De beste boog zonder pijlen: wat scheelt er met De Bruyne bij de Rode Duivels?
KDB heeft het moeilijk sinds het begin van het WK en lijkt zijn draai niet te vinden in het spel van de Rode Duivels. Waarom loopt het zo moeilijk? Een analyse.
De woorden vloeien uit de mond van Omar Da Fonseca. De uitbundige en poëtische Argentijn, nu analist bij de Franse televisie, ratelt over Kevin De Bruyne tijdens de CL-wedstrijd tegen Sevilla: ‘Je kunt niet zeggen dat hij een virtuoos is. Hij is geen Ronaldinho, hij is geen Messi, hij is geen Neymar…’ Hij onderbreekt zelf zijn zin. Het lijkt alsof KDB mee aan het luisteren is, want dan doet de Belg iets waarvoor hij bekendstaat: de spelmaker van Man. City verstuurt een telegeleide pass in de voeten van Julian Alvarez, die de Sevillaanse netten doet trillen.
Da Fonseca blijft sprakeloos achter, maar hij heeft wel een punt. De term ‘virtuoos’ is misschien niet de juiste, maar er is wel degelijk een verschil met de spelers die hij noemde: Kevin De Bruyne is niet iemand die in zijn eentje een wedstrijd wint. Simpelweg omdat de assistkoning onvermijdelijk iemand nodig heeft die zijn ballen ontvangt…
De man van de grote ruimtes
Lange tijd leek KDB echter zelfvoorzienend en had hij geen heel team nodig om beslissend te zijn. Zijn ex-ploegmaat Vincent Kompany beschreef zijn vroege optredens in Manchester als een speler op wie ‘het verloop van de wedstrijd geen invloed had’. Een vrije speler die in een systeem wordt ingeschakeld om de kansen af te maken om voor die laatste bal te zorgen. Bij Wolfsburg, in de Bundesliga waar er continu gecounterd wordt en er dus veel ruimtes zijn, liet hij dat zien. Zo bijvoorbeeld ook bij zijn eerste assist op Bas Dost, toen hij na een lange bal alle ruimte had om de Nederlander te bedienen.
Het werd een steeds terugkerend fenomeen in het jaar van zijn doorbraak. Bayern was ineens wel heel geïnteresseerd in de jonge Belg. Franck Ribéry, toen nog een ster bij de Rekordmeister, vertelde aan Bild: ‘Hij is een geweldige speler, maar niet zoals Arjen Robben of ik. Hij is geen speler die, met de bal aan de voet, de dribbel zoekt en de tegenstander uitspeelt. De Bruyne is uitstekend op de counter, als hij ruimte heeft. Maar bij Bayern is de ruimte beperkt.’ Met veel ruimte is KDB een ongezien wapen, maar wanneer die wegvalt is het voor de Belg veel moeilijker om beslissend te zijn.
De ommekeer bij City
Bij Man. City had KDB, na een seizoen lang de leider te zijn geweest van de counters van Manuel Pellegrini, de ontmoeting die zijn leven veranderde. Pep Guardiola stak De Bruyne in een compleet nieuw jasje. Mikel Arteta, toen assistent van Guardiola, legde dat erg goed uit in de Engelse pers: ‘Pep gaf hem een nieuwe manier van kijken, een manier om wedstrijden te controleren. Nu begrijpt hij het veld, zijn team, de combinaties… Hij weet wat het spel vraagt op welk moment.’
Een transformatie die hem in zes jaar tijd van een veelbelovende counterspeler tot een strateeg op het Gouden Balpodium heeft gebracht. In het Etihad Stadium hoeft De Bruyne het individuele verschil niet te maken. Zijn nieuwe kenmerkende beweging is een voorzet, gegeven vanaf de rechterkant van het veld, na een kleine aanloop als hij wat ruimte heeft of een paar stappen terug om zijn directe tegenstander uit te spelen. De fysiek enorm sterke KDB van de Bundesliga is niet meer. Nu is De Bruyne een speler met een ongeëvenaard inzicht in een team dat tot in de puntjes op elkaar is ingespeeld. Bij City gebeurt het zo amper dat de Rode Duivel de bal krijgt met zijn rug naar het spel of onder druk in het voorste deel van het veld. Guardiola’s spel laat KDB helemaal floreren.
Geen diepte bij de Duivels
Helaas voor de nationale ploeg is de Belgische selectie niet opgebouwd met miljoenen. De Rode Duivels zijn bijna verstoken van verdedigers of verdedigende middenvelders die hem goed van dienst kunnen zijn tussen de linies. Door de afwezigheid van Romelu Lukaku, de man die ervoor zorgt dat KDB ballen krijgt met zijn gezicht naar doel, slagen de troepen van Roberto Martínez er te zelden in om de maestro in de beste omstandigheden aan te spelen en er zo voor te zorgen dat de ‘beste spelmaker van de wereld’ zijn duivels kan ontbinden op dit WK. Erger nog, zelfs wanneer hij zich in zijn favoriete scenario bevindt, lijkt KDB te vaak op een boog zonder pijl. In 180 minuten in Qatar kon hij slechts één ’through pass’ geven, het soort waarmee hij de verdediging kan doorboren en waarin hij een wereldspecialist is.
Eden Hazard is niet langer de flitsende speler van 2018 en hij is dus ook niet langer de pijl op de boog van KDB. Integendeel, Hazard begint ook steeds meer als boog te fungeren. Zowel De Bruyne als Hazard zijn dus in staat om de diepte te voeden, maar geen van beiden lijkt er zelf ook nog eens in te kunnen duiken. De mindere band tussen Kevin en Michy Batshuayi kan niet duidelijker: slechts 2 van de 27 interlandgoals van de Belgische spits kwamen er op assist van De Bruyne.
Met flankspelers die vaker op de eigen helft moeten staan om defensief bij te springen, is er nog amper diepte in het spel van de Rode Duivels. En dus minder pijlen om uit de koker van KDB te komen. De nederlaag tegen Marokko was zijn vierde opeenvolgende optreden zonder beslissende actie met België. Dat is al geleden van eind 2017 (!) toen Roberto Martínez hem een rijtsje lager op het veld zette.
België lijkt het moeilijk te hebben om het beste uit zijn belangrijkste speler te halen. Misschien deels omdat als je het hart van een doelwit wilt raken, je altijd een pijl nodig hebt. En dan kan je nog de beste boog hebben, maar als de koker leeg is, kan je niets doen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier