Hannes Delcroix over Anderlecht en de Rode Duivels: ‘Ik wist dat ik er zou geraken’
Het heeft een tijdje geduurd, maar Hannes Delcroix is nu volledig gesetteld in de verdediging van Anderlecht. Welkom in de wereld van Piterson Desir.
776 dagen. Oftewel twee jaar, een maand en veertien dagen. Zo veel tijd is er voorbij gegaan tussen de eerste wedstrijd van Hannes Delcroix voor Anderlecht (5 augustus 2018) en zijn tweede wedstrijd (19 september 2020). Nadat hij van Hein Vanhaezebrouck voor het eerst het vertrouwen kreeg in de verdediging duurde het een eeuwigheid voor hij Vincent Kompany helemaal kon overtuigen van zijn kunnen. Intussen is hij niet meer uit de ploeg weg te denken en kwam het in november zelfs zo ver dat Roberto Martínez hem zijn eerste speelminuten moest geven bij de Rode Duivels.
Het parcours van Delcroix lag nochtans bezaaid met hindernissen. Hij werd in 1999 in het Haïtiaans Petite-Rivière-de-L’Artibonite geboren als Piterson Desir en gaat sinds het begin van de jaren 2000 door het leven als Hannes Delcroix, nadat hij op zijn twee jaar geadopteerd werd door een Antwerpse familie.
Je bent van de generatie van Sebastiaan Bornauw, Alexis Saelemaekers en Albert Sambi Lokonga. Jij had wel meer tijd nodig dan zij om door te breken.
Hannes Delcroix: ‘Ik heb de moed niet laten zakken. Ik wist dat ik er zou geraken, zelfs al zou het iets langer duren dan voorzien.’
Jean Kindermans gaf jou de bijnaam Mister Cool. Volgens hem ben je soms te cool…
Delcroix: ‘Ik bewaar in alle omstandigheden mijn kalmte en dat kan geïnterpreteerd worden als nonchalance. Het is iets dat ik nooit helemaal zal kunnen verdrijven. Ik ben van nature zo. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Het is misschien een erfenis van mijn voorouders, iets dat in mijn bloed zit.’
Je hebt een trainer die op dezelfde positie speelde als jij nu. Heb je nu een andere relatie met hem dan met je vorige trainers?
Delcroix: ‘Als Kompany mij iets zegt, dan besef ik dat hij precies weet waarover hij het heeft. Zelfs toen ik niet speelde, heb ik nooit de indruk gehad dat hij niet op mij rekende. Of dat hij mij uit zijn project geschrapt had.’
Zelfs toen ik niet speelde, heb ik nooit de indruk gehad dat Kompany niet op mij rekende.’
Hannes Delcroix
Nachtelijk telefoontje
Sinds de U15 heb je alle jeugdcategorieën van de nationale ploegen doorlopen. Aan welk moment hou je de beste herinneringen over: het EK U16 in 2016 of dat half uurtje met de Rode Duivels tegen Zwitserland?
Delcroix: ‘Dat EK, waar we tot in de kwartfinale geraakt zijn, zal altijd een aparte plaats in mijn hart hebben, maar mijn eerste wedstrijd met de Rode Duivels is nog van een andere orde. Ik was er eerst niet bij, maar door het uitvallen van Thomas Vermaelen werd ik alsnog opgeroepen. Ik was tv aan het kijken met de familie en rond 23 uur kreeg ik telefoon. Ik nam eerst niet op en om middernacht werd ik opnieuw gebeld. Toen hoorde ik iemand van de voetbalbond mij vragen om meteen naar Tubeke te gaan. Ik heb die persoon wel twee of drie keer gevraagd of hij geen grap met mij uithaalde. Ik hoor het mezelf nog zeggen: u bent dus echt serieus? Het was voor mij niet meer mogelijk om midden in de nacht af te reizen, maar ik beloofde hem ’s morgens heel vroeg te vertrekken.’
Wat ging er door je heen toen Martínez je de dag van de match vroeg om op te warmen?
Delcroix: ‘Ik voelde een flinke stoot adrenaline door mijn lichaam gaan. Maar ik heb geprobeerd om zo kalm mogelijk te blijven. Ik ben toch Mister Cool…’
Met de waslijst aan geblesseerden die er nu zijn zou je gerust kunnen mikken op het EK deze zomer.
Delcroix: ‘Je weet inderdaad nooit wat er kan gebeuren. Ik heb nog enkele maanden om te bevestigen bij Anderlecht. Martínez zei dat ik op training en tijdens de match mijn job had gedaan, maar ik moet mezelf niet gaan opjutten.’
Je vertelde in een eerder interview dat je misschien voor Haïti zou willen uitkomen mocht je geen A-international kunnen worden bij België. Dat kan overkomen alsof je Haïti als een noodplan beschouwt?
Delcroix: ‘Ik voel mij bovenal Belg. Maar ik zie Haïti niet als een B-plan. Is het denigrerend om te zeggen dat ik zou overwegen om voor Haïti te spelen, mocht het hier niet lukken?’
Jij bent nooit naar Haïti teruggekeerd, maar je adoptiemoeder wel. Wat heeft ze je verteld over jouw geboorteland?
Delcroix: ‘Ze was ter plaatse na de doortocht van de orkaan ( Matthew, nvdr) en het was niet om aan te zien. De schade heeft haar gechoqueerd en sindsdien zet ze zich in voor de vzw Finado, die arme landen zoals Haïti te hulp schiet met bijvoorbeeld het bouwen van scholen. Via Finado financier ik de installatie van putten waar mensen hun drinkbaar water kunnen halen.’
Je hebt recent voor het eerst contact gehad met je biologische moeder in Haïti. Was dat een vreemd of eerder een emotioneel beladen moment?
Delcroix: ‘Het was een beetje … speciaal. Ze had het initiatief genomen en ik was aangenaam verrast dat ze nog leefde. Het gesprek vlotte niet echt, want we waren alle twee overmand door emoties. We hadden soms moeite om de juiste woorden te vinden. En we moesten communiceren in het Frans, wat niet meteen haar of mijn moedertaal is. Tot slot hadden we ook te maken met een slechte verbinding.’
Weet je waarom je als kleine jongen van twee jaar naar België werd gestuurd?
Delcroix: ‘Mijn moeder was zwaar ziek en ze was niet in staat voor mij te zorgen. Ze heeft mij afgestaan aan een weeshuis en daar is een Belgische familie mij komen halen. Of ik soms stilsta bij mijn parcours? Ik probeer mij daar geen vragen over te stellen.’
‘Ik overwoog terug naar Nederland te gaan’
Je kwam vorig seizoen op huurbasis uit voor RKC Waalwijk. Was het niet frustrerend om bij een ploeg te spelen die laatste is geëindigd met de slechtste verdediging van de Eredivisie?
Hannes Delcroix: ‘Dat was het eerlijk gezegd wel. Voor de aftrap zeiden we tegen elkaar: we willen de nul houden. Maar het werkte gewoon niet. Op mentaal vlak ben ik er wel sterker uitgekomen; ik moest leren omgaan met de degradatiestrijd en de opeenvolging van slechte resultaten. Hoewel de ploeg onderin niet wegraakte, ben ik blijven presteren. En daarom heb ik ondanks die laatste plaats met RKC aanbiedingen gekregen van enkele subtoppers in Nederland.’
Maar je koos er bewust voor om naar Anderlecht terug te keren. Hoe heb je het begin van het seizoen beleefd toen je niet speelde?
Delcroix: ‘Ik zal niet zeggen dat ik er gelukkig van werd. Ik heb zelfs overwogen om weer naar Nederland te gaan. Maar na de oefenwedstrijden afgelopen zomer wilden Peter Verbeke en Vincent niet dat ik vertrok. Ik wilde maar een ding: een kans krijgen. Toen het zo ver was, heb ik mijn kans gegrepen. En vandaag kan ik zeggen dat ik geen spijt heb dat ik teruggekomen ben. Ik sta waar ik altijd al heb willen staan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier