Ex-speler Paul Beloy over racisme in het voetbal: ‘Dit gebeurt ook bij acht- of negenjarigen’

Paul Beloy gaat de strijd aan tegen racisme in het voetbal én in de samenleving. © Belga

Vorige week werd Romelu Lukaku in Italië racistisch belaagd door supporters van Juventus. Deze week haalde de Belgische spits Dante Vanzeir de voorpagina’s omdat hij een tegenstander het n-woord zou hebben toegeroepen. Paul Beloy buigt zich over de wortels van het racismeprobleem.

Paul Beloy, ex-voetballer bij onder meer Mechelen, Beerschot en Lierse, strijdt al jaren tegen racisme in het voetbal en in de samenleving. Samen met journalist Frank Van Laeken schreef Beloy al twee boeken over de aanpak van racisme. Het eerste boek, ‘Vuile zwarte’, spitst zich toe op het racisme in het Belgische voetbal. Het tweede boek, ‘We have a dream! Racisme vroeger en nu’, gaat over de bredere maatschappelijke problematiek rond racisme. Wij gingen met Beloy in gesprek naar aanleiding van de recente gebeurtenissen op het hoogste voetbalniveau.

U zet zich actief in tegen racisme. Wat denkt u van de recente gebeurtenissen?

Paul Beloy: We mogen ‘blij’ zijn dat dit met Lukaku gebeurt, want nu komt het tenminste onder de aandacht. Als dat met Pablo of Mustafa van om de hoek gebeurt, komt er geen reactie, maar bij Lukaku – die een enorme machinerie achter zich heeft – valt het niet te negeren. We spreken nu terecht over Lukaku, maar dit gebeurt ook bij jongetjes van acht of negen jaar. Zij worden net zoals Lukaku toegeroepen tijdens wedstrijden. Het is gewoon mensonterend om met dieren te worden vergeleken.

Waar denkt u dat het probleem zich voornamelijk bevindt? 

Beloy: Het is vooral een maatschappelijk probleem. Hoe moeten mijn dochters en mijn zoon bijvoorbeeld hun kinderen grootbrengen, als ze altijd ‘vuile zwarte’ worden genoemd of ‘oe-oe-oe’ worden toegeroepen? Doen jongens met kleur het goed bij de nationale ploeg, dan wordt dat in de bloemetjes gezet, maar al de rest komt amper aan bod. Meer dan de helft van de spelers bij de Rode Duivels zijn jongens met kleur en dat is fantastisch. De nationale ploeg is een échte weerspiegeling van onze maatschappij.

Wat zijn volgens u goede oplossingen? 

Beloy: Problemen moet je aanpakken. Het bestuur durft geen strenge maatregelen te nemen, want dan ‘treft’ het de club. Maar als zij niet mee willen, dan is dat hun probleem. De oplossing is eenvoudig: haal dat publiek uit de stadions. Ze weten precies wie wat roept. Stop met hen te verdedigen als ‘supporters’, want dat zijn geen supporters. Het zijn kwaadwillige mensen die amok maken. Wees gewoon zo moedig om ze eruit te halen. 

In Engeland staan ze een stuk verder. Daar kunnen ze die ‘supporters’ er zo uithalen, door de nodige infrastructuur. Hier krijgen we te horen dat het te veel kost, maar ze kunnen wel voor miljoenen euro’s aan transfers doen of veldverwarming verplichten én plaatsen. Geld kan en mag geen probleem zijn.

In uw boek ‘Vuile zwarte’ halen jullie halen jullie ook nog andere concrete oplossingen aan om het maatschappelijke probleem aan te pakken.

Beloy: Frank Van Laeken en ik hebben geprobeerd om een paar zaken naar voren te brengen en een ander systeem te ontwikkelen. Een voorbeeld in België: jeugdwerking. Het is niet normaal dat kinderen van acht jaar tegen elkaar moeten spelen in plaats van mét elkaar. Mijn kleinzoon bijvoorbeeld speelt basketbal in het zeventiende arrondissement in Parijs. Daar is er geen competitie bij het basketbal tot het vijfde leerjaar.

Onder de tien jaar zouden ze allemaal mét elkaar moeten spelen, zo gaan ook de mama’s en de papa’s naast het veld wat toleranter worden. Die ene zal niet meer roepen ‘vuile zwarte’, want het wedstrijdje nadien moet zijn of haar kind met die zwarte spelen. Op zo’n manier kan het bestaande ‘kaartenhuisje’ in elkaar storten en zouden we al een veel aangenamere maatschappij kunnen creëren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content