De vijf lessen van het Belgische voetbalweekend: een zware erfenis voor Scott Parker

Club Brugge zakte onder nieuwe coach Scott Parker steeds verder weg. © Belga
Guillaume Gautier

Elke week blikken we aan de hand van vijf lessen terug op het Belgische voetbalweekend. Deze keer onder meer over de slechte start van Scott Parker bij Club Brugge en de leemte van Paul Onuachu bij KRC Genk.

Een zware erfenis voor Scott Parker

Trainers zeggen graag dat ze een basis leggen. Een handig cliché waarmee ze tijd kunnen winnen en dat pas te verifiëren valt wanneer er een opvolger komt. Nu Scott Parker wanhopig op zoek is naar defensief evenwicht en aanvallende inspiratie, moet hij zich misschien ook eens afvragen welke erfenis zijn voorgangers hem hebben nagelaten.

Na Philippe Clement, wiens collectieve principes al flink aan het afkalven waren, kwam Alfred Schreuder, die wel een strikter positiespel probeerde te installeren, maar die werd doorgestuurd na het behalen van Clubs derde titel op rij. Carl Hoefkens, als assistent tijdens de play-offs al druk mee coachend, bracht Brugge weinig collectieve ideeën bij en zijn spelers leken hem te beschouwen als een tweederangsfiguur.

Parker is dus al de vierde coach in iets meer dan een jaar tijd en heeft het moeilijk om de collectieve identiteit van blauw-zwart weer op te bouwen. Club betaalt de prijs voor zijn trainerskeuzes en lijkt blind te varen in de hoop de haven van de top vier te bereiken. Maar de eerste drie plaatsen lijken weg en voor de vierde plaats is het momenteel nog koffiedik kijken.

Racing Genk na Onuachu

Het is moeilijk om in de schaduw van een reus te leven. Dat hebben al veel aanvallers die naar Genk gehaald werden, moeten vaststellen. Ze zouden er Paul Onuachu opvolgen, maar diens vertrek werd alsmaar uitgesteld. Zo vertrok niet alleen Cyriel Dessers begin dit seizoen, maar ook de jongeren Andras Nemeth en Sekou Diawara, die nochtans rustig in de luwte van de Joas Vaessen Academy hadden mogen groeien, maar uitdoofden vooraleer ze voor de opvolging van Onuachu konden zorgen. En dus moest de competitieleider in januari nog in zeven haasten achter Tolu Arokodare aangaan, die ook door een verbouwereerd Anderlecht gegeerd was.

Hun gestalte en hun cv zijn dan wel vergelijkbaar, de voormalige goalgetter van de Franse Ligue 2 is niet zoals Onuachu in staat om met de rug naar doel te spelen om zo zijn ploeggenoten wat ademruimte te geven. De Gouden Schoen was immers een magneet voor de verdedigers van de tegenstander, zodat er ruimte vrijkwam voor zijn ploegmaats. Ook al was het voetbal van de Limburgers al minder afhankelijk geworden van een targetman, zonder Onuachu lijkt Genk de race naar de titel aan te vatten met de handrem op.

Waar liggen de grenzen van Maxim De Cuyper?

Vanop de penaltystip van Stayen scoorde Maxim De Cuyper zijn zevende van het seizoen. Tel daar nog zijn zes assists bij en zijn statistieken maken van hem een van de meest beslissende flankverdedigers in Europa. Het trekt buitenlandse belangstelling aan en doet vragen rijzen over een toekomst als Rode Duivel. De Bruggeling, die in de Kempen op uitleenbeurt speelt, heeft energie te koop en is altijd naar het vijandelijke doel gericht. Hij is het prototype van de oprukkende back, een positie die in België al lange tijd niet veel talent meer heeft opgeleverd.

Maxim De Cuyper was afgelopen weekend de uitblinker van Westerlo tegen STVV. © Belga

Is hij de missing link van een toekomstige viermansverdediging bij de Rode Duivels? Om dat waar te maken moet hij nog aan het verdedigende aspect van zijn spel werken, zowel qua positiespel bij balverlies als in de beheersing van zijn aanvalsdriften, die niet altijd opportuun zijn wanneer de tegenstander in zijn zone balbezit heeft. De flankverdediger van het Kuipje loopt nog te vaak en te gemakkelijk uit positie, maar wanneer hij wat meer in de achteruitkijkspiegel gaat kijken, zal hij ongetwijfeld zjn sporen verdienen.  

Charleroi verjongt niet meer

Het was een van de grote werkpunten van de Zebra’s sinds de komst van Edward Still. De coach had vastgesteld dat Charleroi onder Karim Belhocine de oudste ploeg in de hoogste afdeling had en begon in de zomerse transferperiode van 2021, met de steun van met Mehdi Bayat, aan een flinke verjongingskuur. Er werden niet alleen nieuwe spelers gehaald, ook enkele jongeren uit de eigen opleiding, zoals Jackson Tchatchoua, Ken Nkuba, Martin Wasinski en Mehdi Boukamir kwamen bij de kern of zelfs in het basiselftal terecht. Maar sinds de terugkeer van Felica Mazzu liggen de kaarten toch weer anders. Voor de verplaatsing naar Oostende bracht de coach van Charleroi negen van zijn oudste tien spelers aan de aftrap. Ryota Morioka was de enige ‘veteraan’ die op de bank moest plaatsnemen.

Toen hij daar de dag voor de wedstrijd een vraag over kreeg op de persconferentie, zei de coach van de Carolo’s dat hij niet over leeftijd had nagedacht toen hij de ploeg had samengesteld voor de wedstrijd ervoor, tegen Seraing. Nkuba, Tchatchoua en Boukamir betaalden het gelag voor de keuzes van de coach, al mocht die laatste al snel invallen door de blessure van Jonas Bager.

Is het een kwestie van kwaliteit of van maturiteit? Of het nu bewust gebeurt of niet, in zijn keuzes lijkt Felice Mazzu bijna automatisch terug te grijpen naar zijn routiniers. Daarmee wordt de frisse wind die door het Pays Noir waaide, alweer in vraag gesteld.

Melegoni: een echte of een valse nummer 9?

Standard kwam als winnaar uit het adembenemende duel in het Dudenpark (2-4), al leek de opstelling van de Rouches eerder gericht op het vermijden van tegengoals. Filippo Melegoni werd in de punt van de aanval opgesteld als een ‘valse 9’ – de middenvelder van opleiding is vaak het elfde wiel aan de Luikse wagen. Nochtans liet de Italiaan zich niet vaak terugzakken om op een afstand van Christian Burgess als extra middenvelder te opereren wanneer zijn ploeg de bal had. Neen, hij bleef voorin. Ook al is hij er niet voor opgeleid, Melegoni speelde zijn rol van echte spits voortreffelijk

Nochtans was er geen hoofdrol voor hem weggelegd in het tactische plan van coach Ronny Deila. Die eer viel vooral Philip Zinckernagel en William Balikwisha te beurt, die tussen de linies speelden. Zo bleven ze beiden uit de klauwen van de Unionverdedigers en brachten ze vuur in het spel van zodra ze richting doel konden trekken.

Omdat Standard tot het beste in staat is wanneer het in de as van het veld voor snelheid kan zorgen, werd de gok van Deila een geniale zet. Als kers op de taart mocht uitgerekend Noah Ohio, die net vanwege zijn snelheid was ingebracht, de Luikse zege gestalte geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content