De wereldreis van voetbalnomade Tom Saintfiet: ‘Eto’o twijfelde te lang en dus koos ik voor de Filipijnen’
‘Het is nooit echt mijn intentie geweest om wereldreiziger te zijn’, zegt voetbaltrainer Tom Saintfiet, die net verkaste naar Manila.
In 2022 schopte Tom Saintfiet het met Gambia tot de kwartfinales op de Afrika Cup. Een unieke prestatie voor het team dat 172e op de FIFA wereldranglijst stond bij zijn aanstelling in 2018. In januari van dit jaar was de overstap naar Kameroen naar eigen zeggen helemaal rond, maar toch tekende Saintfiet een contract bij de Filipijnen: 139e op de ranking en niet bepaald een voetbalgekke natie.
‘Maar het stempel van globetrotter vind ik ongenuanceerd’, zegt de Belgische coach vanuit Manilla, de hoofdstad van de Filipijnen.
Is het voor u een doel om in uw professionele carrière zo veel mogelijk landen aan te doen?
Tom Saintfiet: De perceptie rond mij is dat ik een soort wereldreiziger ben, maar dat is nooit echt mijn intentie geweest. Mijn ambitie was altijd om in het profvoetbal terecht te komen. Toen ik op mijn 22e in vierde afdeling voetbalde, ben ik naar de Faeröer getrokken in de hoop die droom nieuw leven in te blazen. Uiteindelijk merkte ik dat ik als speler tekortschoot voor het profvoetbal en op mijn 23e ben ik dan begonnen als trainer bij Zammel in derde provinciale.
‘Ik ben begonnen als trainer bij Zammel in derde provinciale.’
Ik heb altijd wel de ambitie gehad om bondscoach te worden en naar een WK te gaan, maar tegelijk bleef ik ook realistisch. Ik wist dat ik niet meteen de Rode Duivels zou leiden. Toen ik 28 was en voelde dat profclubs me nog steeds te jong vonden om een kans te geven, besloot ik buiten de Belgische landsgrenzen te kijken.
Sinds 2008 bent u vooral in Afrika actief geweest als coach. Hoe hebt u het Afrikaanse voetbal zien evolueren?
Saintfiet: Dat heeft door de mondialisering van het voetbal grote vooruitgang geboekt. Europese clubs zoeken meer dan ooit naar talentvolle jongeren. Twintig jaar geleden speelde niemand van de nationale ploeg van Luxemburg in het buitenland. Nu speelt de hele ploeg bij profclubs in België, Nederland, Duitsland en daarbuiten. Hetzelfde zie je uiteraard in Afrika.
Landenteams zoals Kameroen, Ivoorkust of Nigeria zijn in Europa al langer gewaardeerd, maar nu zie je zelfs de kleinere voetballanden volgepakt zitten met profs die in Europa spelen. Tot januari was ik bondscoach van Gambia: daar had ik 150 profspelers tot mijn beschikking die in Europa speelden, bij teams uit de Italiaanse Serie A, bij Feyenoord, Racing Genk.
‘Bijna het hele elftal van de Comoren werd opgeleid door Franse profclubs.’
Bepaalde landen kunnen bovendien een beroep doen op hun diaspora. Bijna het hele elftal van de Comoren werd opgeleid door Franse profclubs.
Alleen in de welvarende Afrikaanse landen, zoals Namibië, waar de mensen een levensstandaard hebben die vergelijkbaar is met die van België, zie je dat er niet echt een voetbalcultuur heerst. Het grootste deel van de mensen heeft voetbal niet nodig om een beter leven te creëren. In Zuid-Afrika verdien je als voetballer meer dan dat je bij Kortrijk, Westerlo, Eupen of Charleroi zou verdienen.
Door Europese investeerders komen er ook meer voetbalacademies. Zo heeft voormalig Anderlechtscout Albert Martens een topacademie in Gambia. En de infrastructuur in zuidelijk Afrika en Noord-Afrika is vergelijkbaar met die van de grote landen in Europa.
De Afrika Cup vindt, in tegenstelling tot het Europees Kampioenschap of de Copa América, om de twee jaar plaats. Vindt u dat goed voor Afrika?
Saintfiet: Zowel politiek als sportief betekent voetbal meer in Afrika dan in Europa. Het plezier dat mensen daaraan hebben, de liefde voor Afrika en hun nationaal elftal is onevenaarbaar.
Het feit dat het om de twee jaar plaatsvindt, zorgt ervoor dat ook spelers van landen als Sierra-Leone of Tanzania zich in de kijker kunnen spelen op een podium waar westerse scouts aanwezig zijn. Alleen is het zo dat de Europese clubs die vele wedstrijden minder graag zien.
Ik vind persoonlijk dat zij daar geen zeg in mogen hebben en eerst naar zichzelf moeten kijken. Zij zwichten voor het commercialisme en de geldzucht van de UEFA en de FIFA, waardoor het Champions League-format nog zwaarder wordt en er een Nations League wordt toegevoegd aan de kalender enzovoort.
Als bondscoach van Togo had u Emmanuel Adebayor, ex-speler van Arsenal, Tottenham, Man City en Real Madrid onder uw hoede. Hoe was het om te werken met zo’n enorm talentrijke maar ook balorige speler?
Saintfiet: Werken met Adebayor was een heel goede leerschool voor mij. Hij is inderdaad de beste speler met wie ik gewerkt heb. Een geweldige voetballer. Ik heb nog altijd goed contact met hem. Maar het was niet altijd makkelijk om met hem te werken, want hij had in Togo een hogere status dan de president. Hij had een eigen camerateam en vijf mannen die zijn koffers droegen. Hij hoefde maar één telefoontje te doen om het vliegtuig van de president ter beschikking te krijgen.
‘Het was niet altijd makkelijk om met Adebayor te werken. Hij had in Togo een hogere status dan de president.’
Het leidde soms tot gekke situaties, Zo had ik ooit een trainingskamp op poten gezet, maar Adebayor was niet op de afspraak. Pas twee dagen later kwam hij aan op een motorfiets, 40 minuten na het begin van de training. Hij trainde mee, maar de volgende trainingen was hij weer afwezig. Ik besloot om hem niet in de selectie op te nemen voor de eerstvolgende wedstrijd tegen Ghana. Iedere speler verdient een gelijkwaardige behandeling. De dag nadien was Adebayor de eerste bij het ontbijt en de eerste in de bus om te gaan trainen. Sindsdien hebben we eigenlijk heel goed samengewerkt.
In 2016 werd u bondscoach van Bangladesh, een land dat op dat moment door de terreurbeweging IS erg onstabiel was. Hoe hebt u die periode ervaren?
Saintfiet: Ik kwam in Bangladesh terecht door een gemeenschappelijke vriend van mij en de bondsvoorzitter. Omdat ze al een aantal maanden geen wedstrijden konden spelen, wilden ze natuurlijk niemand langdurig vastleggen. Ik tekende voor drie maanden. Twee dagen later viel de IS een restaurant binnen en vermoordde er 24 Europeanen en Amerikanen. Dat was op drie kilometer van het hotel waar ik zou verblijven.
In die periode verliet ik alleen mijn hotel om naar het stadion of het trainingscomplex te gaan. In de receptiehal stonden twintig mensen met machinegeweren en op iedere verdieping stonden er nog eens twee gewapende bewakers. De eerste dag dat ik in het hotel aankwam, zette ik mijn bagage weg en ging meteen kijken wat de mogelijke vluchtroutes waren.
Als die aanslag eerder was gebeurd, zou ik wel twee keer hebben nagedacht om naar Bangladesh te gaan. Uiteindelijk hield ik het er na drie maanden voor bekeken omdat ik er sportief mijn ei niet kwijt kon. Het is te weinig een voetballand.
‘20 van de 25 spelers die ik selecteerde voor deze interlandperiode zijn buiten de Filipijnen geboren.’
Nadat u had besloten om uw contract bij Gambia niet te verlengen, koos u uiteindelijk voor de Filipijnen en niet voor Kameroen. Waarom?
Saintfiet: Ik heb een gesprek gehad met de Kameroense bondsvoorzitter Samuel Eto’o, maar omdat het lang duurde voordat ik bevestiging kreeg, koos ik voor de Filipijnen. Ze boden een salaris dat de top vijf in België biedt én ik kon fulltime in België wonen. Het interessante aan het project is het grote budget. Ik heb een volledige technische staf, twee physical coaches, twee Belgische topkinesisten die meereizen, twee video-analisten en het analysesysteem dat de topteams gebruiken.
De Filipijnen hebben geen grote voetbalnamen, maar wat het leuk maakt, is dat er over de hele wereld spelers zijn die door hun Filipijnse roots in aanmerking komen om voor het nationale elftal te spelen. 20 van de 25 spelers die ik selecteerde voor deze interlandperiode zijn buiten de Filipijnen geboren. Daarbij zitten twee in Noorwegen en drie in Amerika geboren Filipino’s die ik heb kunnen overtuigen om voor de Filipijnen te komen spelen. En er zullen er nog volgen. Jammer genoeg zijn er ook bepaalde talentvolle spelers die wegens de lange vliegreizen de uitnodiging afslaan.
Leeft het voetbal op de Filipijnse eilanden en in Zuidoost-Azië?
Saintfiet: Op de Filipijnen is voetbal niet zo groot. Het land werd vroeger door de Verenigde Staten bevrijd van de Spaanse kolonisten en je merkt hier de invloed van Amerika. Basketbal is hier sport nummer één. De NBA en zelfs Amerikaans universiteitsbasketbal leven hier meer dan voetbal.
Maar in Zuidoost-Azië is voetbal wel erg groot. Komende dinsdag spelen we tegen Indonesië voor 77.000 uitzinnige Indonesiërs. In maart speelden we in en tegen Irak voor 64.000 mensen. We hopen het enthousiasme voor voetbal te doen aanwakkeren door goede resultaten neer te zetten.
U hebt een dochtertje van acht jaar. Heeft zij invloed op uw toekomstige professionele keuzes?
Saintfiet: Een van de redenen waarom ik voor de Filipijnen koos, is dat ik maar drie maanden per jaar weg ben van mijn gezin in België. Ik spreek mijn dochter dan drie à vier keer per dag. Over zes dagen ben ik gewoon weer in België. Dan pik ik haar van school op om vier uur en doen we leuke dingen samen. Maar als een topland als Senegal of Kameroen een concreet voorstel zou doen, verhuizen we. Mijn vrouw komt zelf uit een diplomatieke familie en heeft in haar jeugd in Amerika, Kenia en Ethiopië gewoond. Zij mist het leven als expat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier