De tactiek van de Rode Duivels: wat is het plan van Domenico Tedesco?

Rode Duivels-coach Domenico Tedesco. © Getty
Guillaume Gautier

Gedurende een jaar en twaalf wedstrijden heeft Domenico Tedesco aan de nationale ploeg geslepen, met de bedoeling van de ruwe diamant een schitterende briljant te maken. We nemen een kijk in de slijperij.

Domenico Tedesco neemt de nationale ploeg ter hand en bekijkt ze langs alle kanten. Hij taxeert ze nauwgezet, met veel oog voor detail, zoals het een trainer van de toekomst past. Wanneer hij aan de zijkant kijkt, ziet de Italiaanse Duitser daar een paar vleugels. Spectaculair, klaar om gensters te slaan. Je zou zeggen dat ze alleen nog moeten gespreid worden.

De bondscoach zelf vertelde het vorig najaar beter dan iemand anders het zou kunnen. België had net zijn ticket voor het EK veiliggesteld en Tedesco zei: ‘Als je ziet dat de Rode Duivels beschikken over spelers als Jérémy Doky, Dodi Lukebakio, Johan Bakayoko en Yannick Carrasco, dan is het snel duidelijk. We hebben een spelsysteem nodig waarin die vleugelspelers tot hun recht kunnen komen.’

In maart 2023 in het koude Stockholm, waar de Rode Duivels aan hun eerste opdracht na het mislukte WK van Qatar beginnen, begint het nieuwe tijdperk dus met een nieuw strijdplan. Gedaan met de driemansverdediging van Roberto Martínez, die het gebrek aan flankverdedigers van internationaal niveau moest compenseren en die geschikt was om de troeven van Eden Hazard uit te spelen. Het nieuwe systeem is een 4-3-3 bij balbezit, die omschakelt naar een compacte en dynamische 4-4-2 bij balverlies. ‘Dat systeem is eenvoudig en duidelijk voor iedereen’, besluit Tedesco na zijn eerste succes. Hij is zichtbaar tevreden over de reactie van zijn ploeg bij balverlies, wat op het WK in Qatar nog een heikel punt was.

Gedaan met de driemansverdediging van Roberto Martínez. Het nieuwe systeem is een 4-3-3 bij balbezit, die omschakelt naar een 4-4-2 bij balverlies.

Het is vooral een plan op maat van Kevin De Bruyne. Of de regisseur van Manchester City nu op het middenveld speelt (tegen Zweden) of een rij hoger, naast Romelu Lukaku (tegen Duitsland) in een 4-4-2 wanneer de tegenstander de bal heeft, hij wijkt steevast naar rechts uit als de Rode Duivels aan de bal zijn. Timothy Castagne blijft dan braaf in zijn verdedigende positie, terwijl Lukebakio of Bakayoko tegen de zijlijn kleeft en op de rand van het buitenspel speelt. Het zijn vaste posities, waardoor de favoriete zone van King Kev vergroot wordt. Tegen Zweden was hij voorbeeldig, tegen Duitsland ongrijpbaar. Hij lijkt niet alleen de nieuwe aanvoerder van de Rode Duivels te zijn maar ook de speler die het nieuwe systeem het beste uitdraagt. Het probleem is dat de eerste twee wedstrijden met Tedesco als bondscoach meteen ook voor lange tijd de laatste twee van Kevin De Bruyne waren. ‘In de eerste wedstrijd begin maart speelden we in een 4-3-3 met Kevin in de rechtse pocket (de zone tussen het centrum en de flank, nvdr), achter een flankaanvaller die heel veel ruimte voor hem creëert’, blikt Tedesco terug. ‘Door zijn blessure wisten we dat we iets moesten veranderen.’

Buitenlandse media over de Rode Duivels: ‘België, de eeuwige schaduwfavoriet’

Varianten zonder De Bruyne

Het zou dus zoeken en aftasten worden, met een bijkomend nadeel dat de volgende tegenstander er een was die bijzonder weinig ruimte liet. In juni 2023 zakte Oostenrijk, dat stevige pressing speelt, naar Brussel af en ondervonden de Rode Duivels dat ze het lastig hadden om onder die druk vlot te passen. Tedesco probeerde hun taak makkelijker te maken door hen te laten uitverdedigen in een 3+2 (drie verdedigers en twee middenvelders), waarbij Castagne doorschoof naar de positie van verdedigende middenvelder. Zo werden de Oostenrijkers in het centrum vastgehouden en was er ruimte om op de flanken uit te breken. Het probleem was dat Wout Faes en Arthur Theate niet snel genoeg zijn en niet de nauwkeurige pass hebben om de flankaanvallers goed aan te spelen. Zo waren Doku en Lukabakio telkens aangewezen op een individuele flits om een kans te creëren. Ook de uitwedstrijden in Azerbeidzjan en in Oostenrijk verliepen erg moeizaam, al werden er wel punten gepakt, vooral dankzij de buitengewone efficiëntie van Lukaku. De beste goalgetter in de geschiedenis van de Rode Duivels zorgde trouwens niet alleen voor punten, hij verschafte zijn coach ook de nodige tijd om verder te kunnen experimenteren.

Zo koos Tedesco in Wenen voor een 4-2-4 bij balbezit om onder de Oostenrijkse druk uit te voetballen. Loïs Openda speelde naast Lukaku, gewapend met een topsnelheid en de voortdurende drang om in de diepte te lopen. Doku en Lukebakio vervolledigden het aanvallende compartiment van een België dat verticaler speelde dan ooit maar dat tegelijk moeite had om zijn pijlen naar het vijandelijke doel af te schieten. ‘We hebben nog heel veel punten waaraan we moeten werken’, zei de bondscoach na de zege in Wenen waarmee België zich plaatste voor het EK. ‘Een daarvan is hoe we omgaan met pressing.’ Enkele weken later voegde hij daaraan toe: ‘Ze hebben ons helemaal vastgezet.’ Hij erkende dat er een probleem was wanneer zijn verdedigers of verdedigende middenvelders aan de bal waren. ‘Ons spel in balbezit gaat erop vooruit, maar we moeten nog meer lef tonen.’

Om een counterploeg te kunnen zijn, moet je in de eerste plaats een ploeg zijn die goed verdedigt.

Wanneer het bescheiden Azerbeidzjan in de herfst naar Brussel afzakt en België zijn laatste voorrondewedstrijd met 5-0 wint, lijkt het lef wel op het appel. Bij de opbouw in de 3+2 wordt Castagne nu heel hoog op de rechterflank geposteerd, wat voor Bakayoko een uitnodiging is om naar binnen te knijpen. Tel daar de voortdurende positiewissels van Doku en Leandro Trossard tussen de linkse pocket en de linkerflank bij op en de verdedigende zwakte van de tegenstander wordt duidelijk blootgelegd. De Rode Duivels maken hun prestatie helemaal af met hoge pressing. Bovendien lijken ze de overgang van een 4-2-3-1 bij balverlies en de 3-2-4-1 in balbezit goed te verteren. Dat is de vernieuwde versie van het traditionele spelsysteem van de nationale ploeg bij afwezigheid van De Bruyne. De opvoering tovert een brede glimlach op het aangezicht van de orkestleider, die de eerste maanden van de ploeg onder zijn hoede in een paar woorden beschrijft: ‘We hebben opnieuw bewezen dat we ons tactisch kunnen aanpassen.’ Later, wanneer de emotie van het moment is weggeëbd en alles eens nuchter onder de loep wordt gehouden in de kantoren van de KBVB in Tubeke, schetst Tedesco zijn beeld van de ideale Belgische ploeg: ‘Ik vond het echt geweldig wat we in de eerste helft tegen Duitsland hebben laten zien. We speelden fantastisch, waren snel en toonden lef. Onze intensiteit in balbezit was echt heel goed.’

‘Een kwartfinale voor de Rode Duivels zit er wel degelijk in’

Verdediging en counter

Wanneer de Belgen eind maart op Wembley hun pas verworven en nog fragiele zekerheden aan een grote test onderwerpen, heeft De Bruyne al wel zijn comeback gemaakt bij Manchester City maar nog niet bij de nationale ploeg. Het elftal dat Tedesco in het mythische stadion in Londen aan de aftrap brengt, heeft veel weg van een typeploeg, toch als we rekening houden met de afwezigheden. De einduitslag (2-2) geeft niet precies weer hoe lastig de Belgen het bij momenten hadden tegen een nochtans ook hertekend Engeland.

België speelde bij balverlies nog altijd in een 4-2-3-1, maar kwam in balbezit nooit echt op dreef. Voor het eerst in acht jaar beëindigden de Rode Duivels een wedstrijd met minder dan 40 procent balbezit. Ze ondergingen vooral de vlotte balcirculatie van de Engelsen. België incasseerde slechts twee goals omdat het met man en macht verdedigde, maar het gaf te veel kansen weg. Vlak voor de verdediging, die een van de zwakke punten blijft, acteerde Amadou Onana meer als een verkenner dan als een schildwacht. Hij liet te veel gaten vallen, waar systematisch een Engelsman in dook. Oké, België deed het prima bij de sporadische counters, opgezet door Youri Tielemans, die daarin veel ervaring heeft opgedaan toen hij bij Leicester in de rug van James Vardy speelde, en afgewerkt door de individuele acties van Doku of de oerkracht van Lukaku. Begrijpelijk dat de internationale media over de Belgische tegenaanval beginnen te spreken in termen van ‘een van de beste ter wereld’. Daarbij gaan ze wel voorbij aan een kapitaal belangrijk feit: om een counterploeg te zijn, moet je in de eerste plaats een ploeg zijn die goed verdedigt.

De Rode Duivels hebben daarin wel progressie geboekt. Het is niet meer de ploeg die onder Roberto Martínez als los zand uiteenviel wanneer de aanvallers hoog druk wilden zetten terwijl de verdedigers achteruit liepen om hun gebrek aan snelheid te maskeren. In balbezit wijzigde het positiespel al eens, maar wanneer de tegenstander de bal had, stelde België zich in heel de EK-voorronde bijna uitsluitend op in een 4-4-2, dus met een viermansachterhoede. Alleen in de tweede helft op verplaatsing bij Oostenrijk werd teruggegrepen naar de oude 3-4-2-1. Voor de rest dus het nieuwe systeem, dat vrij eenvoudig, welomlijnd en efficiënt is, als de middenvelders tenminste niet vergeten om de ruimte vóór die verdediging af te dekken. Na twaalf wedstrijden is dat misschien wel het opvallendste stempel dat Tedesco op de nationale ploeg heeft gedrukt.

De wegen van België

De weg die België inslaat in balbezit hangt dus erg af van de aan- of afwezigheid van Kevin De Bruyne als gids. Zonder hem is de flank geen zijweg maar een autostrade. Want met alle dribbelvaardigheid in de ploeg heeft België vooral daar de gelegenheid om acties te maken die tot kansen leiden. Vooral op links, waar Jérémy Doku bij elke baltoets voor gevaar kan zorgen, zodat Arthur Theate, eigenlijk een centrale verdediger, als linksachter kan opereren. Voor de winger van Manchester City hoeven de anderen geen ruimte te creëren, dat doet hij wel zelf. Uiteraard loop je op die manier het risico om nogal voorspelbaar te worden, maar Domenico Tedesco heeft al meermaals getoond dat hij over het nodige tactische arsenaal beschikt om de tegenstander te verrassen.

Toen de Belgen enkele dagen voor hun match op Wembley de Ieren bekampten, verraste de bondscoach door Amadou Onana centraal in de verdediging te zetten, terwijl specialisten van die positie op de bank zaten. ‘Het is ook onze taak om minder dan drie maanden voor het EK een paar dingen uit te proberen en te zien hoe dat loopt’, aldus Tedesco. ‘Dat is precies wat we in Ierland gedaan hebben. Als je op het EK in een situatie komt dat je niet meer kunt wisselen maar toch een centrale verdediger moet vervangen, dan is het een optie om Amadou een rij naar achteren te schuiven.’

Al die ervaringen leiden niet tot een groots opgezet plan, maar ze helpen Tedesco bij het vullen van zijn pijlenkoker. Hoe meer pijlen hij op zijn boog heeft, hoe beter de Rode Duivels voorbereid zijn op het eindtoernooi. Er wordt aan elk detail gedacht en sommige worden uitgetest in vriendschappelijke wedstrijden. Want de huidige bondscoach is een man met een matchplan, terwijl zijn voorganger het meestal bij een welbepaald spelsysteem hield. En zoals de liefhebbers van Walt Disney weten: om de sheriff van Nottingham te verslaan moest zelfs Robin Hood twee verschillende pijlen naar het doelwit schieten.

Partner Content