De MLS wordt 25: hoe ‘soccer’ ook in Amerika big business werd
Zaterdag begint de Amerikaanse voetbalcompetitie MLS aan zijn 25e jaargang. Bij aanvang van dit jubileumseizoen oogt het rapport van soccer in de VS positief: meer supporters, meer geld, meer teams en meer topspelers. De vraag is echter wanneer de groeisprint eindelijk zijn plafond zal bereiken. Hoe populair is soccer effectief en kan MLS ooit aansluiten bij de vier grote Amerikaanse sporten ?
Op 3 januari liet Major League Soccer trots weten dat de competitie dag op dag 25 jaar oud was. Het jubileum gaat terug op het contract dat Tab Ramos op 3 januari 1995 ondertekende waarmee hij de allereerste MLS-speler ooit werd. De competitie is niet van plan om de verjaardag ongemerkt voorbij te laten gaan en heeft alvast zijn logo en alle clubshirts in een nieuw jasje gestoken.
Commissioner Mark Abbott hamert maar al te graag op de lange weg die soccer heeft afgelegd sinds 1995. Toen was de oprichting van een nationale profcompetitie in eerste instantie een vervelende voorwaarde van de FIFA om het WK ’94 te mogen organiseren. Nadat de North American Soccer League (NASL) in de jaren ’80 aan grootheidswaanzin ten onder was gegaan, zat de VS al elf jaar zonder profvoetbal.
De founding fathers kozen voor een gesloten competitie zonder promotie en degradatie. Stabiliteit zonder financiële excessen was de te volgen koers, weg van de grote salarissen waarmee de NASL Pelé naar Amerika had gelokt. De keuze voor een gesloten systeem en een salarisplafond zoals de NBA moest eigenaars zekerheid bieden dat hun investering niet plots in waarde zou dalen.
Ondanks het succes van het WK’ 94 worstelde de MLS zich door enkele donkere beginjaren. Al snel gingen twee clubs bankroet en bij de 10de verjaardag in 2005 had de competitie zelfs op het nippertje het faillissement vermeden. De twaalf clubs speelden voor halflege tribunes in veel te grote stadions op huurbasis. Investeerders uit Utah betaalden toentertijd een schamele 7,5 miljoen dollar om een team te mogen oprichten. Voetbal was niets meer dan een nichesport.
Big business
Bij de 25ste verjaardag zijn de kaarten echter volledig anders geschud: de vraag is niet meer of de MLS progressie maakt maar wel waar en wanneer de progressie stopt. Met het Inter Miami van David Beckham en Nashville SC verwelkomt de MLS dit jaar zijn 25ste en 26ste club. In 2022 zal de competitie 30 leden tellen, evenveel als de NBA.
Tegenwoordig zijn modale steden zoals Charlotte bereid om 325 miljoen dollar aan toetredingsgeld op tafel te leggen, een duizelingwekkend verschil met de expansion fee uit 2005. Kortom, soccer is ook in de VS toegetreden tot de wereld van de big business. De lokroep naar groter, meer en liefst zo snel mogelijk wordt aangewakkerd door het gemak waarmee de expansieteams zich integreren.
Vooral het succesverhaal in Atlanta fungeert als voorbeeld voor elke nieuwkomer. Atlanta United won de titel in zijn tweede seizoen, speelt zijn thuiswedstrijden voor gemiddeld 50.000 toeschouwers en de economische waarde van de club wordt door Forbes al op een half miljard dollar geschat.
Atlanta mijdt bovendien de zoektocht naar een nieuwe ster op leeftijd zoals David Beckham en zoekt naar jonge talenten om later duur te verkopen. Dankzij deze nieuwkomers bevindt de MLS zich in de wereldwijde voetbaltop-10 qua toeschouwersaantallen. Op eigen continent laat soccer ook indoorcompetities als de NBA en de NHL achter zich.
De plotse populariteit van de MLS kent verschillende oorzaken. Het uiteenlopende succes van het Amerikaanse mannen- en vrouwenelftal op wereldschaal, de voorzichtige financiële aanpak en de komst van David Beckham als eerste superster in 2007 zijn cruciaal.
Bovendien profiteert soccer van de problemen die rond andere sporten hangen. Het american football verliest aan populariteit bij jongeren wegens de onderzoeken naar hersenschade terwijl het honkbal zware klappen kreeg na dopingschandalen.
Keerzijde
Niettemin is er ook een keerzijde van de medaille. Sinds de nieuwe clubs jaarlijks toestromen, raken de franchises in de zogenaamde big markets, veelal onderdeel van de stichtende leden uit 1995, ondergesneeuwd. New England Revolution uit Boston is al jaren sportief op de dool en werkt zijn thuisduels af in een veel te groot NFL-stadion. Chicago Fire is gedegradeerd tot sportieve meeloper en heeft in zijn 22-jarig bestaan nog nooit winst gemaakt. In deze metropolen bokst soccer uiteraard ook tevergeefs op tegen vier à vijf andere sportteams.
Ondernemers mogen dan wel grof geld veil hebben om een club op te richten, de dagdagelijkse financiële prestaties zijn op hun beurt nog bescheiden. Eind 2018 bedroeg het cumulatieve verlies van de teams meer dan 100 miljoen dollar. De 800 miljoen dollar aan cumulatieve inkomsten zijn nog ver verwijderd van de 5 miljard dollar die de NHL, de nummer vier in de Noord-Amerikaanse hiërarchie, jaarlijks genereert. De eigenaars kunnen deze schade veelal goedmaken met de meer lucratieve investeringen in de andere major leagues. De expansion fees die de schatkist spijzen, worden ook netjes verdeeld over alle eigenaars. Wie zich dus vroeg heeft ingekocht tegen een lage prijs, geniet nu mee van elke nieuwe uitbreiding.
Bovendien kijken eigenaars reikhalzend uit naar het einde van de huidige tv-deal in 2022. De verwachting luidt dat het nieuwe contract de huidige 90 miljoen dollar ruim zal overschrijden. Investeerders zien in soccer nog steeds een enorm groeipotentieel, mede omdat de sport momenteel nummer twee is bij de bevolkingsgroep tussen de 18 en 34 jaar.
Dat de VS samen met Canada en Mexico de Wereldbeker zal organiseren in 2026, is een andere factor die meespeelt. Joe Mansueto, de eigenaar van Chicago Fire, verwoordde het als volgt: ‘Een MLS-team is geen waarde-aandeel, maar een groeiaandeel’. Niettemin zal de nieuwe deal nog steeds peanuts zijn in vergelijking met de miljarden die bijvoorbeeld het american football elk jaar binnenrijft.
Ook op sportief vlak zijn er nog grote stappen te zetten. De Mexicaanse competitie blijft bijvoorbeeld op alle vlakken superieur. Qua kijkcijfers is de concurrent uit het zuiden zelfs populairder bij voetbalminnend Amerika. De laatste jaren vinden wel steeds meer talentvolle Zuid-Amerikanen hun weg naar de MLS, een gevolg van de financiële perikelen in onder meer de Argentijnse competitie.
De transfer van Miguel Almiron naar Engeland bewijst echter dat de kloof met Europa nog huizenhoog is. De Venezolaan domineerde elke verdediging in de MLS maar komt in Newcastle nauwelijks van de bank.
Daarnaast is het onduidelijk of de competitie door de schaalvergroting niet zal inboeten aan kwaliteit. Is de vijver aan talent wel diep genoeg om ook het voetbal zelf naar een hoger niveau te brengen ? De NBA is de droombestemming voor eender welke basketballer waardoor de stroom aan talent nooit zal stilvallen, een scherp contrast met de status van de MLS.
De vraag is dan ook welke koers soccer wil varen in de volgende kwarteeuw. Abbott is overtuigd dat zijn competitie in 2050 zijn voet zal plaatsen naast de andere major leagues.
Voorlopig wijkt de MLS niet af van de basisprincipes uit 1995: een strenge hand met het oog op gelijke kansen op succes voor elke club. Elke nieuwe aankoop is bijvoorbeeld pas definitief wanneer het hoofdkwartier in New York zijn zegen heeft gegeven.
De MLS heeft steeds een dunne grens bewandeld tussen de typische Europese voetbalcultuur en de Amerikaanse sporttradities wat een stabiel en sportief degelijk product naar Amerikaans model heeft opgeleverd. Na 25 jaar MLS is soccer alleszins het stadium voorbij waarin de sport gezien werd als een oersaai, doelpuntloos spel voor vrouwen en latinos, een overwinning die meer zegt dan eender welke expansion fee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier