Het grillige parcours van Rode Duivel-verdediger Arthur Theate

Arthur Theate © Getty

Vier jaar geleden ging hij bijna in de bouw werken. Arthur Theate kende een kronkelige loopbaan maar gaf nooit op.

Sclessin, 20 augustus 2021. Er hangt elektriciteit in de lucht. Het is zaterdagavond, Standard ontvangt KV Oostende in de Pro League en na achttien maanden covidepidemie mogen de supporters er voor het eerst weer bij zijn. Bovendien vieren de Ultras Inferno, de hevige supportersclan van Standard, hun 25-jarige bestaan en zijn ze van plan om de bijnaam Hel van Sclessin alle eer aan te doen.

‘Passie, trots, hartstocht’, luidt de slogan van de Ultras. Het zijn woorden die Arthur Theate bij zichzelf misschien wel herhaalt wanneer hij het stadion betreedt. In de tunnel begroet hij Hugo Siquet en Nicolas Raskin, twee van zijn vroegere kameraden die nu tegenstanders zijn. Daarbij ziet de verdediger ongetwijfeld weer voor zich hoe hij hier anderhalf jaar geleden naar de B-kern werd gestuurd, hoe de poort van Sclessin in zijn gezicht dichtsloeg en hoe hij op het punt stond om het profvoetbal vaarwel te zeggen. Het kan verkeren, want over een paar uur zal Theate zich melden bij Bologna, in het noordoosten van Italië.

Het zal de Luikenaar op deze zaterdagavond echter niet meezitten, met een KVO-logo op zijn borst in een kolkend Sclessin. Op het veld tikken de minuten voorbij en de 21-jarige verdediger wordt moe. Eerst pakt hij een gele kaart, daarna lijdt hij balverlies en aan het einde van de tweede helft krijgt hij rood na een grove obstructiefout.

Onder luid boegeroep verlaat de jonge Arthur het veld. ‘Hij stond onder hoogspanning,’ zegt voormalig CEO van Oostende Gauthier Ganaye, die de jonge Theate naar de kleedkamer begeleidt. ‘Het had iets dramatisch. Het is zijn laatste match, hij speelt op Sclessin tegen de club waar hij altijd van gedroomd heeft, tijdens een van de vurigste avonden ooit … en iedereen beledigt hem. Het was alsof hij werd afgewezen door zijn eigen familie.’

Arthur Theate was nog een jongetje toen hij zijn veilige thuishaven verliet. Bovendien was hij in Genk de enige Franstalige in zijn groep.

Terwijl Arthur Theate het veld verlaat na een heftige woordenwisseling met Standardcoach Mbaye Leye, luistert zijn goede vriend Thibaut Longaretti naar de woede van Sclessin. ‘Persoonlijk zou ik vóór de wedstrijd al rood gepakt hebben,’ grapt Longaretti. ‘Het leek wel duizend graden op Sclessin. Je bent er nooit op voorbereid om te horen hoe je beste vriend wordt uitgescholden. Je vraagt je af waarom. Waarom fluiten? Waarom schreeuwen? Het gaat hier om een gast uit een naburig dorp.’

Enkele centimeters kleiner

Arthur Theate groeit op in Melen, een deelgemeente van Soumagne in het land van Herve, dicht bij de Nederlandse grens en vlak langs de snelweg naar Duitsland. Het voetbalsprookje begint bij Royale Alliance Melen-Micheroux, waar de kleine Thibaut Longaretti en Arthur Theate samen spelen. ‘Dat waren twee geweldige jaren,’ zegt Longaretti, vandaag leraar lichamelijke opvoeding en verdedigende middenvelder in provinciale. ‘We hadden een goed ploegje en slaagden er zelfs in om Standard te kloppen. Zelf herinner ik me er niet veel meer van, maar de vader van Arthur heeft er ons vaak genoeg over verteld.’

Buitenlandse media over de Rode Duivels: ‘België, de eeuwige schaduwfavoriet’

De vader in kwestie is Jean-Michel Theate. In een ander tijdperk was hij even profvoetballer, maar in die tijd traint hij de ploeg van het geboortejaar 1998. Arthur is geboren in 2000, maar speelt in een hogere leeftijdscategorie. Hij mag dan enkele centimeters kleiner zijn dan zijn tegenstanders, trappen doet hij als de beste. De jonge Arthur is perfect linksvoetig en heeft dan al die doordringende blik.

‘Het was mijn kleine dorpsclub,’ zegt Arthur Theate, die trots is op zijn roots en vaak terugkeert naar het dorp van zijn jeugd. ‘Ik was nog maar een kind toen ik blijkbaar een goede match speelde tegen Eupen. Ze gaven een kaartje aan mijn papa en zeiden dat het een genoegen zou zijn als ik zou tekenen.’ Arthur is dan negen jaar oud en speelt in de aanval. In Eupen, op 25 minuten rijden van het familiale nest, is het net alsof hij thuis speelt. Zijn maat Régis, een andere jongen uit Melen, reist met hem mee. Dat maakt het gemakkelijker om zich aan te passen.

‘Arthur scoorde de hele tijd,’ zegt Ayoub El Harrak, die alle jeugdcategorieën bij Eupen doorliep. Hij zal Theate enkele jaren later opnieuw tegenkomen in het Collège Sainte-Véronique, een middelbare school in Luik op een steenworp afstand van het station Guillemins. De plaatselijke sporttalenten komen er bij elkaar en vormen ‘het team van bus 138’, op de lijn Fléron-Herve-Battice-Verviers. In het groepje zitten onder meer Dimitri Lavalée, nu actief in Oostenrijk, en Sami Lahssaini, recentelijk kampioen in eerste nationale met RAAL La Louvière. ‘Hij heeft nooit opgegeven,’ zegt El Harrak over Theate. ‘Er waren mensen die hem niet zo goed vonden, maar nu is hij de meest succesvolle van ons allemaal. Zijn mentale kracht heeft hem enorm geholpen.’

Bij zijn ­terugkeer op Sclessin met KV Oostende werd Arthur Theate uitgesloten. © Getty

Walgelijke commentaren

In het begin lijkt het Arthur Theate nochtans voor de wind te gaan. Hij scoort geregeld bij Eupen en dat wekt al snel de interesse bij een ploeg van een ander kaliber, KRC Genk. Getalenteerde Luikse tieners komen vaak in het naburige Limburg terecht als ze niet naar Standard kunnen. Aan het einde van het seizoen 2010/11, zijn tweede jaar bij Eupen, en op het moment dat de club opnieuw naar tweede klasse zakt, trekt Theate naar Genk, op 45 minuten rijden. Hij is dan elf jaar en tekent voor zijn derde club.

Michel Ribeiro, al jaren techniekrainer bij Genk en verantwoordelijk voor de trainingen van de U9, vermeldt instinctief de blik van Theate, de honger die hem drijft en de grote glimlach die hem nooit lijkt te verlaten. ‘Maar we hebben hem niet aangetrokken voor zijn mooie ogen. Hij had iets. Hij had niet veel kansen nodig om zich te bewijzen.’

In zijn eerste seizoen bij Genk maakt Theate de beloften inderdaad waar. Volgens zijn eigen berekeningen scoort Arthur ‘enorm veel’, maar hij moet zich ook plooien naar de Limburgse principes. Bij Genk wordt elke jeugdspeler op drie verschillende posities getraind om aan zijn veelzijdigheid te werken en zoveel mogelijk vaardigheden te ontwikkelen. Theate staat soms in de aanval, dan weer op de flanken, soms op rechts, vaak op links.

‘Ik presteerde niet zo goed als ik had moeten doen, ik voelde me niet mijn gemak’, zegt Theate, die pas laat zijn groeispurt krijgt. Hij maakt veel goed met zijn uithoudingsvermogen en zijn wil om te winnen wordt zijn handelsmerk, maar het traject begint langzaam te ontsporen.

Theate is nog een jongetje als hij zijn veilige thuishaven verlaat, bovendien is hij de enige Franstalige in de groep. Hij leert Nederlands op de club maar kan op school moeilijk volgen en moet walgelijke commentaren verdragen over Walen. Na drie jaar vindt de familie Theate het welletjes en Arthur keert terug naar huis. In 2014 komt hij door de kleine poort binnen bij Standard. ‘Ik heb Arthur nooit ongelukkig gezien bij ons’, zegt Michel Ribeiro, die verrast is door zijn vertrek. ‘We weten ook niet wat er in het hoofd van een kind omgaat. Misschien vertelde hij ons niet alles.’

Theate testte bij tweedeklassers Lierse en Lommel, maar ook daar vonden ze hem niet goed genoeg.

Bij Standard is de concurrentie niet min. De aanvaller wordt voor het eerst op de linksachter gepositioneerd. Daar overtuigt hij niet meteen. ‘Niet geweldig,’ luidt het oordeel van degenen die hem vergezellen op het veld, in de Saint-Vé-school of op bus 138. En toch. ‘Ik had graag vijftien Arthurs op de training gehad’, zegt Luigi Pieroni, die destijds elke vrijdag training geeft aan de U17, met onder meer Arthur Theate en Michel-Ange Balikwisha. ‘Op die leeftijd begin je te zien of een speler een profcarrière ambieert. Met zijn ernst, betrokkenheid en engagement liet Arthur zien dat hij alles in zich had om profvoetballer te worden.’

Geen superlatieven

Toch blijven de twijfels en na drie seizoenen trekt Theate opnieuw naar Genk. Intussen slaagt hij er wel in om selecties vast te krijgen voor de nationale ploeg. Daar deelt hij de kamer met een zekere Remco Evenepoel, destijds kapitein van de U16 bij de Rode Duivels en Anderlecht.

De tactiek van de Rode Duivels: wat is het plan van Domenico Tedesco?

In september 2018, na een jaar bij Genk, tekent Theate zijn eerste profcontract. Bij de aankondiging omschrijft de Genkse communicatiedienst de linksvoetige verdediger als ‘gedisciplineerd en strijdvaardig’, maar superlatieven blijven achterwege. Maakt niet uit, de droom komt dichterbij. In de zomer van 2019 neemt Felice Mazzu de leiding van de A-kern over en sluit Theate zich tijdens de voorbereiding aan bij de groep. Zelf vindt de jongeling dat hij goede prestaties neerzet, maar de staf deelt die mening niet. ‘Toen de voorbereiding ten einde liep en de coach zijn selectie bekendmaakte om op stage te gaan, zat ik er niet bij. Ik begreep al snel dat ik zou terugkeren naar de U21,’ aldus Theate, die ervan overtuigd is dat hij geen eerlijke kans kreeg.

Hij mag dan pas 19 zijn, Theate aarzelt niet om op de deur van de trainer te gaan kloppen. De uitleg die hij krijgt is vaag, maar de boodschap is zonneklaar: er is geen plaats voor hem in de A-kern. ‘We moeten niet hypocriet zijn. Als zijn niveau op dat moment onvoldoende werd geacht, dan was dat zo,’ zegt technisch trainer Michel Ribeiro. ‘Ik denk niet dat we een fout hebben gemaakt en misschien stond hij vandaag niet waar hij nu staat als hij bij ons was gebleven.’

Arthur Theate bleef slechts één seizoen bij FC Bologna. © Getty

Theate incasseert nog maar eens, en begint van voren af aan. Hij is opnieuw welkom bij Standard, dat hem een verleidelijk aanbod doet. Theate tekent voor de U21 en komt dus in de wachtkamer van de eerste ploeg terecht, maar hij zal na een jaar bij de grote jongens aansluiten, of zelfs eerder als het klikt, zo wordt hem beloofd. Hij traint twee, hooguit drie keer onder Philippe Montanier, in contactloze sessies die bestaan uit pass- en jongleeroefeningen. Te weinig om zijn kwaliteiten te laten zien.

Het vertrouwen dat de Luikse dirigenten in hem stellen, wordt samengevat in één enkel tekstbericht. ‘Arthur controleert de bal vanaf drie meter’, schrijft sportief directeur Benjamin Nicaise naar verluidt aan zijn manager, voormalig doelman Patrick De Vlamynck. ‘We hadden meer geduld met hem moeten hebben,’ aldus Réginal Goreux, sinds 2020 verantwoordelijk voor de U18 en U21 bij Standard, in een interview bij de RTBF. ‘Arthur wilde meetrainen met de A-kern. Wij waren voor, maar de staf van de A-kern en het sportieve management niet.’

Werken in de bouw

De directie van Standard laat in april 2020 aan de clan-Theate weten dat ze mogen uitkijken naar een andere werkgever. De precieze redenen voor de scheiding blijven tot op de dag van vandaag onduidelijk. Arthur Theate is niet op zijn mondje gevallen, gaat altijd recht op zijn doel af en geeft op jonge leeftijd al blijk van een gestaald karakter. Zijn openhartigheid past niet helemaal in het steriele voetbalwereldje, maar inzake jeugdopleiding is Standard ook niet aan zijn eerste blunder toe.

In hetzelfde voorjaar van 2020 breekt leeftijdgenoot Loïs Openda door bij Vitesse Arnhem. Hij is een leeftijdsgenoot van Theate, die ook ooit deel uitmaakte van de jeugdopleiding van Standard en al twee jaar bij de profs speelde in Brugge. Theate brengt zijn dagen daarentegen al piekerend door, want in volle coronacrisis zet Standard hem op tijdelijke werkloosheid. De verdediger denkt er ernstig over na om te stoppen met voetbal.

Alexander Blessin wilde bij KVO een systeem opzetten met Gegenpressing en kon daarbij de agressie en explosiviteit van Theate goed gebruiken.

Arthur Theate is op dat moment 20 jaar oud, heeft geen diploma, woont bij zijn ouders en moet zijn auto verkopen om aan geld te komen. ‘Het enige waar ik om gaf, was voetbal. Toen de club me vertelde dat het voorbij was, stortte mijn hele wereld in,’ zegt Theate over de moeilijke periode. Hij geeft echter niet op. Achter de schermen werkt manager Patrick De Vlamynck hard om een nieuwe thuis voor hem te vinden. Theate test bij tweedeklassers Lierse en Lommel, maar ook daar vinden ze hem niet goed genoeg.

De afwijzingen komen hard aan, maar Theate blijft trainen, samen met zijn persoonlijke kinesist in Namen. Een uur heen, een uur terug, elke dag opnieuw. In die lege momenten denkt Theate erover om op zoek te gaan naar een ‘echte job’. Op zijn vijftiende legde hij al samen chape met zijn peter, op zijn twintigste denkt hij erover om in de bouw te gaan werken. In zijn hoofd wordt die mogelijkheid steeds groter. Theate weet dat er in het slechtste geval een plaatsje voor hem wacht bij URSL Visé, een bescheiden derdeklasser in het Luikse. ‘En toen belde mijn manager,’ zegt Theate. ‘KV Oostende zat zonder spelers en ik kon gaan testen. Bijna had ik gezegd dat ik er geen zin meer in had, maar ik heb het toch gedaan. Ik beschouwde het als een geschenk.’

In de verzengende hitte van de zomer van 2020, waarin hij ei zo na één van de zovele beloftevolle voetballers wordt die verdwijnen in de anonimiteit, leent Arthur Theate de auto van zijn zus en rijdt naar de kust. In zijn tas zitten een paar voetbalschoenen en wat T-shirts. Zijn beste vriend Thibaut Longaretti zit op de passagierszetel. ‘Het leek wel alsof we naar het buitenland vertrokken. We waren twee jonge gasten die naar een stad reisden die we niet kenden. Ik vond het eigenlijk wel spannend. Arthur liet niets blijken. Ik denk dat hij zich honderd procent focuste omdat hij wist dat dit zijn laatste kans was.’

Iemand met vijftig caps

Aan de kust draait de wind eindelijk in de goede richting. Het Amerikaanse investeringsfonds Pacific Media Group heeft de eersteklasser net overgenomen en er zijn maar een dozijn spelers onder contract. Theate heeft het voordeel dat hij Belg is, want de reglementen eisen dat er zes ‘nationale’ spelers op het wedstrijdblad staan. Bovendien prijken er een aantal mooie clubs op zijn cv.

Arthur Theate heeft moeten knokken om te staan waar hij nu staat. © Getty

Helaas, Theate is nog maar pas gearriveerd bij KVO of de donkere wolken pakken alweer samen. De club heeft met Ari Skulason al een linksback en trekt al snel een tweedeaan, Théo Ndicka van Lyon. Arthur belt vader Jean-Michel en zegt: ‘Papa, ik weet niet wat ik hier doe. Ik denk dat ik naar huis ga.’ Ook manager De Vlamynck krijgt een telefoontje. Die laatste onthult op dat moment dat hij Theate tijdens de onderhandelingen met Oostende heeft voorgesteld als een centrale verdediger. Sinds hij Theate bij de U17 op die positie zag spelen, is hij ervan overtuigd dat diens toekomst daar ligt. Na een paar trainingen met het kustteam is de deal rond.

‘Hij kwam aanzetten met het zelfvertrouwen van iemand met vijftig caps,’ lacht voormalig CEO Gauthier Ganaye. ‘De intensiteit waarmee hij trainde, was opvallend. Hij haalde alles uit de kast.’ Alexander Blessin, de nieuwe trainer van KVO, kan die inspanningen appreciëren. De Duitser wil een systeem opzetten met Gegenpressing en daarbij kan hij de agressie en explosiviteit van Theate goed gebruiken.

Daarbij komt dat verdedigers Jack Hendry en Frederik Jäkel meteen geblesseerd raken. Arthur speelt links in een driemansdefensie en overtuigt meteen. Gauthier Ganaye: ‘Ik herinner me nog hoe ik met Arthur, zijn vader en zijn zaakwaarnemer in mijn kantoor zat. Ik vertelde hem dat het zijn doel moest zijn om meer speeltijd te krijgen en hij was verbijsterend zelfverzekerd. Toen ik hem vroeg om een rugnummer te kiezen, koos hij natuurlijk nummer 5, ook al reserveren we dat voor spelers die als titularis in het elftal beginnen.’ Ganaye neemt Theate gratis over van Standard in ruil voor een percentage van een eventuele latere transfer.

Zijn salaris mag dan lager liggen dan bij de Rouches, met een contract van drie jaar plus een optie van een jaar is Theate in ieder geval zeker dat zijn toekomst in het voetbal ligt. In 38 competitiematchen is hij 35 keer titularis en scoort hij zelfs vijf keer, waaronder twee keer tegen Genk en Standard. Alsof hij zijn voormalige coaches eraan wil herinneren dat ze hem beter hadden kunnen houden.

Eind augustus 2020, luttele weken nadat Theate met het idee speelde om het voetbal op te geven, legt Bologna al een eerste bod op tafel. Een jaar later betaalt de club uit Emilia-Romagna bijna 10 miljoen euro, inclusief bonussen, om de verdediger aan zich te binden. In het seizoen dat volgt, muilkorft Theate menig spits uit de serie A en op 29 juli 2022 tekent hij bij Rennes in het warmbloedige Bretagne, waar hij in principe voor langere tijd zal blijven.

Met de transfer is een bedrag van 20 miljoen euro gemoeid, en dat maakt van Arthur Theate de duurste Belgische verdediger ooit. Bij Stade Rennes wordt hij al snel onvervangbaar, zo bewijst hij bijvoorbeeld op 15 januari 2023, wanneer Rennes met 1-0 wint tegen PSG en Messi, Neymar noch Mbappé een gaatje vindt in de Bretoense verdediging.

‘Arthur is een atypische kerel’, zegt Florian Maurice, technisch directeur bij Rennes. ‘Hij heeft persoonlijkheid en is ruw aan de randen, maar het is ook een sentimentele jongen, iemand die liefde en genegenheid nodig heeft en tegen wie je rechtuit moet spreken. Dat kan al eens vonken geven, maar dat geeft niet als je het team beter maakt.’ Met zo’n bliksemcarrière moet er wel elektriciteit in de lucht hangen.

Partner Content