Deniz Undav (Union): ‘Ik geloof soms niet dat ik in eerste klasse speel’
In België had nog nooit iemand van Deniz Undav (25) gehoord toen hij vorig jaar bij Union arriveerde. Vandaag is de Duitser één van de smaakmakers in 1A. Dat verdient een kennismaking.
De map met artikelen over Deniz Undav, de succesvolle 25-jarige spits van Union, is niet eens flinterdun, ze is zelfs onbestaande. Ook op internet valt nauwelijks wat over hem te lezen, ook wanneer je in het Duits gaat zoeken.
Kortom: wie iets te weten wil komen over één van de revelaties in de Jupiler Pro League moet het hem dus zelf gaan vragen en daarvoor bij voorkeur naar Lier rijden. Daar traint hij namelijk niet alleen dagelijks met Union, hij woont er ook.
Zeg eens eerlijk: wanneer heb je voor het eerst van Union gehoord?
Deniz Undav: ‘Toen mijn manager me tipte dat ze interesse in me hadden. Dat was in mijn eerste jaar bij SV Meppen ( waar hij twee jaar voetbalde, nvdr). Ik had nog nooit van de club gehoord. Ik ben me toen iets beter gaan informeren, leerde dat het een traditieclub was die in tweede klasse speelde. Toen ze een jaar later nog geïnteresseerd waren, heb ik toegezegd. Ik was op dat moment einde contract. Er was ook in Duitsland zelf interesse van een paar tweedeklassers, maar door covid hadden sommigen nog geen zicht op hun budget en wilden ze daarom wat langer wachten, maar dat wou ik niet. Ik wilde zo snel mogelijk de knoop doorhakken. Ik dacht: als een club je zo graag wil, twee jaar naeen, ga je daarmee praten. Eerst vond ik het raar, dat systeem in 1B, een competitie met maar acht clubs. In de Duitse derde klasse zijn het er twintig. Maar toen ze uitlegden dat ze absoluut wilden promoveren en dat ze mij daarvoor nodig hadden, heb ik toegezegd.’
Wat was je eerste indruk?
Undav: ‘Ik kwam eerst hier, in het trainingscentrum in Lier. Zoiets had ik nog niet meegemaakt. Ik bedoel: bij Meppen hadden we niet eens een fitnesscentrum en aten we ook niet samen door de week. Dat was een aangename verrassing. Toen we naar het stadion reden, had ik niet de indruk dat we naar een stadion reden. We zaten midden in een woonwijk, en plots sta je binnen in een oud gezellig stadion. Mij maakt het niet uit hoe groot dat is, als het maar gezellig vol zit. Veel publiek geeft mij energie.’
Je eerste maanden moeten niet makkelijk geweest zijn. Je belandde in je eentje in een land en een stad die je niet kende, in volle covidperiode dan nog.
Undav: ‘Dat was heel zwaar. Ik zat op hotel in Lier, kende hier niemand. Mijn vrouw was thuis achtergebleven. Op de club viel het nog mee, maar daarbuiten zat ik de helft van de tijd aan de telefoon met mijn vrouw en mijn ouders. Ik had geen vrienden, je kwam niemand tegen op straat. Je mocht niet eens in het restaurant eten. Pas toen mijn vrouw hier vanaf 10 december kwam wonen, ging het beter.’
Rond mijn zeventiende wilde ik helemaal stoppen met voetballen.’
Deniz Undav
Word je op straat al aangeklampt? Weten de mensen dat één van de revelaties in eerste klasse bij hen in de buurt woont?
Undav: ( lacht) ‘Nee hoor, helemaal niet. Een paar naaste buren weten dat ik een voetballer ben, maar veel verder gaat het niet. We kunnen ongestoord in de stad rondlopen’
Had je ooit van Lier gehoord?
Undav: ‘Nee, maar het is er fijn wonen, heel rustig, de mensen zijn aardig. Maar Union leeft hier niet zo.’
Het zijn allemaal supporters van Lierse, die met weemoed terugdenken aan de tijd dat hun club ooit in de Champions League heeft gespeeld.
Undav: ‘Lierse? In de Champions League? Is dat echt waar? Wauw, dat wist ik niet.’
Geen vakantie
De eerste maanden na je komst in België liep het ook op het veld niet makkelijk.
Undav: ‘De Duitse competitie, die redelijk laat herbegonnen was, liep nog toen in België de voorbereiding op het nieuwe seizoen al bezig was. Daarom vroeg ik bij Meppen om de laatste twee competitiewedstrijden niet meer te moeten spelen. Zonder onderbreking maakte ik hier vijf, zes voorbereidingswedstrijden in drie weken mee. Ik belandde in een team dat al een paar weken aan het trainen was. Ik had dus helemaal geen vakantie, was moe, en kwam amper vooruit. Wat me ook stoorde, was dat ik niet scoorde. Als ik van het veld stap zonder dat ik gescoord heb, heb ik geen goed gevoel. Zo gaat dat met een spits. Je wordt gekocht om doelpunten te maken, en als dat niet lukt, ga je daarover nadenken. Dat is niet goed. Want je gaat pas echt goed voetballen als je over niets nadenkt.
‘De trainer zag dat, heeft me na vier wedstrijden op de bank gezet en gezegd: maak nu maar even je kop vrij. Vanaf toen liep het beter, viel er een druk van me af. Daardoor kon ik de hoge verwachtingen die ik op mezelf had gelegd, even vergeten. Vanaf dan ben ik me vooral gaan toeleggen op het schaven aan mezelf. Pas toen ik vervolgens tegen KSK Heist en tegen Club NXT scoorde, viel ineens alle druk van me af. De trainer toonde me die beelden, hoe ik gescoord had. Dat zorgde voor een déclic. Vanaf toen was ik vertrokken en voetbalde ik met vertrouwen, een stuk rustiger ook. Zonder zelfvertrouwen lukt niets.’
In je allereerste wedstrijden met Union, toen je net aangekomen was, stond je ook wat te zwaar.
Undav: ‘Zeg maar: ik was een beetje te dik, ik moest dringend afvallen. In die tijd leefde ik op fastfood. Ik was niet fit en had nooit geleerd op mijn eten te letten. Ook niet bij SV Meppen. Daar aten we niet eens samen. Je ging na de training gewoon de stad in, iets afhalen. Een voedingsdeskundige, dat had ik nog nooit meegemaakt. Omdat ik me hier niet goed in mijn vel voelde, ben ik zelf aan mijn lichaam beginnen werken, en daarbij kreeg ik de hulp van de diëtiste. Het verschil zie je nu.
‘Wat ook hielp, was mijn drive om het in eerste klasse te maken. Op een dag nam de trainer me apart en zei: ‘Als je je op deze manier goed in je vel voelt, mag je zo blijven, maar je moet weten dat het er in eerste klasse heel anders aan toe gaat. Er wordt sneller en scherper gespeeld. Als je in tweede op deze manier negentig minuten volhoudt, is dat in eerste misschien maar een uur meer.’
‘Dat risico wilde ik niet lopen. Want ik had er zo naar uitgekeken om ooit in eerste klasse te kunnen voetballen. Die kans wilde ik niet vergooien. Dus werkte ik keihard, en nam me voor om bij het begin van de voorbereiding op dit seizoen topfit te zijn, nadat ik vorig jaar de voorbereiding niet goed heb doorgemaakt. Ik weet heel goed wat mijn kwaliteiten en mijn gebreken zijn.’
Bij Werder Bremen wilde de trainer van de U15 alleen grote jongens in de spits. Dus werd ik weggestuurd, ook al kon ik het niveau aan.’
Deniz Undav
En dat zijn?
Undav: ‘Een van mijn gebreken is dat ik te veel zeur tegen de scheidsrechters. Een ander dat ik een nog betere afwerker zou kunnen zijn, meer doelkansen moet benutten. Een kwaliteit is dat ik een meespelende spits ben, geen egoïst die voorin alleen oog heeft voor zichzelf. In de duels blijf ik ook overeind. Mijn ouders en mijn oom, die me begeleiden, vinden ook dat ik scherper ben, meer loopvermogen heb en die ene seconde sneller reageer in een wedstrijd.’
Werder Bremen
Je hebt een deel van je voetbalopleiding bij een Duitse traditieclub gehad, bij Werder Bremen. Waarom heb je het daar niet gemaakt?
Undav: ‘Omdat ik niet groot genoeg was ( Undav is 1,78 meter, nvdr). Bij de U15 wilde de trainer grote jongens in de spits. Hoewel ik het gevoel had dat ik het niveau aankon, vond men me te klein en moest ik weg. Dat was een klap, want toen Werder me een paar jaar voorheen bij mijn oude club TSV Achim weghaalde, ging ik dromen van eerste klasse. Bremen ligt maar een kwartier van Achim, waar ik vanaf mijn derde woonde.
‘Rond mijn zeventiende wilde ik zelfs helemaal stoppen met voetballen. Ik had altijd al doelpunten gemaakt, maar ik had het gevoel dat niemand me opmerkte, dat geen enkele club me wilde. Dat heb je op een bepaald moment wel nodig in het voetbal, voelen dat iemand in je gelooft. Toen overtuigden mijn vader en mijn oom me om door te zetten. Mijn vader zei: ‘Concentreer je alleen op je school en op het voetbal, wij zullen ervoor zorgen dat je een club hebt.’
‘Toen de trainer die me een paar jaar eerder naar Werder had gebracht hoorde dat ik daar weggestuurd was, kon ik bij hem terecht, bij de jeugd van een kleinere club, SC Weyhe. Vandaar ging het naar TSV Havelse. Daar schoof de trainer van de U19, Stefan Gehrke, op een bepaald moment door naar het eerste elftal, dat toen in de Regionalliga Nord ( vierde klasse, nvdr) uitkwam. Hij kende mijn kwaliteiten van bij de jeugd en gaf me volop vertrouwen in het eerste elftal. Zonder hem had ik nooit bij Union gezeten. Schrijf zijn naam maar op: Stefan Gehrke. Hij verdient dat, hij was een belangrijk man in mijn carrière. Elke speler heeft zo iemand nodig die hem op het juiste moment dat duwtje in de rug en dat vertrouwen geeft.’
Van daar ging het naar Eintracht Braunschweig, een traditieclub die ooit Duits kampioen werd.
Undav: ‘Braunschweig speelde toen in tweede klasse, maar wilde dat ik eerst in het tweede team, dat in vierde klasse uitkwam, bewees dat ik het niveau voor tweede zou aankunnen. Dat ging goed, ik voelde dat ik dat niveau makkelijk aankon, dat ik nog marge had. Ik mocht op het einde van het seizoen ook meetrainen met de A-kern, maar toen de club degradeerde naar derde, ben ik naar Meppen gegaan, een andere derdeklasser. Ook daar voelde ik: eigenlijk kan ik hoger mee. Zeker in mijn tweede seizoen. Toen was er ook interesse uit de Duitse tweede klasse, maar dan kwam corona.’
Wat moeten we ons voorstellen bij voetballen bij Meppen en in derde klasse in Duitsland?
Undav: ‘Meppen was een familieclub, heel gezellig, rustig maar niet zo goed gestructureerd als Union. We hadden een stadion met 15.000 plaatsen, elke match zaten er tussen 9000 en 12.000 supporters, maar je had in die reeks veel traditieclubs die wat weggezakt waren maar nog altijd veel volk lokten. Op Kaiserslautern zat er 18.000 man, en bij 1860 München, MSV Duisburg en Mannheim zat het vol. Ik heb toen ook tegen het Uerdingen van Eupentrainer Stefan Krämer gespeeld. Geen moment aan gedacht dat we een paar jaar later opnieuw tegenover elkaar zouden staan, maar dan in de Belgische eerste klasse. Ik vond dat fijn, voor die volle stadions spelen. Liever een vol stadion waar iedereen me uitfluit dan geen beleving.’
Een spits wordt gekocht om doelpunten te maken, en als dat niet lukt, ga je daarover nadenken. Dat is niet goed. Want je gaat pas echt goed voetballen als je over niets nadenkt.’
Deniz Undav
Hobby
Hoe anders voetballen is het in de Belgische eerste en tweede klasse?
Undav: ‘Eigenlijk vind ik voetballen in 1A wel meevallen. Misschien omdat ik intussen ook hard aan mezelf heb gewerkt om scherper en beter te worden. Ik wilde het absoluut op het hoogste niveau maken, dat was mijn droom.
‘De competitie en de duels vond ik harder in tweede dan in eerste klasse. In België moet je als spits niet zo ver terugvallen. In Duitsland speelde ik meer mee in de combinaties, liet me al eens afzakken naar het midden. Hier moet je als spits voorin blijven. Het gaat hier in België veel sneller op en neer, en je hebt meer duels dan in de Duitse derde klasse. In Duitsland kreeg ik, als ik vrij stond, bijna altijd de bal. Alles draaide er in aanvallend opzicht om mij. Dat was hier wel even schrikken. Hier waren meer goeie spelers, ze hadden mij niet altijd nodig. Als ik twintig keer de bal vroeg, kreeg ik hem maar acht keer. Daar ging ik over piekeren. Ik dacht: ze vertrouwen me niet, waarom geven ze me anders die bal niet?’
Heb je dat alleen opgelost?
Undav: ‘De trainer heeft me daar erg bij geholpen. Dit is de beste trainer die ik ooit mee heb gemaakt.’
Natuurlijk.
Undav: ‘Nee, echt. Hij behandelt alle spelers op dezelfde manier, maar anders. Ik bedoel: hij maakt geen verschil, maar snapt dat iedereen anders in mekaar zit en je iedereen anders moet benaderen. Hij praat met je, luistert, is echt geïnteresseerd in zijn spelers. Hij zoekt ook de mens achter de speler. Veel trainers weten niet wie hun spelers echt zijn.
‘Op een dag stapte hij naar mij, toen ik het moeilijk had, en zei me: ‘We hebben je wedstrijden in Duitsland gezien. Wat je daar kon, kan je ook hier. Je voetbalde toen met vertrouwen. Waarom toon je dat hier niet?’ We hebben veel gepraat. Dat helpt. Hij vroeg ook: ‘Waarom lach je zo weinig? Lach eens wat meer. Denk aan de tijd toen voetbal nog niet je job, maar je hobby was. Bedenk dat je van je hobby je beroep hebt gemaakt.”
Duitse nationale ploeg
Als je terugblikt op de afgelopen jaren, wat verrast je dan het meest?
Undav: ‘Dat ik nu toch in eerste klasse voetbal. Dat kan ik soms nog niet geloven, dat ik hier sta. Dit was altijd mijn droom ( wijst rond). Hier in zo’n trainingscentrum, zo goed omringd, kon ik beter worden, heb je als speler alles binnen bereik. In Meppen hadden we dat allemaal niet.’
Wat is jouw doel voor dit seizoen, wanneer zal je tevreden zijn?
Undav: ‘Als ik de veertien doelpunten heb gemaakt die ik me voor dit seizoen voorgenomen had.’
Waarom wilde je er veertien maken, en niet dertien of vijftien?
Undav: ( lacht) ‘Omdat ik dacht dat we dit seizoen 28 wedstrijden zouden spelen, en ik een gemiddelde van één doelpunt per twee wedstrijden een goed gemiddelde vind. Pas later merkte ik dat er in 1A geen 28, maar 34 wedstrijden geprogrammeerd zijn.’
Oei, een rekenfout.
Undav: ‘Ja. Vorig jaar zette ik 15 goals voorop. Ook een rekenfout, omdat ik dacht dat er 30 wedstrijden waren, terwijl het er in werkelijkheid 28 waren. Ik heb dat nodig, zo’n concreet doel stellen, wetende dat, als ik dat bereikt heb, het alleen nog beter kan worden.’
Vinden jouw prestaties al weerklank in Duitsland?
Undav: ‘Nee, nog niemand heeft me opgebeld.’
Oei. Een selectie voor Die Mannschaft zit er dus nog niet in.
Undav: ‘Nee, nog niet meteen. Het is wel iets waar ik nog altijd stiekem van droom. Ik weet dat het zeer onwaarschijnlijk is, maar een voetballer heeft een droom nodig, en dat is toch nog een heel klein beetje de mijne.’
D&D
Je wordt vaak in één adem genoemd met je spitsbroeder Dante Vanzeir. Hoe belangrijk is hij in jouw succes?
Undav: ‘We vullen elkaar perfect aan. Wat hij heeft, heb ik niet, en omgekeerd. Na een wedstrijd of vijf zijn we vorig seizoen samen in de spits beland en na wedstrijd twaalf of dertien waren we perfect op elkaar ingespeeld. Dat gebeurt op gevoel. Als hij ziet dat ik de bal ga krijgen, loopt Dante al naar voor, waarna ik blind de bal speel, omdat ik weet: hij is al weg.’
Sommige analisten zeggen: Union heeft Undav nodig, maar Undav heeft ook Union nodig. Ze vragen zich af of je dit ook kan brengen in een ploeg waar je met minder complementaire spelers rond jou op het veld staat.
Undav: ‘Een speler heeft altijd een ploeg nodig om zich te tonen. Bij Union kennen we mekaar intussen door en door. Dat helpt om goed te presteren, omdat je zo zelfvertrouwen krijgt.’
Ben je al verdedigers tegengekomen in 1A van wie je achteraf dacht: die was beter?
Undav: ‘Verdedigers die me in de problemen brachten ontmoette ik nog niet. Genk vond ik de beste ploeg waar ik hier al tegen speelde. Van Club Brugge had ik de indruk dat ze ons nog wat onderschatten. Op Anderlecht hadden we het in het begin moeilijk, maar daar maakten we op het juiste moment de eerste goal.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier