Het geheim van Union: hoe gaan de architecten van het blauw-gele succes te werk?
Donderdagmiddag speelt Union de bekerfinale tegen Antwerp, na alweer een seizoen aan de top van de competitie. Naast het veld heeft een trio de sleutels van Union in handen: Chris O’Loughlin, Philippe Bormans en Alex Muzio. Was is hun geheime recept?
Het recept van Union Sint-Gillis wordt gesmaakt door fijnproevers. In de sportieve cel van elke Europese club vragen ze zich af welke magische ingrediënten de Brusselaars gebruiken. Ze kruiden hun verhaal met onverwachte en spectaculaire wendingen. En telkens als het recept herdacht wordt, levert het opnieuw een topgerecht op. De vraag die bij iedereen op de lippen brandt: hoe doen ze dat toch?
Wie het leven achter de schermen in het Dudenpark een beetje kent, weet dat het antwoord uit drie namen bestaat. Drie mannen die qua besluitvorming aan de top van de piramide staan en wel een computer in hun hoofd lijken te hebben: alle keuzes die ze maken, kloppen. Het zijn sportief directeur Chris O’Loughlin, ceo Philippe Bormans en voorzitter Alex Muzio. Zij hebben de sleutels van de club in handen.
Spelersrapporten
Als je in het trainingscentrum van Union in Lier de geel-blauwe trap naar de eerste verdieping neemt, stuit je onvermijdelijk op de nochtans onopvallende deur van het kantoor van Chris O’Loughlin. De Noord-Ier brengt er het grootste deel van zijn tijd door. Achter hem hangen shirts van Thierry Henry, Thomas Vermaelen en Benni McCarthy, ingelijst met de zorg die de echte verzamelaar kenmerkt. Zijn ogen zijn gericht op computerschermen met spelersrapporten. Spelers die wij waarschijnlijk nog niet kennen, maar aan wie de fans in het Dudenpark binnenkort veel plezier zullen beleven.
Alex Muzio zet nog altijd de toon van de transferpolitiek van Union.
Het is bijna een obsessie: O’Loughlin, in België ooit begonnen als assistent van Yannick Ferrera bij STVV, wil alles te weten komen over de voetballers die in de strikt vertrouwelijke databank van Union zitten. Voor hij zijn kantoor verlaat en naar het oefenveld gaat, heeft hij het leven van mogelijke transferdoelwitten zorgvuldig nageplozen. Hij checkt niet alleen hun sociale media, hij leest ook het kleinste interview, in welke krant of op welke website ook, tot in de details na. Zo wist de Nederlandse flankspeler Bart Nieuwkoop de scoutingcel van de Brusselaars niet alleen te overtuigen met zijn prestaties op het veld, maar ook door zijn deelname aan Bij Andy in de auto. Dat format bestaat uit filmpjes van een twintigtal minuten op YouTube, waarin Andy van der Meijde, oud-speler van Ajax, Inter en Everton, zijn gasten meeneemt op de passagiersstoel van zijn auto en hen vragen stelt. De antwoorden die Nieuwkoop gaf, overtuigden de Unionisten ervan dat hij iets extra’s zou kunnen bijdragen aan de spelersgroep.
Hoe voetbalclub Union met AI naar spelers zoekt
Juiste mentaliteit
Zoals iedere verantwoordelijke voor de rekrutering die zichzelf respecteert, is O’Loughlin iemand die zijn blik wil verruimen. Toen zijn club een avondlijke verplaatsing naar Lommel moest maken, profiteerde hij daarvan om ’s morgens al de Duitse grens over te steken om in de lagere afdelingen SV Meppen aan het werk te zien, de toenmalige club van Deniz Undav. Hij raakte er onder de indruk van de spits, die in 2022 topschutter van de Belgische competitie zou worden, maar niet vanwege een offensieve actie. Het was iets anders wat O’Loughlin had opgemerkt: na een kwartier spelen, en terwijl hij als aanvaller nog geen bruikbare bal had gekregen, trok Undav bij een corner voor de tegenpartij een sprint alsof zijn leven ervan afhing, alleen maar om zijn defensieve opdracht uit te voeren. Ontegenzeggelijk een teken dat hij over de juiste mentaliteit beschikte.
De laatste stap is altijd de speler in kwestie overtuigen om voor het project van Union te kiezen. Ook wat dat betreft, weet O’Loughlin van wanten: piekfijne presentaties en een duidelijk discours – met niet alleen maar mooie woorden – over de waarden van de club en de spelerskern. Dat nieuwkomers bij Union op menselijk vlak zelden door de mand vallen, is grotendeels aan hem te danken.
Geboren dirigent
Philippe Bormans was nog geen 30 toen hij de jongste clubbestuurder in het Belgische voetbal werd. We zijn dan in 2014 en de 27-jarige Bormans is ceo van STVV, dat terugkeert naar de hoogste afdeling. Omdat hij een slecht gevoel heeft bij de Japanse directie die Roland Duchâtelet opvolgt, zegt hij de Kanaries in 2018 vaarwel om bij Union dezelfde functie op te nemen. Met zijn eigen methodes onderscheidt hij zich al snel van zijn collega’s.
Bormans wordt weleens vergeleken met Vincent Mannaert, die lange tijd uitstekend werk leverde bij Club Brugge. Maar waar de manager van blauw-zwart zich al eens liet meeslepen door zijn emoties, overkwam dat Bormans nooit. Hij is niet zo’n manipulator als sommigen van zijn collega’s, die het moeten hebben van hun geslepenheid. De ceo van Union is een kille pragmaticus, zo afstandelijk dat zijn gesprekspartners er soms ongemakkelijk van worden. Zelfs toen geel-blauw vorig seizoen voor het tweede jaar op een rij de titel misliep, leek hij niet van zijn stuk gebracht. Resultaten lijken hem nooit te raken, hij wekt de indruk dat de dagelijkse realiteit van het Belgische eersteklassevoetbal hem koud laat. Maar wie met hem praat, merkt al snel dat hij van alles op de hoogte is.
Koel en berekend
Het staat als een paal boven water: Bormans kent zijn vak. Hij weet heel goed wat hij doet en wijkt nooit van zijn lijn af, hoe zwaar een bepaalde keuze hem ook valt. Als hij een beslissing neemt, schakelt hij zijn emoties uit. Men zegt van Bormans ook wel dat hij zijn club leidt als een Excelsheet, waarbij spelers vakjes zijn en de salarissen nooit de limieten mogen overschrijden. Wie bij Union buiten de lijntjes kleurt, wordt buiten de deur gezet. Koel en berekend.
Het is dan ook niet ongewoon dat Bormans enkele uren voor het sluiten van de transfermarkt onbereikbaar is. Misschien brengt hij dan tijd door bij zijn gezin of houdt hij zich bezig met zijn paarden, een andere passie van hem. Zelfs toen hij onder druk stond om de transfer van Casper Nielsen naar Club Brugge goed te keuren, liet de ceo zich niet het hoofd op hol brengen. Hij betrok Mogi Bayat nog bij de transfer om de interesse van KAA Gent te wekken en zo de transferprijs op te drijven. Pragmatisch en cijferend, los van de emoties die menig bestuurder al eens overmannen.
Verliefd op het stadion
Elke liefdesgeschiedenis begint met een coup de foudre. Dat was in elk geval zo bij Alex Muzio, wiens passie voor Union ontstond toen hij verliefd werd op het Joseph Mariënstadion. De bakstenen gevel geeft de hoofdtribune de allure van een stadion uit de Engelse lagere divisies. De voorzitter voelde zich er meteen thuis. Nochtans is de echte sterke man van Union helemaal geen Brusselaar van origine. Men zegt weleens dat hij in de Eurostar woont, zo vaak neemt hij in Brussel-Zuid de trein naar Londen, waar hij al verblijft sinds zijn achttiende. Muzio werd geboren in Brighton en ging in Londen voor Starlizard werken, het bedrijf van Tony Bloom, voormalig hoofdaandeelhouder van Union. Starlizard is een consultancybureau dat data aanlevert om mensen te helpen bij het gokken op verschillende sporten, waaronder voetbal.
Maar Muzio is niet naar het Dudenpark gekomen om te gokken. Zodra hij door Tony Bloom aan het hoofd van de club werd geplaatst, ging hij in de clinch met Marc Grosjean, de ervaren coach van toen, over de manier waarop die zijn team wilde verbeteren. Met het oog op mogelijke transfers stelde de Luikenaar een lijst op met spelers die het Belgische voetbal goed kenden. Muzio stelde daar onbekende spelers tegenover die volgens zijn programma betere statistieken hadden. Het was onvermijdelijk dat hun wegen scheidden, want de visie van de Engelsman werd de visie van Union. Het minste wat je kunt zeggen, is dat de geschiedenis hem gelijk heeft gegeven.
De echte spil
In het wereldje zijn er velen die zeggen dat Alex Muzio de echte spil is van het Brusselse triumviraat. Om te beginnen omdat hij degene is die de andere twee gekozen heeft, na een lange en nauwgezette selectieprocedure. Maar ook omdat hij nog altijd de toon zet van de transferpolitiek van Union, samen met Chris O’Loughlin en zijn rechterhand Gauthier Carton. Samen trekken ze aan één zeel tegenover makelaars die spelers aanbieden: als de naam niet op hun lijstje staat, hebben ze geen interesse. De lijn is helder en alle neuzen wijzen in dezelfde richting.
Waarschijnlijk maakt dat het echte verschil voor Union: logische ingrepen doen volstaat in het voetbal vaak om betere resultaten te boeken dan de anderen.
Union Sint-Gillis: het geheim achter het succes van geel-blauw