De Franse paradox: bulkend van het talent, maar nog niet zeker van het WK
De Franse ploeg is een van de laatste Europese grootmachten die nog op een ticket moeten jagen voor het WK in Rusland. Nochtans bulkt de Hexagone van het talent.
Het is 17 november 1993, Parc des Princes. Frankrijk ontvangt Bulgarije voor zijn laatste kwalificatiematch voor het WK in de VS. Niet verliezen is voldoende. Eric Cantona opent de score in de 32e minuut. Vijf minuten later staat het echter al gelijk via Emil Kostadinov en aan het slot ziet het elftal van Gérard Houllier zijn Amerikaanse droom helemaal in rook opgaan wanneer Kostadinov, weer hij, op een bliksemsnelle tegenaanval de bal onderkant lat binnenknalt. 1-2, een van de grootste trauma’s uit de geschiedenis van het Franse voetbal.
Komende zaterdag komen de Fransen opnieuw tegenover de Bulgaren te staan, in Sofia. Les Bleus tellen één luttel puntje voorsprong op Zweden en drie op Nederland. Ze kunnen zich alweer geen misstap veroorloven. Na een zwaar teleurstellende 0-0 tegen Luxemburg en een nochtans formidabele 4-0 tegen de Nederlanders is het alsof de Fransen op wisselstroom zijn aangesloten.
Nooit was een Franse selectie zo jong als in maart dit jaar, met 13 van de 24 spelers jonger dan 25. Op zijn 26e gaat Antoine Griezmann bijna door voor de ancien. Raphaël Varane, slechts 24 en al meermaals kapitein, benadert al de 40 caps. ‘Op kwaliteit en talent staat geen leeftijd’, benadrukt bondscoach Didier Deschamps, die logischerwijs Kylian Mbappé in zijn selectie opnam. De PSG-aanwinst, met de U19 Europees kampioen in 2016, belichaamt een teruggevonden uitmuntendheid die Frankrijk misschien wel nooit verloren was, maar waar het al sinds het einde van het tijdperk-Zidane naar op zoek was.
Frankrijk beschikt niet alleen over jonge aanvallende goudhaantjes. Op alle posities, behalve op de rechtsachter, hoeft het alleen nog maar zijn juwelen te slijpen en te polijsten. In februari publiceerde LaGazzetta dello Sport haar lijst van 30 grootste voetbalbeloften wereldwijd. Helemaal bovenaan Ousmane Dembélé. Ook Mbappé prijkt uiteraard in de top vijf en nog vijf andere Fransen worden genoemd. De verdedigers Issa Diop (Toulouse) en Malang Sarr (Nice) krijgen zelfs een plaats in het type-elftal. Frankrijk is met voorsprong het best vertegenwoordigd. Heel recent publiceerde L’Equipe op haar beurt een lijst van de 50 beste U21-spelers. In de top 10 drie Fransen: Dembélé, Coman en Mbappé. Alleen Duitsland telt in dit klassement meer spelers (acht) dan de Franse buur (zeven).
‘Talenten bestaan er overal’, beweert Patrick Rémy, scout in Frankrijk voor AA Gent en ex-trainer in de jeugdopleiding van Marseille. ‘Uiteindelijk moeten er trainers zijn die ervoor openstaan om ze te laten spelen. Ik heb de indruk dat men zich in Frankrijk steeds meer openstelt voor jonge spelers. De clubs werken steeds beter, ze hebben meer mogelijkheden.’
Quotagate en racisme
In 2010 leek het Franse voetbal op zijn dieptepunt. De episode van de bus in Zuid-Afrika bracht aan het licht dat er een probleem bestond met de opleiding en vooral met de mentaliteit van de opgeleide spelers. De opleidingscentra zaten vol, elke club die naam waardig bezat er één, maar mikte meer op kwantiteit dan op kwaliteit. De naopleiding was het grootste knelpunt. De profcontracten stapelden zich op, maar de nieuwbakken profs stonden niet op het veld in de hoogste afdeling. Het Franse model kende nog een tweede beperking doordat vooral spelersprofielen met een sterk atletisch potentieel werden gescout, wat noch het spel noch het spektakel ten goede kwam.
Eind april 2011 onthulde quotagate uiteindelijk de valse noten in de Franse opleiding. Een onderzoek van Mediapart leerde dat op 8 november 2010 François Blaquart, nationaal technisch directeur, een beperking op tafel legde van het aantal spelers van buitenlandse origine die in Frankrijk gevormd werden en uiteindelijk de kleuren van een andere ploeg droegen. Laurent Blanc, de toenmalige bondscoach, en Erick Mombaerts, bondscoach bij de beloften, bekrachtigden het idee. Blanc zou de volgende woorden hebben uitgesproken: ‘En wat hebben we van grote, sterke en krachtige spelers? Zwarten. Het is niet anders, dat is een feit. God weet dat er in de opleidingscentra en voetbalscholen veel zitten.’
Vandaag lijkt de Franse bond de bladzijde te hebben omgeslagen en zelfs een nieuw boek te hebben geopend. ‘Het is een geheel van elementen’, zegt Jean-Claude Giuntini, bondscoach van de Franse U17 die Mbappé en de generatie geboren in 1998 onder zijn leiding had. ‘We zijn ten eerste geëvolueerd in onze talentdetectieprocedure. We hebben ons toegelegd op de opleiding van trainers en laten de tijd zijn werk doen. De begeleiding van de spelers is ook erg belangrijk. We willen dat de spelers die we opleiden, een mentaliteit hebben die beter dan gemiddeld is, eerder dan dat we een grote gestalte en grote atletische capaciteiten vragen. Dat ze fysiek niet gewapend zijn is geen probleem, ze moeten het al technisch zijn. We moeten vooral ook voorzichtig zijn. We mogen niet denken dat we alles gezien of voorzien hebben. Opleiding is obscuur werk.’
Pragmaticus Deschamps
De resultaten zijn inmiddels te zien. De Ligue 1 is uitgegroeid tot een van de competities waar de gemiddelde lengte van de spelers een van de laagste is van Europa (181,7 centimeter volgens het Centre International d’Etude du Sport). Binnen de Big 5 is alleen Spanje ‘kleiner’ (181), terwijl België uitkomt op 182,2.
Van de grote vijf telt Frankrijk ook het minste buitenlanders (36,3 procent), ver achter Engeland (61,3 procent). Lille is de jongste ploeg van heel de Big 5 met een gemiddelde leeftijd van 22,83 jaar. Cijfers die een vertaling zijn van de verschillende stappen voorwaarts: de Franse talenten spelen meer, beter en steeds vroeger.
‘Je mag niet alleen maar de technisch kleine spelers nemen of alleen maar de atletisch grote, je moet een mix van alles hebben’, verklaart Rolland Courbis, die dertig jaar coaching op zijn actief heeft. ‘Er worden ook steeds meer eisen gesteld in de opleidingscentra, zowel inzake trainersdiploma’s als jeugdrekrutering’, vervolgt Patrick Rémy. De beste leerling van de klas heet Olympique Lyon, dat uitgroeide tot een van de grootste leveranciers van spelers aan de belangrijkste Europese competities. OL concurreert op dat vlak evengoed met Barça als met Real of Arsenal.
Didier Deschamps heeft dus alle kaarten in handen. Als pragmaticus van het eerste uur moet hij ze nu nog op de juiste manier schudden. ‘Je ziet echter geen vooruitgang in het spel sinds de komst van Deschamps’, zegt Raphaël Cosmidis, journalist bij L’Equipe. ‘Hij slaagt er niet in om het talent van de spelers die hij ter beschikking heeft, goed te benutten. De basiself bij Les Bleus lijkt op een samenraapsel van talent zonder duidelijke filosofie.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier