie dagen later moet komen? Is het werkelijk zo dat de Belgische competitie imagoschade heeft opgelopen in Amerika of zorgen de Rode Duivels tijdens het EK en Club Brugge en Antwerp Europees voor voldoende krediet in het buitenland?
Het zogenaamde antwoord verscheen afgelopen dagen meermaals in heel wat artikels: onprofessioneel. En toch… Ondanks mijn liefde voor ‘in weer en wind’-voetballen en de nostalgie naar de meest koude wedstrijden tijdens mijn voetbaljaren vind ik het toch wat overdreven. Uiteraard moet het Belgisch voetbal nog investeren en verder evolueren om de Europese grootmachten proberen bij te benen. Maar mijn realiteitsbesef, dat niet alles – koste wat het kost – móét overwonnen worden om voetbal te laten regeren, laat mij wegkijken van het verplichtende karakter van zo’n veldverwarming en al zeker van een nalatigheidsboete. Het ene veld is het ander niet, de ene greenkeeper krijgt zeil en blazer terwijl de andere investeert in veldverwarming. Storm in een glas water.
De column van Imke Courtois verschijnt tweewekelijks.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier