De Rouches van morgen: een blik achter de schermen bij de U23 van Standard

© Koen Bauters
Guillaume Gautier

Twee weken lang opende SL16 FC zijn deuren voor Sport/Voetbalmagazine. Een unieke kans om het reilen en zeilen te beleven bij een van de vier belofteteams in de Challenger Pro League.

De lichten worden gedoofd, een stem weerklinkt. Het hypnotiserende geluid van een balletje dat tegen de tafeltennistafel slaat en de darts die hun doel al dan niet raken, maakt in de ontspanningsruimte, waar de ontbijttafel zopas is afgeruimd, plaats voor de videobriefing. Voor de start van de training is het een dagelijks ritueel bij SL16 FC, het U23-team van Standard.

We ontmoeten er Joseph Laumann, een rijzige, Guardiola-achtige figuur wiens accent zijn Duitse afkomst meteen verraadt. Nadat hij de Duitse lagere divisies had afgestruind en vervolgens na de eerste coronagolf het Kanaal was overgestoken om zich bij de trainersstaf van Barnsley te voegen, kwam Laumann in juli vorig jaar aan het hoofd van SL16 FC. Aan zijn zijde zitten zijn rechterhand Kévin Caprasse, die verantwoordelijk is voor de stilstaande fases, keeperstrainer Arnaud Fransquet en videoanalist Xavier Lambert. Die laatste laat nauwgezet de door Laumann gevraagde beelden over het scherm rollen. Fysiektrainer Yves Depluvrez houdt zich ondertussen bezig met de warming-up op het kunstgrasveld honderd meter verderop. Laumann weet zich bij zijn eerste echte job als hoofdcoach bijgestaan door overwegend lokale assistenten.

‘Het idee van de club was om de jonge spelers in een zo professioneel mogelijke omgeving te laten werken’, vertelt Emmanuel Kongolo, sinds deze zomer fulltime teammanager van SL16 FC. Na een professionele carrière in de internationale handel switchte hij voor zijn aanstelling als teammanager tussen de verschillende ploegen van het opleidingscentrum. Manu, zoals iedereen bij de Rouches hem noemt, is ook gespecialiseerd in mentale begeleiding. Hij ondersteunt de jongeren terwijl ze hun eerste stappen zetten in het profvoetbal en fungeert als verbindingsman tussen het belofteteam en de A-kern. Die poort bleef in het verleden te vaak gesloten en moet nu permanent openstaan, vindt Fergal Harkin. Voor de sportief directeur van Standard (ook al nieuw in functie sinds deze zomer), die enkele dagen voor de wedstrijd tussen SL16 FC en Deinze aandachtig de training volgt samen met Réginal Goreux, is het een topprioriteit.

Opwarmen op het kunstgrasveld, met een lenige Nicholas Rizzo op de voorgrond.
Opwarmen op het kunstgrasveld, met een lenige Nicholas Rizzo op de voorgrond.

‘Veel is voor ons nieuw’, vervolgt Kongolo. ‘Daarom kijk ik nu al uit naar volgend seizoen, wanneer we ons niet langer op onbekend terrein zullen bevinden. Je mag niet vergeten dat de wedstrijden van de beloften voordien gespeeld werden op de terreinen van het opleidingscentrum. Een echt collectief doel, een inzet, was er niet. Nu voetballen we op Sclessin, tegen volwassenen die elke week strijden voor kostbare punten en met een staf die zich van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat honderd procent inzet voor het team. Dat is een compleet ander gegeven’, besluit de teammanager, alvorens zich naar het kantoor te begeven dat voorheen de sportief directeur toebehoorde maar dat nu bestemd is voor de stafleden van SL16 FC.

Bruisende kleedkamer

Op de onberispelijke grasmat van het oefenterrein is naast die van Joseph Laumann en zijn assistenten, vaak de stem van Frédéric Duplus te horen. De 30-jarige Fransman is op het veld de ervaren gids voor een kern die dit niveau nog aan het ontdekken is. Een toegestane joker, zeg maar, door de Pro League dit voorjaar haastig in een nieuwe regel gegoten. De voormalige sterkhouder van OHL, die als rechtsback speelt en meestal de aanvoerdersband draagt, is het verlengstuk van de trainer op het veld: ‘De situatie verschilt op dat vlak met wat ik in Duitsland meemaakte’, legt Laumann uit. ‘Daar kun je rekenen op drie ervaren spelers, waarbij je er meestal één per linie inzet. Hier moet je het dus stellen met eentje. Dat maakt Fred des te belangrijker. Hij brengt ervaring en professionaliteit in de kleedkamer.’

Die kleedkamer bruist van de activiteit voor aanvang van de training. Aan de tafel in het midden betwisten enkelen een partijtje tafeltennisvoetbal, anderen laten hun spieren door de handen van de kine gaan vooraleer die verder op te warmen op het trainingsveld. Op het programma: een ‘wedstrijdje’ tegen dummy’s, opgesteld in de gebruikelijke opstelling van Deinze in defensieve organisatie. De basisopstelling voor de wedstrijd van morgen is onmiddellijk duidelijk wanneer elf spelers een hesje krijgen voor de volgende oefening: pressing op de bal en de tegenstander. In de PowerPointbriefing voor het duel tegen Deinze zal dan ook slechts een tiental seconden besteed worden aan de ‘bekendmaking’ van de starting line-up.

Op het veld neemt Laumann wel zijn tijd, met name om te werken aan de positieverplaatsingen van zijn spelers bij balverlies, waarbij hij bij elke baltoets individuele instructies en tips geeft. Bij een laatste oefening scherpt de trainer de competitiviteit in zijn groep aan: een wedstrijdje met doelen dicht bij elkaar zodat er constant gescoord kan worden. Zodra de training en de daaropvolgende maaltijd verteerd zijn, komt een busje de acht kernspelers ophalen die nog op school zitten. Zij worden vanmiddag verwacht in het nabijgelegen Collège Sainte-Véronique.

Hersengymnastiek

De werkdag zit er nog niet op. Aan de vooravond van de wedstrijd tegen Deinze vergadert de sportieve staf in gezelschap van Réginal Goreux, algemeen directeur opleiding, om de spelers individueel te evalueren. De criteria die daarvoor al langer gehanteerd werden, werden nog verder uitgediept en verfijnd op vraag van Fergal Harkin, een bewijs dat de nieuwe eigenaars van Standard veel belang hechten aan de jeugdwerking. De club zorgt voor een structuur waarin de spelers individueel vooruitgang kunnen maken, de coach houdt zich bezig met het collectief. ‘Tijdens hun opleiding was bij mijn spelers alles gericht op individuele progressie’, verduidelijkt Joseph Laumann. ‘Jongens klaarstomen voor de A-kern blijft het voornaamste doel, maar in de Challenger Pro League moeten we ook proberen om wedstrijden te winnen. Geleidelijk aan slagen we erin de mindset bij iedereen te veranderen en de spelers te doen inzien dat het succes van de groep vooropstaat.’

Voor een handvol spelers is het tijd voor de zogenaamde neurotracker. Een uur lang wordt de fitnesszaal omgetoverd tot een futuristische ruimte waarin de spelers om de beurt een 3D-bril opzetten om naar een scherm te kijken waarop acht ballen acht seconden lang met variabele snelheden schudden en botsen. Zittend, staand, balancerend op een Bosu-bal of fietsend moet de speler gedurende acht seconden de vier gemarkeerde ballen volgen en ze nadien opnoemen. Hersengymnastiek georganiseerd en begeleid door Clara Baiwir, sportpsychologe bij SL16 FC en medeoprichtster van Neurogen360, een trainingsmethode gericht op cognitieve stimulatie.

Dagelijkse kost bij SL16FC: videoanalyses.
Dagelijkse kost bij SL16FC: videoanalyses.

‘Drie seizoenen geleden zijn we ermee gestart bij de jongeren van het opleidingscentrum. Na een lange testfase is de methode nu volledig ingeburgerd’, legt Baiwir uit wanneer de laatste speler zijn 3D-bril heeft afgezet. ‘In principe doen ze dit om de dag. We analyseren gedetailleerd de wedstrijdvideo’s en passen de oefeningen aan hun behoeften aan. Soms dekken we één oog af, dan weer laten we de spelers verder van het scherm plaatsnemen of zetten we hen een koptelefoon op met muziek. De bedoeling is om hun hersenen te trainen en de neurale verbindingen te wijzigen, zodat cognitieve inspanningen na verloop van tijd leiden tot onbewuste informatieopname.’

Motivatiespeech

Het is zaterdagmiddag wanneer de spelers bijeenkomen voor de theorie en een maaltijd voorafgaand aan de wedstrijd tegen Deinze, die afgetrapt wordt om 16 uur. In het kantoor van de staf wemelt het van sportief, psychologisch en medisch personeel dat wacht tot het halfdrie is, het door Joseph Laumann bepaalde tijdstip om naar het stadion te vertrekken. De spelers leggen de vijf kilometer naar Sclessin af met de wagen, individueel. ‘Het zijn profs, maar er moet nog een onderscheid zijn met het A-team’, glimlacht Emmanuel Kongolo terwijl hij de deur opent van de kleedkamer, waar de beat van Franse rapmuziek voor sfeer zorgt.

Het is ook uit Franse hoek, vanwege Frédéric Duplus, dat de luidste aanmoediging komt. Om 15.17 uur spoort de aanvoerder zijn teamgenoten aan om het veld op te lopen voor de warming-up. In groep verruilen ze de warmte van de hoofdkleedkamer voor de bijtende wind van de nakende winter. Na een halfuurtje opwarming verzamelt Duplus samen met assistent-coach Kévin Caprasse de spelers in de middencirkel voor een motivatiespeech. Even later krijgen ze er in de kleedkamer nog eentje, van Laumann ditmaal.

Deinze opent de score, maar nog voor de pauze maakt SL16 FC gelijk. Tijdens de rust toont de trainer op het scherm in de kleedkamer vier videoclips om te tonen hoe zijn spelers pressen. Zijn assistenten nemen nadien bepaalde spelers apart om persoonlijke clips te bekijken of om op het magneetbord het positiespel en stilstaande fases te analyseren.

Ook de kine heeft zijn handen vol bij de jonge Rouches.
Ook de kine heeft zijn handen vol bij de jonge Rouches.

Drie kwartier en een nipte nederlaag later komen ook Réginal Goreux en Fergal Harkin naar de kleedkamer om te luisteren naar de conclusie van Laumann: ‘We leverden een goede prestatie, maar we hadden rustiger moeten blijven na hun rode kaart. We speelden te gehaast, terwijl er nog voldoende tijd overbleef. Daarin moeten we nog groeien, volwassener worden.’

Om te groeien gaat er niets boven bewustzijn. Daarom krijgen de spelers bij het begin van de nieuwe werkweek meteen een debriefing, linie per linie. De analyse van de prestatie van Matthieu Epolo tussen de palen gebeurt niet alleen met de betrokkene zelf. Ook de andere drie doelmannen en de sportieve staf luisteren aandachtig naar keeperstrainer Arnaud Fransquet. Ook hier laat de hoofdtrainer ruimte aan zijn assistenten om zich uit te drukken. Fransquet analyseert en becommentarieert grondig elke tussenkomst van Epolo, zowel de reddingen als de momenten waarop hij de bal weer in het spel brengt. Soms wijst hij er gewoon op dat de doelman het goed deed, vaak vraagt hij na de beelden de mening van de aanwezige keepers. ‘Jullie focus ligt altijd op de bal, maar af en toe moet je eens de andere kant opkijken om zo meer informatie in te winnen’, besluit Fransquet enigszins cryptisch zijn debriefing. Meningen uitwisselen en gedetailleerd fases ontleden om zo progressie te maken, dat is de essentie.

Valsspelen

Progressie is ook wat Joseph Laumann van zijn spelers verwacht. De dag voor de wedstrijd tegen Lierse – op de eerste vrijdag van december in een nagenoeg leeg stadion – wordt de traditionele tactische training afgesloten met een wedstrijdje afwerken op doel. ‘We hebben goed getraind’, vertelt de coach. ‘Op het einde probeerde iedereen zelfs vals te spelen om het spelletje toch maar te kunnen winnen. Die gedrevenheid, die extra tien procent, hebben we nodig in de zone van de waarheid.’

De basisopstelling, de sleutels met en zonder bal, de kopkracht van Leonardo Miramar Rocha, het grootste gevaar bij Lierse: alles wordt op tien minuten verteld, waarna Laumann herhaalt: ‘We beschikken over voldoende kwaliteiten om veel kansen te creëren, maar we hebben die extra tien procent nodig om ze ook af te maken. We moeten doelpunten maken en dan zullen we beloond worden met drie punten.’

In de ontspanningsruimte kan tafeltennis gespeeld worden, maar ook de videobriefing vindt er plaats.
In de ontspanningsruimte kan tafeltennis gespeeld worden, maar ook de videobriefing vindt er plaats.

Match day. Om het tactisch plan niet uit het oog te verliezen toont de coach op het scherm in de kleedkamer de principes bij balbezit en bij balverlies. Daarna concentreert iedereen zich op zijn manier. Sommigen dragen een koptelefoon, anderen luisteren naar de muziek die uit de boxen galmt. Enkelen scrollen met hun duimen op hun telefoonscherm en één speler maakt van de laatste rustpauze voor de aftrap zelfs gebruik om zijn tanden te poetsen.

Uiteindelijk verschijnt SL16 FC sterk gewijzigd aan de aftrap, door een blessure maar vooral ook omdat drie sterkhouders met de A-kern op stage vertrokken naar Marbella. Het omgekeerde van het begin van het seizoen, toen Laumann enkele afvallers van de profs moest inpassen, maar met hetzelfde gevolg: werken aan automatismen is moeilijk. De coach maakt er zich geen zorgen over, maar hij ontkent de realiteit niet: ‘We zijn blij voor de drie spelers die mee op trainingsstage mochten vertrekken. Eén speler raakte geblesseerd en dat is jammer voor hem. Maar het is ook een mogelijkheid voor de anderen. Dat is voetbal: de kansen grijpen die je krijgt.’

Hard en hoopvol

Met direct en krachtig voetbal grijpt Lierse de jonge Rouches meteen naar de keel. Laumann roept zijn spelers tijdens de rust op om steviger te zijn in de duels, om hun tanden te tonen. Het verandert weinig of niets aan het resultaat. Het verdict na negentig minuten: 2-4-winst voor de Pallieters. De coach is na afloop hard voor zijn spelers, maar ook hoopvol. ‘Op veel vlakken boekten we al vooruitgang in vergelijking met het begin van het seizoen. Goed voetballen is echter niet genoeg. Duels winnen is het allerbelangrijkste in het voetbal. Met lange ballen spelen is misschien niet mooi, maar af en toe moet je dat durven te doen. Rust allemaal goed uit thuis en kom dan met volle moed weer trainen. We gaan werken, beter worden en ons ware gelaat tonen.’

De stem vervaagt. Het stadion volgt. Op zes dagen tijd heeft SL16 FC twee wedstrijden verloren, maar het heeft veel ervaring opgedaan om de individuele en collectieve toekomst rooskleurig tegemoet te zien. Op het veld kregen de spelers, net als in hun carrière, de kans om dichter bij hun doel te komen. Het enige wat ontbreekt, is de befaamde tien procent die Joseph Laumann vraagt. Zo dichtbij en toch zo ver weg, maar de weg richting beloning start morgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content