Hendrik Van Crombrugge: ‘Op het WK 2022 in Qatar ben ik erbij’
Meevoetballen is een van zijn belangrijkste kwaliteiten, maar doelman Hendrik Van Crombrugge wil bij Anderlecht ‘een uitblinker worden in zoveel mogelijk aspecten.’
Zijn fonkelende ogen vielen bijna uit hun kassen toen Hendrik Van Crombrugge voor het eerst mocht meetrainen bij de Rode Duivels. ‘Het was een open training en er waren enorm veel toeschouwers aanwezig, meer dan voor een thuiswedstrijd van Eupen’, vertelt de 26-jarige doelman. Over een blitzcarrière gesproken: in mei door Roberto Martínez opgeroepen voor de nationale ploeg, in augustus een transfer naar Anderlecht. ‘Ik beschouw mezelf ook als Rode Duivel, want ik maak deel uit van de uitgebreide kern internationals. Voor de plaats van derde doelman gaat het tussen Koen Casteels, Matz Sels en mezelf. Tot deze zomer hadden mijn twee concurrenten een groot voordeel. Als je goed presteert in de Bundesliga of de Ligue 1, dan maak je een grotere kans dan iemand die hetzelfde doet bij Eupen. Maar door naar Anderlecht te komen, zette ik een grote stap vooruit. Ik ambieer een plaats in de kern voor het WK in Qatar, maar als ik er al kan bij zijn op het EK volgend jaar, dan is dat natuurlijk nog beter.’
Ik nodig elke doelman uit om eens een jaar bij Eupen onder de lat te staan.’ – Hendrik Van Crombrugge
Moderne doelman
Of dat nu gebeurt of niet, je zal altijd de eerste Belgische international blijven van KAS Eupen. Vind je dat belangrijk of niet meer dan een anekdote?
Hendrik Van Crombrugge: ‘Een anekdote? Helemaal niet! Ik ben daar bijzonder trots op. Er komen er misschien nog, maar ik zal altijd de eerste blijven. Zonder arrogant te willen klinken, denk ik dat ik veel betekend heb voor Eupen. In de zes jaar dat ik er voetbalde, hebben we heel wat gerealiseerd met de club. Eerst de promotie naar de hoogste afdeling en dan drie jaar op rij het behoud. Toen ik er tekende, had ik geen club. Ik wist totaal niet wat er van mij zou worden, ik had zelfs opnieuw de schoolbanken opgezocht – maar niet voor lang, wat dat bleek niets meer voor mij. In Eupen vond ik de ideale omgeving om te groeien. Dat ik nu voor Anderlecht speel en in de kern van de Rode Duivels zit, heb ik te danken aan een cruciale ontmoeting in Eupen. Dé sleutelfiguur voor mijn progressie is namelijk keeperstrainer Javier Ruiz. We werkten een hele tijd samen vooraleer hij naar China vertrok, naar de club van Axel Witsel, en nadien naar Qatar. Hij is superbelangrijk geweest in mijn ontwikkeling als doelman, zowel op technisch als op mentaal vlak. Hij is mijn mentor, we hadden een perfecte samenwerking.’
Wat heeft hij jou concreet bijgebracht?
Van Crombrugge: ‘Zijn filosofie was revolutionair. Vroeger waren Belgische doelmannen vooral lijnkeepers. Er werd hen gevraagd om ballen tegen te houden en dat was het. Bij Eupen zag ik onmiddellijk een andere aanpak. We hadden een Spaanse trainersstaf en de hoofdcoach, TintinMárquez, wilde een doelman die zijn voeten gebruikte, ver weg van het doel. Ik moest de eerste aanvaller worden. In alles wat we deden op training kwam de Spaanse voetbalfilosofie naar voren. Positief voetbal was de basis, naar voor georiënteerd en gericht op balbezit. De doelman die op dat moment titularis was, slaagde er niet in om zich aan te passen. Ik kreeg mijn kans en ben niet meer uit het elftal verdwenen.’
Toen je voor het eerst opgeroepen werd voor de Rode Duivels, noemde Roberto Martínez jou ‘een complete doelman’. Wat wilde hij daar precies mee zeggen?
Van Crombrugge: ‘Hij bedoelde een moderne doelman, een doelman die de eerste aanvaller van een ploeg kan zijn én een troef bij balbezit. Met een keeper die ook goed kan voetballen, kan je een numerieke meerderheid creëren. Als een ploeg ver van zijn eigen doel speelt en de doelman voelt zich goed hoog op het veld, dan geeft dat vertrouwen aan de verdediging. De verdedigers weten dat er nog een keeper achter hen staat die weet wat hij moet doen wanneer een bal achter hun rug valt. Volgens mij is het dat wat Martínez bedoelde. Je hebt doelmannen die in één aspect uitblinken en andere die in alles een beetje goed zijn. Ik denk dat ik tot die tweede categorie behoor, en ik probeer een uitblinker te worden in zoveel mogelijk aspecten.’
Rondo’s
Met de voeten ben je beter dan de gemiddelde doelman?
Van Crombrugge: ‘Ik voel me alleszins op mijn gemak met de bal aan de voet. Het bezorgt me geen stress als ik de bal met de voet moet spelen buiten de grote rechthoek. Eupen in de tweede afdeling was daar de beste leerschool voor. Omdat we sterker waren dan alle andere teams, speelde ik als een soort libero. Op training werden de doelmannen altijd betrokken bij het spelen op balbezit, in de passing. Als je ervoor open staat om dat te leren en je voelt je er goed bij, dan ga je er automatisch beter in worden. Voetbal evolueert constant, zowel qua speelstijl maar ook in wat van een doelman verwacht wordt. Je ziet dat men in een club een bepaalde filosofie hanteert en vervolgens in functie van die aanpak spelers gaat rekruteren die goed in dat systeem functioneren of er een meerwaarde in tonen. Waarom zou je dan niet op dezelfde manier je keepers aanwerven? Ajax, FC Barcelona en Manchester City hebben allemaal goeie doelmannen die ook nog eens uitstekend kunnen meevoetballen, omdat die teams dat nodig hebben. Daarom past de filosofie van Anderlecht bij mij. Ik voel me als een vis in het water in dit systeem.’
Trainde je bij Eupen soms echt mee als veldspeler?
Van Crombrugge: ‘Ja, toen ik enkele maanden niet kon trainen als keeper wegens een blessure aan mijn hand. De trainer stelde me op daar waar hij een speler miste. De doelmannen deden ook altijd mee met de rondo’s. Bij de jeugd van Standard gebeurde dat ook al, maar toen had ik daar een hekel aan omdat ik er veel slechter in was dan alle veldspelers. Maar door het vaak te doen, werd ik er beter in en begon ik het ook leuk te vinden.’
Welke doelman is voor jou een voorbeeld qua meevoetballen?
Van Crombrugge: ‘ Marc-André ter Stegen is voor mij de allerbeste. En ver van zijn doel vind ik Manuel Neuer fantastisch. Ook bij Claudio Bravo kijk ik hoe hij uitvoetbalt. Zij inspireren me alle drie wat korte passing betreft. Dat is anders dan doelmannen die een geweldige lange bal kunnen trappen, die over een afstand van 30, 40 meter millimeter juiste passes kunnen versturen, zoals Kasper Schmeichel, Mike Vanhamel of Sinan Bolat. Hun precisie is fenomenaal.’
Mentaal doodop
Voel je geen extra druk als je mee moet opbouwen? Een korte pass geven houdt toch een veel groter risico in dan een bal hard naar voor trappen?
Van Crombrugge: ‘Ik voel niet meer druk, maar ik besef wel dat ik een grotere verantwoordelijkheid heb. Soms moet ik risico’s nemen, maar ik wil vooral betrouwbaar en verantwoordelijk blijven, ik mag geen kamikazedoelman worden. Op zulke momenten is het belangrijk dat je zelfvertrouwen hebt, dat je vertrouwen hebt in wat je doet. De lijn tussen veel zelfvertrouwen en arrogantie is heel dun. Het overkwam me al dat ik té veel vertrouwen had, dit seizoen in Genk bijvoorbeeld. In de tweede helft stond ik de hele tijd ver uit mijn doel te spelen. Mijn passes waren allemaal geslaagd. Na 99 goeie ballen denk je automatisch dat de 100e ook zal aankomen. En dan mis je, hé. Ally Samatta pakte de bal van me af, maar gelukkig scoorde hij niet.
Als kind stond ik soms tussen de palen wanneer niemand anders daartoe bereid was. Bij elk tegendoelpunt had ik tranen in mijn ogen.’ – Hendrik Van Crombrugge
‘Je moet helder en de hele tijd geconcentreerd blijven, van de eerste tot de laatste minuut. Als je als libero of eerste aanvaller fungeert, mag de aandacht geen enkel ogenblik verslappen. Na mijn eerste wedstrijd bij Anderlecht was ik mentaal doodop, omdat ik 95 minuten lang gefocust moest blijven. Bij Eupen trapte ik de bal vaak verder weg. Automatisch kon ik dan enkele seconden ontspannen terwijl de bal op de helft van de tegenstander was en er voor mij geen gevaar bestond. Als je van achteruit begint op te bouwen, is dat anders. Als ik een medemaat een korte pass geef, moet ik uiterst geconcentreerd blijven, want de kans bestaat altijd dat ik de bal terugkrijg. Op elk moment moet ik de bal verwachten, zowel van een ploegmaat als van een tegenstander. Ik moet dus de hele tijd anticiperen, nadenken over wat ik zal doen wanneer ik de bal krijg. Als je daar niet klaar voor bent, dan moet je verschillende fases door: eerst verrassing, vervolgens controle en dan pas de pass. Heb je daar niet over nagedacht, dan is de kans groot dat je een fout maakt. Toch is het gemakkelijker voor mij bij Anderlecht dan bij Eupen, omdat de spelers over meer technische bagage beschikken en de bal beter onder controle houden. Miste een speler van Eupen zijn controle, dan kreeg ik al eens te horen dat mijn pass niet goed was.’
Gaven jouw voetballende kwaliteiten de doorslag voor Anderlecht om jou aan te trekken?
Van Crombrugge: ‘Ik ben er me van bewust dat dat zeker een belangrijke factor was. Tijdens ons eerste gesprek zei Vincent Kompany me dat mijn kwaliteiten met de bal aan de voet hem waren opgevallen tijdens de trainingen van de Rode Duivels.’
Geen ideale timing
Thomas Didillon werd aan de kant geschoven omdat hij twee keer een voetballende fout maakte. Dat is een hard verdict. Als een aanvaller twee grote kansen mist, gaan ze niet onmiddellijk een vervanger zoeken.
Van Crombrugge: ‘Die onrechtvaardigheid is eigen aan het vak. De positie van doelman is zonder twijfel de meest gecompliceerde.’
Wilde jij desondanks altijd al keeper worden?
Van Crombrugge: ‘Nee. Als kind stond ik soms tussen de palen op momenten dat niemand anders daartoe bereid werd gevonden. Bij elk tegendoelpunt had ik tranen in mijn ogen. Uiteindelijk werd ik voltijds doelman omdat keepen me blijkbaar beter lag dan voetballen.’
Je verkondigde al een aantal jaar dat je hoopte op een grote transfer, maar uiteindelijk tekende je bij Anderlecht op het moment dat die club een van de grootste crisissen kent in zijn geschiedenis. Dat noemen ze pech, zeker?
Van Crombrugge: ‘De timing is niet ideaal, dat weet ik, maar ik ben niet het type dat zich veel vragen begint te stellen of negatieve zaken in zijn hoofd steekt. Mijn prioriteiten lagen elders toen ik bij Anderlecht toekwam: ik wilde mij zo snel mogelijk integreren en het vertrouwen en het respect van de mensen winnen. Nu dat gelukt is, kan ik me wat meer met het collectief bezighouden en proberen de zaken op en naast het terrein te verbeteren.’
Kan je zomaar alle zorgen van je afzetten, lak hebben aan alle veranderingen in de trainersstaf en in het bestuur en zeggen: dat is mijn probleem niet?
Van Crombrugge: ‘Ik lees geen enkele sportkrant of -tijdschrift en ik houd me niet bezig met sociale media. Dat helpt. Mochten de belangrijke mensen van Eupen de club verlaten hebben toen ik er al meerdere jaren zat, dan zou ik dat bizar gevonden hebben. Bij Anderlecht was alles en iedereen nieuw voor mij. De veranderingen raakten me minder omdat ik geen band had met die mensen.’
Had je contact met Frank Arnesen?
Van Crombrugge: ‘Hij kwam soms naar de trainingen kijken, niets meer.’
Na zijn ontslag vertelde Arnesen dat er spelers gehaald werden van wie hij ‘niets wist tot ze op de club arriveerden.’ Hij noemde daarbij jouw naam.
Van Crombrugge: ‘Ik sprak met Vincent Kompany en Michael Verschueren. Op de eerste speeldag stond ik nog in doel bij Eupen. De dag na de wedstrijd hadden we vrijaf en trok ik erop uit met de familie, toevallig in de buurt van Brussel. Om te kunnen genieten van de rust liet ik mijn gsm in de auto liggen. Achteraf merkte ik dat mijn manager me verscheidene keren had proberen te bellen. Toen ik terugbelde, zei hij me: ‘De belangstelling van Anderlecht is concreet. Zorg dat je bereikbaar blijft vandaag.’ ‘Oké,’ antwoordde ik, ‘ik ga nergens naartoe.’ Daarna was alles binnen 72 uur tijd in kannen en kruiken.’
Grote uitdagingen
We konden veronderstellen dat het project van Vincent Kompany niet van een leien dakje zou lopen, maar dat het zo moeizaam uit de startblokken zou schieten, hadden we niet verwacht. Hoe zie jij het vervolg?
Van Crombrugge: ‘Ik heb geen kristallen bol, maar ik heb er vertrouwen in. We zullen slagen. Elk nieuw project heeft tijd nodig, of het nu om een sportief project gaat of een politiek of een economisch. De club besloot om een andere richting in te slaan. Ze kozen niet voor de gemakkelijkste weg, maar dat ze obstakels moeten overwinnen betekent nog niet dat ze een verkeerde keuze maakten. Als je de handdoek gooit bij elke moeilijkheid die je tegenkomt, dan kom je niet ver in het leven. Grote uitdagingen aangaan is positief. Lange tijd werd stilgestaan bij het aantal punten dat we pakten, maar je mag niet vergeten dat we drie keer bleven steken op 0-0 en dat we die wedstrijden alle drie hadden moeten winnen. Tel bij ons huidig totaal zes punten bij en je krijgt een heel ander gegeven.’
Was het een troost dat jij in die moeilijke periode als een van de weinige lichtpuntjes gold?
Van Crombrugge: ‘Dat bevestigde alleen maar dat ik niet moest twijfelen. Als het collectief faalt, geraken veel spelers vaak terecht in een negatieve spiraal. In die val ben ik niet gelopen.’
Dat is misschien ook wel gemakkelijker voor een keeper die veel werk krijgt dan voor een aanvaller die geen bal ziet?
Van Crombrugge: ‘Akkoord, in dat geval krijgt een doelman meer kansen om zich in de kijker te spelen. Maar als hij mentaal niet sterk staat, dan gaat hij mee ten onder en kan hij niet dezelfde concentratie opbrengen als een speler van een ploeg in de winningmood. Dat je jezelf kan onderscheiden, wil nog niet zeggen dat je job eenvoudiger is. Ik hoorde soms commentaren in de stijl van: ‘Voor jou is het gemakkelijk: jij redt zes van de tien ballen. Je laat er vier binnen, maar niemand verwijt jou iets.’ Die analyse is kortzichtig. Denk je dat het makkelijk is om zen te blijven als je 75 doelpunten per seizoen incasseert? Of als je drie, vier keer per wedstrijd de bal uit het net moet gaan halen? Ik nodig elke doelman uit om eens een jaar bij Eupen onder de lat te staan.’
‘Het was hoog tijd om bij Eupen te vertrekken’
In een interview vertelde je dat je je beste niveau haalt als je onder druk staat. Het is dan ook niet meer dan normaal dat je sterk presteert bij het huidige Anderlecht.
Hendrik Van Crombrugge: ‘Die uitspraak deed ik omdat ik er bij Eupen elke keer stond op de momenten dat de ploeg een goeie Van Crombrugge nodig had.’
Al meerdere jaren zei je dat je zin had om andere oorden op te zoeken. Afgelopen zomer leek die goesting sterker dan ooit tevoren. Kreeg je de indruk dat het allemaal te routineus geworden was?
Van Crombrugge: ‘Nee, maar ik merkte dat ik me tijdens het voorbije seizoen aan steeds meer extrasportieve zaken begon te ergeren. Bovendien was ik er al zes jaar. Al die tijd evolueerden we samen, maakten we samen progressie, maar vorig seizoen besliste het bestuur een aantal zaken te doen waar ik me niet in kon vinden, omdat hun prioriteiten in mijn ogen niet de juiste waren. Ik weet: als speler is mijn job voetballen, maar na zes jaar lag het welzijn van de club me ook nauw aan het hart. We zaten niet meer op dezelfde lijn. Omdat ik vooruitgang wilde maken, was het tijd om Eupen te verlaten, omdat ik een zekere stilstand gewaar werd.’
Doel je daarmee op de verminderde samenwerking met de Aspire Academy?
Van Crombrugge: ‘De laatste twee jaar zie je een duidelijke trend. Er zijn geen Qatarese spelers meer, en steeds minder Afrikanen van de Aspire Academy. Dit jaar nam Eupen een nieuwe start. De beste transfer in mijn ogen is die van de trainer, BeñatSan José, een hele goeie en intelligente coach, maar ik vond het tijd om te vertrekken. Mijn selectie voor de Rode Duivels vond ik het geschikte moment om het hoofdstuk Eupen af te sluiten.’
Driemaal op rij hielp je mee om het behoud te verzekeren. Je bent de op één na meest opgestelde speler van Eupen in de hoogste klasse en de eerste Belgische international van de club. Zei je bij jezelf: ‘Good job, ik kan met een gerust geweten vertrekken’?
Van Crombrugge: ‘Exact, dat is een perfecte samenvatting.’